Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Sociale Psychologie €6,50   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Sociale Psychologie

 0 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

De samenvatting bevat een uitgebreide weergave van de behandelde stof tijdens het vak Sociale Psychologie. De hoofdstukken zijn steeds benoemd, in het kader van overzichtelijkheid. Aangevuld met afbeeldingen uit het boek.

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Non
  • Hoofdstukken 1, 2, 3, 7, 8, 9
  • 21 novembre 2024
  • 31
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting sociale psychologie
Vonk, R. (2017). Sociale Psychologie (vierde druk). Amsterdam: Boom.
Zimbardo, P., Johnson, R. L., & McCann, V. (2017). Psychologie: een Inleiding. Amsterdam,
Pearson Benelux B.V. (enkel hoofdstuk 4 uit dit boek)

Hoofdstuk 1: Sociale Psychologie (blz 19)
1.1.3 Kuddedieren
Social tuning: het onbewust op elkaar afstemmen van gedrag, gedachten en gevoelens 
mensen kunnen elkaar onbewust besmetten met bijvoorbeeld
- Stemmingen en gevoelens
- Meningen en overtuigingen
- Snelheid (van bijvoorbeeld eten, lopen of praten)
- Gedrag en gewoontes
- Bewegingen, lichaamshouding en mimiek

Het overnemen van elkaars bewegingen en mimiek heet het kameleon-effect  men gaat
synchroon bewegen bij het wandelen of synchroon schommelen.
- Hoeveelheid eten en drinken in gezelschap
- Gezichtsmimiek
- Gapen  kinderen tussen de 1 en 5 jaar ervaren dit niet
- Hoesten
- Wiebelen
- Krabben
 Dit effect is sterker als mensen elkaar aardig vinden en als ze bij dezelfde groep horen


Het kameleon-effect wordt opgewekt door spiegelneuronen  zorgen ervoor dat ze
datgene wat ze zien automatisch nadoen.
- Het zijn hersencellen die activiteiten en ervaringen van anderen weerspiegelen in het
eigen brein
- Als we een anderen waarnemen worden in ons eigen brein de bijbehorende
hersengebieden geactiveerd
- Dat gebeurt bij: gevoelens (boosheid of blijheid), zintuigelijke ervaringen (horen, zien,
voelen, proeven), motorische (lopen, rennen terugdeinzen) of zelfs autonome
fysiologische reacties (zoals hartslag, hormoonhuishouding, ademhaling en zweten)
- Uit onderzoek blijkt dat als je het woord ‘schoppen’ leest, het motorische gebied in
het brein wat normaal gesproken een schopbeweging zal initiëren actief wordt.

Belichaming: het lichaam simuleert de ervaring van de ander  bij alles wat we waarnemen
vindt dit plaats in ons eigen brein.

Empathie: als iemand geblinddoekt niet-wetend een grote hap neemt van een citroen, zal
het publiek een zure grimas trekken.


Automatische imitatie is niet gebonden aan ervaring: publiek dat geen ervaring hebben met
dansen vertoonde een verhoogde spierspanning tijdens een dansvoorstelling (blz 26).


Conformisme: de neiging ons aan te passen aan anderen.
Emotionele besmetting: automatisch elkaars emoties overnemen, bijvoorbeeld positieve
emoties als je naar comedy kijkt  het lachen in sitcoms moet jou ook laten lachen

,Imitatie kan je ook in je voordeel gebruiken. Als jij men imiteert wordt de onderlinge band
bevordert en reageert men anders op elkaar. Bram Moszkowicz spraak over Holleeder als
‘de Heer Holleeder’ naar verloop van tijd namen anderen dit over en wordt er op een andere
manier over een crimineel gesproken.



Hoofdstuk 2: Het zelf
2.1 Zelfkennis
Zelfbewustzijn: het vermogen om expliciete zelfkennis op te bouwen veronderstelt dat je
een bepaalde mate van bewustzijn hebt van jezelf.
Zelfwaardering: dit betreft de vraag of je positief of negatief tegen jezelf aan kijkt.



