ARCHITECTUURGESCHIEDENIS
TIJDLIJN:
- PREHISTORIE (4000000 V.C – 3000 V.C)
- KLASSIEKE OUDHEID (3000 V.C – 476 V.C)
- MIDDELEEUWEN (476 V.C – 1420 V.C)
- NIEUWE TIJD (1420 V.C – 1789)
- NIEUWSTE TIJD ( 1789 – HEDEN)
PREHISTORIE
▪ 1ste geschreven bron
➢ Nog niet vanaf klassieke oudheid
▪ Rond 10.000 v.c: mens als nomade
➢ Einde laatste ijstijd = vruchtbare grond -> ontstaan landbouw
➢ Mens word sedentair = vaste plaats blijft
▪ Eerste mensen = nomade
➢ Geen vaste verblijfplaats
➢ Beschutting -> natuur, andere mensen
o Grotten, kuilen, rotswanden
o constructies van botten en takken
➢ Symbolische betekenis: Godsdiensten bidden
▪ Domesticatie van het vuur
= controle krijgen van het ongecontroleerde
▪ Bv vuur: Omgeving dicht rond vuur, warmte en licht
▪ Niet allen opzoek naar het praktische
➢ Sculpturen, grondschilderingen, dierenfiguren, natuur in ontoegankelijke plaatsen
➢ Plaats met symbolische waarden
▪ Hohlenstein stadelgrot, eerste beeldje van een leem man gevonden
▪ Basis huis: beschutting met vuur dat naar buiten kon, en met materialen dit in de omgeving
te vinden waren
neolithicum ( 10000 – 3000 v.c)
▪ Periode vd nederzettingen en domiciliëring
▪ Vaste typologie: eigen systeem voor woning -> materialen, grondstoffen
➢ Groter complexen
➢ Soorten woningen
▪ Complexere werktuigen : spinnenwielen, adobe(kleisteen)
▪ permanenten woningen
➢ Handelen: dieren, grondstoffen
➢ Ruilhandel: verbeterde technieken, andere grondstoffen, irrigatie
➢ Mens beter gevoed -> meer hersencapaciteit verder ontwikkelen
o Complexere nederzettingen
, Jericho catalhuyuk
▪ Stads omheining -> bescherming van de ▪ schakeling woningen
stad ▪ de rechte hoek
▪ Stadspoorten: handel ▪ geen straten -> op de daken
▪ Typologie van de huizen verplaatsen
▪ Doodcultus: voorloper mummificatie ▪ pleinen
▪ gepleisterde schedels ▪ laagjes op de privé ruimtes
▪ plaats in het huis, begraven ▪ lemen bouwblokken
▪ Woning ter ere van de doden
Megalithische cultuur (1000 v.C)
= cultuur met grote stenen
▪ Dolmen = rechtopstaande steen met platte steen er open
▪ Menhir’s = rechtopstaande steen met punt
▪ Hunnebedden = 2 stenen op de grond met daarop een steen
▪ Cromlechts = perfecte ronde cirkel met stenen
long men of Wihrington= krijttekening Stonehenge
▪ Krijgers op heuvelflanken ▪ meerdere generaties om de stenen
daar te krijgen
Menhirveld in Carnac ▪ Buitencirkel met 2 binnen cirkels
▪ Stenen rechtop gezet met horizontale
stenen op -> architraafbouw
▪ Laags 1 kant open
➢ Zomersolstitium = langst dag
van het jaar
➢ Zon komt schijnt door de as
recht op het altaar
▪ Er rond een gracht
▪ stenen rechtop in veld, kilometers lang
in dezelfde richting
,KLASSIEKE OUDHEID
Mesopotamië
▪ Zigrat bouw= platte heuvel waarop een tempel geplaatst, witte tempel
➢ Maakt deel uit van een groter geheel
➢ Monolithisch ( eenzelfde materiaal)
▪ Kleisteen, adobe, gedroogde klei
- Summarische rijk (3.500vc-2300vc)
- Akkadische rijk (2.300vc-1500vc)
- Assyrische rijk 1500 vc-612vc)
- Nieuw babylonië612vc-539vc)
- Perzië(538vc-331vc)
Summarische rijk (perzische golf)
▪ Cultuur: stad Urk(schrift ontwikkeld), tempel staat op calut= afgeschuinde platen met trap
bereikbaar, trappen tonen hiërarchie
1. Elite
2. Stedelingen
3. slaven
▪ vruchtbaarheid gebied -> eufraat en tigrit
➢ Landbouw overschotten
➢ Handel
➢ Vestigen in steden
➢ Specifieke beroepen
▪ ontwikkeling schrift
➢ groot gebied controleren
➢ sneller communiceren over wetten, belastingen, legers, akkoorden sluiten
➢ stabiliteit en schaalvergroting koninkrijken
▪ uruk = hoofdstad sumerische rijk
➢ handel, verkeerswegen, nieuwe steden
➢ legers makkelijk verplaatsen, wetten op papier
Ziggurat van UR Ziggurat van Uruk
▪ Gerestoreerd ▪ trappen naar de tempel
▪ Heldere volumes ▪ hiërarchie
▪ Trap centraal, zijkanten -> ▪ bovenaan: koning -> dicht bij de
ceremoniële betekenis goden -> plaats vervanger goden
▪ Lag een gigantisch paleis bij
, Akkadische rijk
▪ Hammurabi: vertegenwoordiger van de zonnegod
▪ Wetten ploitica stabiliteit verzekeren
Codex van Hammurabi Stele Naram-Sin
▪ wettekst, vroegste gekende, ▪ wereldbeeld van de cultuur, koning van
spijkerschrift boven aan de berg en het dichts bij de
▪ stele = bareliëfs uitgehouden uit steen goeden, vanonder de mensen
▪ krijgt codex overhandigd blootvoets
▪ communiceert naar de mensen, de wet
dat van de goden komt
Assyrische rijk
▪ De bloei van Mesopotamische cultuur
Leeuwenpoort van Bogazköy Citadel van Sargon II in de stad Khorsabad
▪ Markeren van macht ▪ Duur paleis
▪ Mythologische dieren die de ▪ Nooit afgewerkt
stadpoorten bewaken ▪ Ommuurd en beschermd
▪ Macht centraliseren
Reliëf van jachtscene Plundering van stad HaMANOE
▪ Nimife
➢ Stad van de zoon