Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Nederlandse vertaling 'From empathy to moral judgment. A test of moral foundations theory' - Dr. Ann De Buck & Prof. Dr. Lieven Pauwels - Etiologische criminologie (B001502A) €8,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Nederlandse vertaling 'From empathy to moral judgment. A test of moral foundations theory' - Dr. Ann De Buck & Prof. Dr. Lieven Pauwels - Etiologische criminologie (B001502A)

 11 vues  0 fois vendu

Dit is een vertaling van het extra te kennen boekje 'From empathy to moral judgment. A test of moral foundations theory' van Dr. Ann De Buck & Prof. Dr. Lieven Pauwels. Hierover word een extra gastles gegeven. Er komen ook vragen uit dit boekje op het examen. Veel succes!

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 20 novembre 2024
  • 33
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (36)
avatar-seller
ilonamasselis
FROM EMPATHY TO MORAL JUDGMENT
– A TEST OF MORAL FOUNDATIONS
THEORY
Hoofdstuk EEN
Inleiding en doel van de studie
Hoofdstuk één schetst het algemene doel van deze studie, met de nadruk op de ingewikkelde relaties tussen
empathie, individualiserende en groepsgerichte (groepsachtige) morele intuïties, verwachte morele emoties en
moreel oordeel. Een centrale premisse van dit boek is dat menselijke morele systemen niet immuun waren voor
evolutionaire processen; ze zijn eerder gevormd door zowel biologische als culturele evolutionaire krachten,
waaronder natuurlijke selectie, genetische drift, mutatie, seksuele selectie, culturele mutatie en ecologische
selectiedruk. De Moral Foundations Theory (MFT; Haidt & Joseph, 2004) definieert morele systemen als
geëvolueerde psychologische mechanismen die essentieel zijn voor het faciliteren van het sociale leven. Er wordt
verondersteld dat mensen die zijn uitgerust met morele intuïties in bepaalde contexten een fitnessvoordeel hebben.
Dit voordeel kan voortkomen uit het vermogen om morele commitmentstrategieën te gebruiken die individuen
motiveren om in strijd met hun eigenbelang te handelen (Frank, 1988). Volgens voorstanders van MFT dienen morele
intuïties en emoties als de basis van moreel oordeel. Centraal in het concept van morele toewijding staat de
functionele rol van disposities zoals empathie en morele emoties. Deze disposities moedigen gedragingen aan die
morele regels hoog houden en naleving ervan verzekeren (Greene, 2013). We stellen een conceptueel model voor
dat zowel distale als proximale variabelen omvat om inzichten uit de Moral Foundations Theory te integreren met
theorieën over commitmentstrategieën. Dit model koppelt empathie en morele intuïties aan morele emoties (zoals
schuld, woede en walging) en moreel oordeel in de context van verschillende morele schendingen. Het voorgestelde
model wordt empirisch getest met behulp van gegevens verzameld uit een gemakssteekproef van jongvolwassenen
(N-1497) in België, die reageerden op hypothetische scenario's in een grootschalige online enquête.
Trefwoorden: Moral Foundations Theory, commitmentstrategieën, empathie, verwachte schuld, morele woede,
morele walging, moreel oordeel, morele schendingen, gedragsstrategieën

