Intro en sociale problemen
Varia
- Studiewijzer / Toledo-mededeling
- Cursustekst (“kapstok” + Lafaille)
- ! Verplichte lectuur: Maarten Boudry
- Corona… lessen/onlinevragensessies
- Examen
- Kris.dekeyzer@vives.be
Intro
- Marginaliteit / afwijkend gedrag / sociaal probleem
- Een bord vol… (schema op bord in de les)
- Meetbaarheid? Objectiveerbaarheid? Tijd/ruimte? Normen en waarden…
· Meetbaarheid van sociale problemen is zeer moeilijk
· Er zijn bv. verschillende cijfers die de armoede in België aangeven (gaat van 1,5% tot
29%, afhankelijk van hoe je het bekijkt)
· Veel hangt af van waar en wanneer iets gemeten wordt
· Problematieken proberen we objectief te benaderen. Een probleem is vaak dat
wanneer je denkt iets objectief te meten, dit vaak niet zo objectief is. De subjectieve
definiëring heeft ook nadelen, want dan laat je het oordeel over aan het individu of
de groep. De oplossing is de definiëring combineren, zowel de groep zelf, statistische
meetmethodes, hulpverleners, individuen… Op die manier kom je tot een gulden
middenweg. Je mag niet te snel oordelen, je moet kijken hoe iets gedefinieerd wordt
- Mensenrechten, sociale grondrechten, afwijkend, uitgesloten, gemarginaliseerd, sociale
uitsluiting, armoede…
- “Big five”: (armoede, werkloosheid, discriminatie (racisme), wachtlijsten, verslavingen…)
- Welke zienswijze, bril?
Theoretisch perspectief: sociologisch perspectief…
sociale pathologie, sociale desorganisatie, waardenconflict (sluit het dichtst aan bij die
grondstroom: kijken dat de mensen hun sociale grondwetten worden gerespecteerd),
socialisatieperspectief, anomie, etikettering, kritische theorie,…(schema Lafaille blz. 7)
· Een 6-tal sociologische perspectieven die we gaan zien. Hierbij horen manieren van
kijken ernaar, brillen om deze perspectieven op te lossen.
1
,Sociologische perspectieven (schema Lafaille blz 7)
1. Sociale pathologie
2. Sociale desorganisatie
3. Waardenconflict
4. Socialisatieperspectief
5. Anomietheorie
6. Etiketteringstheorie
Sociale problemen
- Individueel probleem, sociaal vraagstuk
- Sociaal probleem: 2 mogelijkse invalshoeken
1. Wetenschappelijke definitie (is het een probleem?)
2. Erkenning
Opm.: Finnen, Hongaren en Belgen hebben allemaal iets gemeenschappelijk: een hoog suïcidecijfer
- Zelfmoord is dus een sociaal probleem, iets wat collectief moet worden aangepakt (hoe
pakken we dit aan?)
- Vb. probleem bij VDAB: kunnen we sneller oplossen als we mensen gewoon aanwerven… bij
zelfdoding is dus niet zo eenvoudig
- Vb. armoede, feminicide, wachtlijsten, woonproblemen, drugs, racisme, milieuvervuiling,…
4.2 Wetenschappelijke definitie
4.2.1 Objectieve benadering
- Chicagoschool (Hart, Merton, Nisbet)
- Benadering is gegroeid vanuit de bestudering van de maatschappelijke problemen die
ontstonden tijdens en na de industriële revolutie
- Vanuit de sociale wetenschappen, een traditie: om ‘objectieve’ sociale omstandigheden in
kaart te brengen en met ‘objectieve’ methoden van sociaal onderzoek te verbeteren
2
,Definities…
= “Een groot aantal mensen worden negatief getroffen, op eenzelfde manier en enkel een
niet-individuele aanpak leidt tot een oplossing. Een structurele oplossing dringt zich op.”
= duidelijker geformuleerd: ‘’een sociaal probleem is er wanneer een grote groep mensen
negatief getroffen zijn, en een individuele aanpak niet tot een oplossing leidt. Er is dus nood
aan een structurele oplossing’’
· (Vb. is de warmste week een voorbeeld voor structurele aanpak tegen armoede:
nee… want na die week is het gedaan)
· Structurele oplossing: geen gsmgebruik meer op lagere scholen (meer sociale
contacten moeten leggen op school)
= “De discrepantie tussen wijd gedeelde sociale waarden (waar we naartoe willen) en
feitelijke condities (de toestand) in het sociale leven”: objectieve vaststelbaarheid van feiten
én waarden is mogelijk …!