2.1.1 Zelfbewustzijn
- Pubers hebben vaak een hoog zelfbewustzijn
- Publiek zelfbewustzijn: iemand bekijkt zichzelf door de ogen van een denkbeeldig
publiek.
- Privé zelfbewustzijn: iemands aandacht is gericht op de eigen ‘binnenkant’.
- De mate van zelfbewustzijn hangt samen met de situatie waarin de persoon zich
bevindt: bij een sollicitatie is het zelfbewustzijn hoog.
- Men wordt vaak meer zelfbewust als ze denken of weten dat anderen hen kunnen
zien, als er een camera op hen gericht is of als ze zichzelf in een spiegel of op een
video zien
- De vlekkentest heeft aangetoond dat kinderen (1,5-2 jaar) die nog niet kunnen
praten en dieren ook een zelfbewustzijn hebben. Er wordt gebruik gemaakt van
spiegels en er wordt gekeken of ze zichzelf herkennen in die spiegel. Bij de
vlekkentest wordt er een stip op het hoofd van het dier (tijdens een verdoving) of het
kind getekend. Vervolgens worden ze voor een spiegel gezet en als ze naar hun
hoofd reiken, hebben ze een mate van zelfbewustzijn. Ze beseffen dan dat het
spiegelbeeld niks ongewoons heeft, maar dat zij iets ongewoons hebben.
- Door je eigen reacties te observeren en aan te nemen dat soortgenoten net zo zijn
als jij, kun je ook van alles leren over je omgeving en je eigen gedrag daarop
aanpassen.
- Ook stelt zelfbewustzijn mensen in staat hun gedrag af te stemmen op de sociale
normen  ze kunnen hun gedrag vergelijken en afstemmen op hoe zij willen zijn
(ought self/ideal self)
- Een verhoogd zelfbewustzijn zorgt ervoor dat mensen hun normen en waarden beter
naleven.



Piekeren en depressie
Een verhoogd zelfbewustzijn kan ook nadelige gevolgen hebben
- Gedragsroutines ontbreken: dit kan leiden tot slechtere prestaties op taken die
iemand normaal gesproken automatisch afhandelt  kan verklaren waarom men
soms slecht presteert onder druk (ze denken dat er veel vanaf hand en het
zelfbewustzijn gaat omhoog, hierdoor voeren ze de taak minder goed uit) 
bezwijken onder de druk.
- Angstige of depressieve gevoelens

,  Bij een verhoogd zelfbewustzijn ga je na in hoeverre je voldoet aan de eisen en
idealen die je voor jezelf stelt of die anderen aan je hebben opgelegd  dit is
onmogelijk allemaal waar te maken waardoor sommigen depressieve gevoelens
ervaren.
- Alcoholmisbruik: als je het idee hebt of letterlijk in de schijnwerpers te staan, kun je
hier last van hebben. Veel bekende personen hadden hier moeite mee en gingen aan
de drank.

2.1.2 Bronnen van zelfkennis
Introspectie: je kijkt bij jezelf naar binnen.
Zelfperceptietheorie/zelfwaarnemingstheorie van Bem (1972): Volgens deze theorie leren
mensen zichzelf kennen door op een objectiverende manier naar hun eigen gedrag te kijken
en daaruit hun persoonlijkheidseigenschappen af te leiden.  Als iemand aan jou vraagt:
‘ben jij onafhankelijk?’, dan ga je in je hoofd situaties af om te kijken of dat het geval is. Je
kijkt dan van buitenaf naar jezelf en plakt daar een persoonlijkheidseigenschap op.