Inleiding
Hoe ontwikkelen mensen het vermogen om te onderscheiden wat goed en fout is, gegeven de omstandigheden?
Waarom bezitten mensen het vermogen om emoties te voelen zoals sympathie, schuldgevoel, woede en walging?
Hoe en waarom conformeren mensen zich aan morele gedragsregels, zoals die vastgelegd zijn in de wet? En waarom
verschillen deze vermogens tussen individuen? Variatie is inderdaad de sleutel tot het begrijpen van de krachten die
ten grondslag liggen aan morele systemen. Er is een groeiende consensus dat deze vragen beter begrepen kunnen
worden door de lens van hoe evolutionaire krachten menselijke morele vermogens hebben gevormd.
De logica van evolutie werkt op het principe dat meerdere genen binnen het menselijk genoom aanleiding geven tot
menselijke hersenen die, in interactie met ecologische omgevingen en culturele niches, individuen ertoe aanzetten
om op manieren te handelen die de overdracht van hun genen aan toekomstige generaties maximaliseren. Net als
alle andere organen zijn de kenmerken van de menselijke hersenen het product van specifieke en terugkerende
selectiedruk die gedurende diepe evolutionaire tijd werkt. Gezien de veelheid aan hersenfuncties, stelt de
evolutionaire psychologie dat de architectuur van de hersenen bestaat uit verschillende geëvolueerde
domeinspecifieke aanpassingen, die terugkerende problemen van overleving en voortplanting aanpakken. Deze
aanpassingen, bekend als geëvolueerde psychologische mechanismen (EPM's), bezitten verschillende eigenschappen
(Shackelford & Liddle, 2014).
Morele capaciteiten, zoals morele intuïties en morele emoties, zijn producten van de hersenen die waarschijnlijk een
evolutionair voordeel hebben opgeleverd door de Darwinsche fitheid in bepaalde situaties te verbeteren (de Waal,
2006; Haidt, 2003; Nesse, 1991; Swaab, 2015; Tooby & Cosmides, 2008). Wetenschappers zijn het vaak oneens over
de definitie van morele intuïties en emoties, waarbij de termen soms door elkaar worden gebruikt. Sinnott-
Armstrong en collega's (2010) definiëren morele intuïties als sterke, stabiele en directe morele overtuigingen, terwijl
Haidt (2001) ze beschrijft als plotselinge evaluerende gevoelens (zoals leuk-niet leuk, goed-slecht), die snelle,
automatische reacties zijn op patronen in de sociale wereld. Morele intuïties zijn meer een product van instinct ('de
buik') dan van rationeel denken ('het hoofd').

,Volledige morele emoties ontstaan wanneer mensen morele oordelen vellen. Deze emoties helpen moreel verkeerde
acties te identificeren en motiveren gedragsreacties wanneer dergelijke acties worden herkend (Prinz & Nichols,
2010). Mensen die morele emoties vertoonden, waren waarschijnlijk beter af in termen van het verkrijgen van
hulpbronnen en reproductief succes. Evolutionaire theorieën - met name met betrekking tot moraliteit (Shackelford
& Hansen, 2016) - hebben veel sociale wetenschappen diepgaand beïnvloed, waaronder psychologie (Buss, 2019),
sociologie (Walsh, 2014) en criminologie (Durrant & Ward, 2015; Posick et al., 2022; Walsh, 2024; Walsh & Beaver,
2009). Het doel van evolutionaire theorieën is niet om de sociale wetenschappen te vervangen, maar om ze aan te
vullen (Dennett, 1995; Hopcroft, 2018; Maryanski, Machalek & Turner, 2015).
Volgens de moreel psycholoog Jonathan Haidt (2012) is morele kennis fundamenteel intuïtief of emotioneel (zie ook
Greene, 2013). Haidt en zijn collega's (Graham et al., 2011; Haidt & Joseph, 2004) introduceerden de Moral
Foundations Theory (MFT), een intercultureel psychologisch raamwerk dat uitlegt hoe verschillende aangeboren en
universeel beschikbare psychologische systemen de basis vormen van moreel oordeel en besluitvorming. Deze
fundamenten zijn gespecialiseerde cognitieve mechanismen ('modules') die zijn gevormd door evolutionaire
krachten, waaronder natuurlijke selectie en de vaak onderschatte mechanismen van seksuele selectie, zoals
vrouwelijke keuze en man-man-competitie. Deze mechanismen passen de psychologische, emotionele en
gedragsmatige strategieën van het organisme aan (Vila, 1994) op manieren die het vermogen om met adaptieve
uitdagingen om te gaan - zowel bedreigingen als kansen - in omgevingen die cruciaal waren voor het overleven en de
voortplanting, bekend als de omgevingen van evolutionaire aanpassing (EEA) vergroten.2
Bepaalde gebeurtenissen, zoals het toebrengen van schade of een gebrek aan respect, triggeren onmiddellijke,
intuïtieve reacties en specifieke emoties, zoals sympathie, woede of walging, die een gedragsverandering signaleren
die meestal adaptief is (Haidt, 2012). Er zijn verschillende mechanismen voorgesteld om te verklaren hoe natuurlijke
selectie de menselijke capaciteiten voor moraliteit kan hebben gevormd. Naast verwantenselectie (Hamilton, 1964)
omvatten deze het principe van wederkerigheid (Trivers, 1971), indirecte wederkerigheid door reputatie (Alexander,
1987) en sociale selectie door straf en executie (Boehm, 2012; Wrangham, 2019). Een andere belangrijke bron van
morele emoties komt voort uit commitmentstrategieën (Frank, 1989; Nesse, 2000). Het commitmentmodel
suggereert dat emoties zoals schuldgevoel individuen dwingen om geloofwaardige commitments te maken en op
manieren te handelen die in strijd lijken met hun individuele genetische interesses, maar uiteindelijk gunstig zijn voor
zowel het individu als de maatschappij als geheel.