· Discrepantie theorie van Murton:
Het niet overeenstemmen (=discrepantie) tussen wat is (eenzame daklozen),
en wat we willen (geen armoede meer)
Willen gelukkige mensen, maar hebben dakloze, ongelukkige mensen
Het gaat voortdurend hierover!
De feiten zijn objectieve vaststelbaarheden: je kunt het meten
Ook waarden kan je objectief meten (maar moeilijk)
Opm.: kortom gaat deze benadering ervan uit dat ‘sociale problemen bestaan zodra een significant
aantal personen negatief, dus ten kwade, wordt beïnvloed door een verschijnsel dat samenhangt
met sociale factoren, zelf als niemand dit als zodanig erkent of herkent.’
Schuyt: vaak staan problemen zo ver af van de meerderheid van de bevolking dat de erkenning ervan
als problematische conditie uitblijft
Kritiek op de objectieve benadering:
- Positief: radicaal realistisch, los van erkenning door samenleving of betrokken groep
· Radicaal realistisch: je hebt duidelijke cijfergegevens, je kan radicaal stellen dat iets
een probleem is aangezien iets vastgesteld is (vb. slapometer die meet hoelang je
ogen toezijn = radicaal realistisch aangezien je dit in grafieken etc. kan gieten)
- Negatief: middle class definitie van sociale waarden (cfr. armoedemeetmethodes)
· Middle class: weinig aanvoel hebben met hoe het kan zijn om tot op een bepaalde
leeftijd een wc buiten te hebben. Dit komt omdat we grotendeels uit de
middenklasse komen
· Sociale problemen zouden eerst gedefinieerd moeten worden door de groepen die
er zelf door getroffen worden
- Negatief: vrijheid van onderzoek of beleidsconformisme?
3
, · Conformisme: we onderzoeken enkel zaken waarvoor er geld wordt voorzien
- Negatief:
· Rapportensociologie (verzameling op basis van ‘kant en klare rapporten’, hierdoor
weet je iets heel beperkt op basis van een geheel aan informatie) veroorzaakt door
verwetenschappelijking (nood aan beheersbaarheid), ervaringstekort
beleidsmakers, lage prijs, makkelijke beleidsinput (cfr. Regeerakkoord)
Verwetenschappelijking (nood aan beheersbaarheid)
Ervaringstekort beleidsmakers
Lage prijs, makkelijke beleidsinput (cfr. Regeerakkoord)
Maatschappelijke problemen worden meer dan vroeger aan de hand van rapporten ontdenkt en
beschreven. Dat is het werk van kabinetsleden, van medewerkers van studiediensten en van
universitaire onderzoekers.
Lafaille geeft volgende redenen:
- De toenemende vermaatschappelijking van het beleidsproces, voortvloeiend uit de noodzaak
van grotere beheersbaarheid
- Ontwikkeling in de samenleving maken het voor beleidsvoerders noodzakelijk hun tekort aan
sociale ervaringen betreffende andere sociale milieus en sociale groepen te compenseren
- De rapporten leveren voor de overheid relatief goedkope en betrouwbare informatie op
4.2.2 Subjectieve benadering
- Subjectieve of “constructivistische” benadering
- Definitie (Blumer, Thomas, Fuller en Meyers) …
· Blumer: ‘’Sociale problemen zijn fundamenteel producten van een proces van
collectieve definitie in plaats van onafhankelijk bestaande reeksen van objectieve
sociale arrangementen met een intrinsiek problematische inhoud.’’
- Een sociaal probleem = wat men als een probleem aanvoelt in de samenleving, als mensen
een situatie als reëel beschouwen zal ze ook reële gevolgen hebben
Thomas: “if men define situations as real, they are real in their consequences” (iets wordt
maar de waarheid, als er gevolgen aan zijn en als het dus tastbaar wordt)
- De sterkte van de SP-S ligt in het ontrafelen van stilzwijgende waardeoordelen die liggen
opgesloten in ogenschijnlijk onbetwiste vanzelfsprekendheden.
- Door deze benadering werd er veel meer gekeken naar de maatschappelijke en politieke
processen waarin personen, groepen en situaties als problematisch worden gezien
- Schema blz. 12 (vul in !) en gevaar voor paternalisme en verwaarlozing
Kritiek:
- Gevaar dat de werkelijkheid nog uitsluitend gezien wordt als een vrijelijk te construeren
ruimte, waar alles werkelijkheid wordt wat een naam krijgt of als werkelijk wordt
gedefinieerd
4