2.1.3 Organisatie van zelfkennis
Voorbeelden van mogelijk aspecten van het zelf




Zelfcomplexiteit
- Zelfconcept: het geheel aan zelfschema’s
- Zelfschema’s: Een zelfschema bestaat uit een abstract stukje kennis over het zelf
(bijvoorbeeld een eigenschap zoals ‘intelligent’ of ‘eerlijk’, of een rol zoals ‘student’ of
‘vriendin’), geassocieerd met meer concrete attributen en voorbeelden (bijvoorbeeld
herinneringen aan situaties waarin je intelligentie tot uiting kwam). Een zelfschema
heeft een hiërarchische structuur, waarbij abstracte kennis is opgeslagen op het
hoogste niveau en de ondergelegen niveaus meer specifieke kennis representeren.
Wanneer je een zelfschema hebt in een bepaald domein, dan heb je als het ware een
soort kapstok om informatie aan op te hangen.
- Zelfcomplexiteit: de manier waarop de verschillende zelfschema’s binnen het
zelfconcept zijn georganiseerd.


Zelfwaardering
- Waardering van het Zelf
 Een algemene evaluatie

,  De meeste mensen zijn over het algemeen tevreden met zichzelf
- Expliciete en impliciete zelfwaardering
- Stabiele en instabiele zelfwaardering


Kwetsbare zelfwaardering
- Expliciete zelfwaardering: dit is wat mensen antwoorden als je vraagt hoe ze over
zichzelf denken (bij een vragenlijst bijv.).
- Impliciete zelfwaardering: gaat over die aspecten van zelfwaardering die niet tot
uiting komen als je mensen rechtstreeks vragen stelt over hoe ze zichzelf zien, maar
die aan het licht komen in zogenaamde indirecte metingen of in lichaamstaal.
- Stabiliteit van zelfwaardering: een stabiele zelfwaardering kent weinig fluctuaties 
als je meet hoe iemand op dit moment over zichzelf denkt en je doet dat een paar
weken later weer, zie je weinig schommelingen.
- Contingentie van zelfwaardering: de mate waarin iemands zelfwaardering
afhankelijk is van het bereiken van een bepaalde standaard (bijv. het behalen van
prestaties).
Waar koppelen mensen hun zelfwaardering aan
- Prestaties en succes
- Sociale goedkeuring en erbij horen
- Uiterlijk
- Innerlijke standaard

Zelfevaluatiemotieven
Bij het zoeken of ontvangen van informatie over onszelf worden we geleid door vier
afzonderlijke motieven.
- Accuraatheidsmotief: accurate informatie
 Om zelfbeeld te vormen
 Om ideeën over de wereld te vormen
 Overlevingsfunctie
 Kan ik over de sloot springen? Of kan ik dat fysiek niet/is de sloot te breed etc.:
objectieve observatie/inschatting maken van de omgeving

- Zelfverbeteringsmotief: het verlangen om informatie te zoeken die van dienst kan zijn
om jezelf te ontwikkelingen, te ontplooien en te verbeteren (de mens als student).
 Opwaartse en neerwaartse sociale vergelijking: kankerpatiënten die hoop hebben
om te overleven, kijken naar rolmodellen die zelf van kanker zijn genezen
(opwaarts). Als je een onvoldoende hebt gehaald voor een toets, zeg je erbij dat
de halve klas een onvoldoende heeft en er zijn veel mensen die nog slechter dan
jij hebben gescoord (neerwaarts).
 Entiteitstheorie vs Groeitheorie: mensen kijken verschillend naar hun eigen
prestaties. Groeitheorie zegt dat als je je ergens toe zet, je kunt groeien in de
kwaliteit. Mensen met de entiteitstheorie gaan ervanuit dat eigenschappen
aangeboren zijn.
 Performance vs Mastery: Mastery betekent dat je iets volledig beheerst (resultaat)
en Performance gaat over feedback en verbetering (proces).

- Zelfverheffingsmotief
 Mensen zijn sterk geneigd zich rooskleuriger te beoordelen dan objectief
gerechtvaardigd is.
 Voor een belangrijk deel automatisch en onbewust: evolutie  lid zijn van een
groep + voortplantingspartner zijn.
 Dit uit zich in:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur deGraauw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,50. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,50
  • (0)
  Ajouter