Doel van de huidige studie
De belangrijkste onderzoeksvraag van deze studie is: "Wat zijn de relaties tussen empathie, morele intuïties, morele
emoties en moreel oordeel in de context van verschillende afzonderlijke morele schendingen?"
Om deze vraag te beantwoorden, stellen we een evolutionair geïnspireerd conceptueel model voor en testen we dit,
dat zowel distale als proximale verklarende variabelen (Mayr, 1961; Tinbergen, 1963) omvat die ten grondslag liggen
aan moreel oordeel over verschillende soorten morele schendingen. Op het distale niveau verwijzen we naar
individuele kenmerken, zoals empathische bezorgdheid, empathisch perspectief-innemen en morele intuïties die
worden gevormd door genetische aanleg, culturele en sociale opvoeding en persoonlijke ervaringen. Op het
proximale niveau verwijzen we naar directe factoren die werken wanneer een oordeel wordt geveld, in dit geval
verwachte morele emoties. Het is belangrijk om op te merken dat hoewel sommige geleerden liever "distaal"
gebruiken om de verklarende rol van functie te beschrijven en evolutie, anderen gebruiken de term "ultiem",
verwijzend naar twee van Tinbergens vier niveaus van verklaring (zie Durrant & Ward, 2015: 82). Voor de eenvoud
zullen we "distaal" gebruiken om te verwijzen naar variabelen die verder verwijderd zijn van de uitkomst en
"proximaal" voor variabelen die de uitkomst nauw voorafgaan. Distale variabelen beïnvloeden proximale variabelen,
die op hun beurt de relatie tussen distale variabelen en de uitkomst bemiddelen. Wij betogen dat het beschouwen
van zowel distale als proximale variabelen een completer begrip van het bestudeerde fenomeen biedt dan het zich
op beide afzonderlijk richten.
De uitkomstvariabelen in deze studie zijn de morele oordelen van deelnemers over vier verschillende morele
schendingen: (1) diefstal, (2) het breken van een belofte, (3) het straffen van een profiteur en (4) consensuele incest
tussen volwassen broers en zussen. Deze studie is uniek omdat het morele schendingen onderzoekt die doorgaans
niet als zeer ernstig of strafwaardig worden beschouwd, en sommige (zoals het breken van een belofte) zijn niet eens
criminele handelingen. De redenatie voor deze keuze is dat we verwachten dat de onderliggende mechanismen van
toepassing zijn op zowel sterke als zwakke morele schendingen. Hoewel de intensiteit van morele oordelen en
emoties kan variëren per type schending, zijn de mechanismen waarschijnlijk vergelijkbaar.

