Algemene psychologie
Werkzitting 1
Wat is psychologie en wat is het niet
Kritisch nadenken over psychologie en pseudopsychologie
Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden gepresenteerd worden. (Horoscopen, paranormale fenomenen, waarzeggerij)
Mensen die ‘expert’ zijn op tiktok
1.1 Wat is psychologie en wat is het niet
.1.1 Intuïtieve mensenkennis vs. Wetenschappelijke psychologie
Psychodiagnostisch model= empirische cyclus (De cyclus komt altijd terug, aan het begin van u
onderzoek)
Als je ziet ‘die persoon heeft een psychose’ en dat direct
als diagnose geven, Zonder fundamenteel onderzoek te
doen
(Vb; zesde zintuig, gezond verstand, media, meningen)
Beperkingen:
-gevoelig voor vooroordelen, bias, persoonlijke
overtuigingen
-Gebrek aan betrouwbaarheid (niet gefundeerd)
-veel contradictorische meningen
Eerst onderzoek doen (iemand in observatie
zette) en een hypothese maken, die toetsen en
dan u hypothese testen.
Als hij daadwerkelijk een psychose zit ga dit
kunnen diagnosen en verbeteren.
Als de man niet beter word ga je je theorie
moeten bijstellen (je koppelt altijd terug)
(vb; literatuur onderzoek, interviews, enquêtes)
,.1.2 Hoe doe ja een psychologie als wetenschap
-Door het verschil tussen psychologie als wetenschap en intuïtieve mensenkennis te begrijpen en te
herkennen.
-Door kritische vragen te stellen (zie slide 27) bij bronnen, nieuwe methodieken, concepten in de
praktijk .
-Door correcte bronnen te gebruiken: zie bijlage 1+ gebruik de CRAAP-test om bronnen te
beoordelen.
-Door aan evidence-based practice te doen (zie slide 18)
-Door het psychodiagnostische model/empirische cyclus toe te passen in de praktijk.
.1.3 Psychologie als wetenschap in vergelijking met intuïtieve kennis
Psychologie als wetenschap gebaseerd op:
Gecontroleerde en herhaalbare methoden op een representatief aantal
betrouwbare en valide metingen
• Gecontroleerd: vb; experimenten
• Herhaalbare: Je weet hoe mensen een experiment hebben gedaan en je kan dit herhalen
• Representatief: op een grote groepen overal ter wereld getest
Wetenschappelijke methoden in de psychologie (diagnostische of klinische cyclus):
• Objectieve observatie (niet invullen vanuit je eigen referentiekader)
• Hypothesen formuleren (als mijn theorie klopt ga ik dit eruit verkrijgen)
• Experimenten
OEFENINGEN SLIDE 30
.1.1 Soorten bias (=denkfout)
-Emotionele bias
wanneer iemand een oordeel of beslissing neemt op basis van een gevoel impv van op een rationele
analyse van het bewijsmatteriaal, de cyclus gaat ervoor zorgen dat je deze denkfouten gaat verlijden
(vb; een vega onderzoekster die testmateriaal van vleeseters slechter gaat beïnvloeden, een
psycholoog die een bepaalde test wilt laten doen bij een client omdat die haar goed verder geholpen
heeft)
-Confirmation of bevestigingsbias
wanneer je info waarmee je het eens bent u daarop gaat focussen en waar je het niet mee eens bent
ga je negeren of zelfs bekritiseren (vb; astrologie)
,1.2 Biopsychosociaal model
• Historisch dominante
visie op ziekte en
gezondheid
Descartes’ mechanistische,
dualistische visie (zie ook HC 2)
• Kenmerken
Enkel aandacht
voor
biologische
oorzaken en
behandelingen
van ziektes
• Lineaire visie
Ziekte --> klachten --> omgaan met klachten
• Sterktes
Waardevolle inzichten & wetenschappelijke basis voor medische vooruitgang
Beperkingen Zie kritiek George Engel
1.2.1 Kritiek op biomedisch model
-Reductie tot biologische factoren
Belang van integreren biologische, psychologische en sociale factoren
Belang van interacties tussen biopsychosociale factoren
-Gaat uit van 1-1 relatie, maar…
• Geen verklaring voor symptomen zonder biologische oorzaak
• Geen verklaring voor biologische afwijkingen zonder symptomen
- Wa als je niks ziet vanbuiten (hersentumor)
• Geen verklaring voor disproportionele relatie tussen biologische oorzaak en
symptomen
- Maar een sneetje maar de persoon geneest er niet van
• Geen verklaring voor individuele verschillen (dezelfde diagnose andere oplossing)
1.2.1 Reactie op beperkingen biomedisch model
-Biologische factoren
genetische aanleg, temperament/persoonlijkheid (bvb big 5), fysiologische processen, biochemische
reacties (bvb medicatie), anatomie, leeftijd, geslacht...
, -Psychologische factoren
emoties (bvb angst), gedachten (bvb verwachtingen, overtuigingen), gedrag (bvb coping)
-Sociale factoren
interpersoonlijke relaties (bvb sociale steun), sociale omgeving (bvb schoolbeleid), sociaal-
economische context (bvb gezonde voeding), cultuur (bvb zorg voor ouderen)
1.2.2 Biopsychosociale factoren invloed op ziekte en gezondheid
-Predispositionele factoren
vb hoge intelligentie (+), hechtingsproblemen (-)
Kwetbaarheden of sterktes (wat er in je rugzakje zit), verhoogd of verlaagd u kans op een positief
ziekteverloopt
-Uitlokkende/versnellende factoren
vb scheiding ouders (-), pesten (-), traumatische ervaringen (-)
je krijgt opens heel veel stress op het werk (gebeurtenissen die een negatief of positieve reacties
kunnen hebben)
-Onderhoudende factoren
vb sociale steun (+), lage sociaal-economische status (-)
gedrag da je wel of niet steld als je ‘ziek bent (slaapmedicatie nemen, te weinig geld hebben
voor medicatie) coping
1.2.1 Beperkingen biopsychosociaal model
- Vaag en algemeen
- Veel aandacht voor drie afzonderlijke invloeden, maar minder voor de onderlinge invloeden
(pijlen met +/- en wat voor soort pijl).
- Praktische limitaties:
Duur (financieel)
Tijdsintensief
Geen duidelijke richtlijnen
Te weinig psychosociale opleiding artsen
1.2.1 Sterktes biopsychosociaal model
Erkenning complexiteit van relatie tussen ziekte & gezondheid
Preventie, diagnostiek en behandeling:
- Aandacht voor psychologische en sociale factoren
- Aandacht voor interacties tussen biopsychosociale factoren
Verklaring probleem 1-1 relatie (zie kritiek op biomedisch model)
Basis voor multi-, inter-, en transdisciplinaire zorg
Basis voor persoon-gecentreerde aanpak
VOORBEELDEN LAASTE SLIDES