,Deze studie heeft als doel om drie sets relaties te beoordelen: (1) de mate waarin empathische bezorgdheid en
perspectief nemen gerelateerd zijn aan morele intuïties, (2) de relatie tussen morele intuïties en verwachte morele
emoties, en (3) de mate waarin morele emoties de relaties tussen empathie, morele intuïties en moreel oordeel
bemiddelen over verschillende morele schendingen. Voor zover wij weten, biedt deze studie het eerste empirische
inzicht in de verbanden tussen empathie, morele intuïties, morele emoties en moreel oordeel. De toepassing van de
Moral Foundations Theory (MFT) op onderzoek naar criminaliteit en delinquentie is in opkomst (Durrant, 2021;
Harper & Harris, 2016; Silver, 2020; Silver & Abell, 2016; Silver & Silver, 2021a, 2021b; Tyler et al., 2019), maar een
geïntegreerd model dat morele intuïties verbindt met nabijgelegen morele emoties ontbreekt nog steeds. Door deze
factoren in één model te combineren, kunnen we de onderlinge relaties tussen morele dimensies beter begrijpen.
Moraliteit is een kritische factor in de criminologie, en hedendaagse criminologische theorieën plaatsen moraliteit
steeds vaker voorop in onderzoeken naar de oorzaken van criminaliteit (Wikström, 2017, 2019; Wikström et al.,
2024). Sommige geleerden beweren dat moraliteit is verwaarloosd in criminologische theorievorming vanwege de
dominantie van utilitaire perspectieven, terwijl anderen geloven dat moraliteit centraal staat in de meeste
criminologische theorieën. Wij suggereren dat morele dimensies inderdaad aanwezig zijn in veel criminologische
theorieën, hoewel sommigen meer nadruk leggen op moraliteit en de multidimensionale aard ervan verder hebben
ontwikkeld. Moraliteit wordt echter vaak nauw geconceptualiseerd als 'misdaadspecifieke' morele houdingen,
waarbij de nadruk ligt op hoe individuen de verkeerdheid van een specifieke regelovertredende handeling evalueren.
Moraliteit is natuurlijk veel breder dan alleen het beoordelen van de geschiktheid van specifieke morele regels.
Daarom baseren we ons op de Moral Foundations Theory (MFT; Haidt & Joseph, 2004; Haidt, 2012) om het concept
van morele intuïties te introduceren. Daarnaast verwerken we inzichten uit de biologische en culturele antropologie
(bijv. Boehm, 2012, 2014; Wrangham, 2019), evolutionaire psychologie (bijv. Buss, 2016; Krebs, 2008; Shackelford &
Hansen, 2016; Tomasello, 2009; Tomasello & Vaish, 2013), evolutionaire biologie (bijv. Alexander, 1987), evolutionaire
economie (bijv. Frank, 1988, 2004), cognitieve neurowetenschappen (bijv. Greene, 2013) en vergelijkende
primatologie (bijv. de Waal, 2006, 2008) om de betekenis en functie van morele emoties in moreel oordeel beter te
begrijpen.
Ons theoretische model biedt een fris perspectief door morele intuïties, morele emoties en moreel oordeel te
combineren binnen de context van afzonderlijke morele schendingen. Zoals Graham & Haidt (2012) opmerkten:
"...fundamenten zijn gewoon fundamenten. Een moraliteit moet worden geconstrueerd op die fundamenten, en het
constructieproces wordt altijd sociaal gedaan, als onderdeel van iemands ontwikkeling binnen specifieke ecologische
omgevingen en subculturen" (p. 4).

, Hoofdstuk TWEE
Een evolutionair geïnspireerd geïntegreerd model: van empathie tot moreel
oordeel
Hoofdstuk twee is een beknopte samenvatting van het geïntegreerde raamwerk over de relaties tussen empathie en
moreel oordeel. De rol van individualiserende en groepsgerichte (groepsgerichte) morele intuïties en morele
emoties, zoals verwachte schuld, woede en walging, worden uitgelegd. Dit hoofdstuk is specifiek geschreven vanuit
een evolutionair perspectief. Evolutionaire perspectieven hebben voornamelijk te maken met ultieme verklaringen
en moeten daarom worden aangevuld met nabije verklarende mechanismen. Dit hoofdstuk bespreekt de
belangrijkste variabelen van ons evolutionair geïnspireerde model dat ten grondslag ligt aan morele oordelen in de
context van afzonderlijke morele schendingen.
Trefwoorden: Theorie van morele grondslagen, commitmentstrategieën, empathie, verwachte schuld, morele woede,
morele walging, moreel oordeel, morele schendingen

Inleiding
Het heersende discours in de criminologie positioneert criminaliteit vaak als een sociaal construct, waarbij het belang
van sociaal constructivisme wordt benadrukt als een raamwerk voor het analyseren van criminaliteit en
maatschappelijke reacties daarop. Wij argumenteren echter tegen dit perspectief en suggereren dat het neigt naar
extreem relativisme dat het onderzoek naar directe oorzaken en mechanismen vermengt met een logisch
positivistisch standpunt (Boghossian, 2007; Faye, 2011, 2016).
In dit boek hanteren we een evolutionair geïnspireerde benadering, waarbij we de relatieve aard van criminaliteit en
gedragsregels in verschillende historische contexten en culturen erkennen. Deze erkenning rechtvaardigt echter niet
de aanname van sterk sociaal constructivisme en relativisme als dominante conceptuele en epistemologische kaders.
Dergelijke kaders bieden geen inzicht in de algemene mechanismen die zijn afgeleid van evolutionaire en
gedragswetenschappen en die rekening houden met individuele verschillen en verschuivingen in de toepassing van
specifieke gedragsstrategieën. In plaats daarvan omarmen we een methodologisch naturalistisch perspectief, waarbij
we menselijke gedragstendensen beschouwen als uitkomsten van stochastische processen binnen de natuurlijke
wereld. Deze evolutionaire wereldvisie ziet theorievorming als zowel een wetenschappelijke onderneming
(wetenschap als ontdekking) als een sociale onderneming (gekenmerkt door communicatie, competitie en de
uitwisseling van ideeën tussen geleerden). We baseren onze analyse op een Darwiniaanse epistemologie, zoals
beschreven door Faye (2016), die nauw aansluit bij hedendaagse niet-naïeve realistische benaderingen (Bunge, 2006;
Psillos, 2002).
Methodologisch naturalisme houdt in dat wetenschappelijke kennis wordt nagestreefd als een poging om ad hoc
waarheden te onthullen, terwijl de inherente beperkingen en vooroordelen van het menselijke cognitieve apparaat
worden erkend (Boudry & Pigliucci, 2018; Boudry & Vlerick, 2014; Boudry, Braeckman & Blancke, 2010; Pigliucci &
Boudry, 2013). Dit perspectief maakt een genuanceerder begrip van menselijk gedrag mogelijk, een begrip dat
evolutionaire inzichten integreert zonder te bezwijken voor de valkuilen van extreem relativisme en sociaal
constructivisme.

Morele oordelen
Veel geleerden hebben betoogd dat mensen geëvolueerde morele organismen zijn (Boehm, 2012; Curry, 2016; Krebs,
2011; Kurzban & Descioli, 2015; Tomasello, 2016, 2019; Wrangham, 2019). Dat wil zeggen, het idee dat mensen een
geëvolueerd cognitief vermogen bezitten dat de concepten goed en fout gebruikt om gedrag te sturen (Descioli &
Kurzban, 2009), het idee dat mensen moreel oordelen (Joyce, 2006), morele emoties ervaren, andere individuen
veroordelen en bestraffen die bepaalde overeengekomen morele normen overtreden, allemaal vermogens die
ontstonden en evolueerden in omgevingen van evolutionaire aanpassing. Verschillende mensen bedoelen echter
verschillende dingen met wat "moreel" inhoudt. Een evolutionaire benadering erkent dit. Laten we dus eerst kort
ingaan op hoe het bijvoeglijk naamwoord moreel gewoonlijk wordt beschreven. Een goede plek om te beginnen is
een woordenboek. De Compact Oxford English (2006) definieert moreel in termen van principes van goed en fout
gedrag. Meestal zijn de eerste twee definities: (1) gericht op de principes van goed en fout gedrag; (2) gebaseerd op
of volgend op de gedragscode die als sociaal juist of acceptabel wordt beschouwd. Deze definities impliceren de
aanwezigheid van regels waaraan gedrag als goed of fout wordt beoordeeld. Richard D. Alexander (1987) beschouwt
morele systemen als samenlevingen met regels". Regels zijn richtlijnen voor acties, gedragsnormen over wat is
toegestaan, wat niet, over wat goed of fout is. Regels bestaan vanwege verschillende conflicten en samenloop van
belangen in sociale groepen van langlevende menselijke individuen en ontstaan als uitkomsten van complexe sociale
interacties (Alexander, 1985). Hieruit volgt dat moreel gedrag in het algemeen bestaat uit het volgen van de regels
(Alexander, 1987: p. 1). Antropologen (Boehm, 2008, 2012; Brown, 1991) en sociale wetenschappers (Bloom, 2013;

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilonamasselis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

59325 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99
  • (0)
  Ajouter