STRAFRECHT
Tom Vander Beken
Elisa Drubbel
,2024-2025 Elisa Drubbel
Inhoudsopgave
DEEL I: STRAFRECHT................................................................................2
HOOFDSTUK 1: JURIDISCHE SITUERING............................................................................ 2
HOOFDSTUK 2: FUNCTIES EN ACHTERGRONDEN................................................................4
DEEL II: STRAFWET................................................................................12
HOOFDSTUK 1: LEGALITEITSBEGINSEL...........................................................................12
HOOFDSTUK 2: TOEPASSING VAN DE STRAFWET IN DE TIJD................................................15
HOOFDSTUK 3: TOEPASSING VAN DE STRAFWET IN DE RUIMTE...........................................18
HOOFDSTUK 4: INTERPRETATIE VAN DE STRAFWET...........................................................22
DEEL III: MISDRIJF................................................................................23
HOOFDSTUK 1: BESTANDDELEN VAN EEN MISDRIJF..........................................................23
HOOFDSTUK 2: STRAFBARE POGING............................................................................. 25
HOOFSTUK 3: RECHTVAARDIGINGSGRONDEN..................................................................27
DEEL IV: DADER...................................................................................29
HOOFDSTUK 1: STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID.............................................29
HOOFDSTUK 2: STRAFBARE DEELNEMING.......................................................................31
HOOFDSTUK 3: DOORWERKING VAN VERZWARENDE BESTANDDELEN EN VERZWARENDE
FACTOREN............................................................................................................... 33
HOOFDSTUK 4: SCHULD............................................................................................. 33
DEEL V: STRAF.....................................................................................36
HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALING................................................................................ 36
HOOFDSTUK 2: DE STRAFFEN...................................................................................... 37
HOOFDSTUK 3: STRAFTOEMETING................................................................................ 45
HOOFDSTUK 4: VERVAL OF TENIETGAAN VAN DE STRAF....................................................50
DEEL VI: BURGERRECHTELIJKE BEPALINGEN EN BEVEILIGINGSMAATREGELEN............52
HOOFDSTUK 1: BURGERRECHTELIJKE BEPALINGEN...........................................................52
HOOFDSTUK 2: BEVEILIGINGSMAATREGELEN...................................................................53
DEEL VII: UITVOERING VAN STRAFFEN EN MAATREGELEN..................................55
HOOFDSTUK 1: UITVOERING VAN DE VRIJHEIDSBENEMENDE STRAFFEN.................................56
HOOFDSTUK 2: UITVOERING VAN DE VRIJHEIDSBEPERKENDE STRAFFEN................................57
HOOFDSTUK 3: UITVOERING VAN DE VERMOGENSSTRAFFEN...............................................58
HOOFDSTUK 4: UITVOERING VAN DE SPECIFIEKE STRAFFEN TOEPASSELIJK OP RECHTSPERSONEN
............................................................................................................................. 59
HOOFDSTUK 5: UITVOERING VAN ANDERE STRAFFEN........................................................59
HOOFDSTUK 6: UITVOERING VAN OPSCHORTING EN UITSTEL..............................................59
HOOFDSTUK 7: UITVOERING VAN BEVEILIGINGSMAATREGELEN............................................60
HOOFDSTUK 8: UITWISSING EN HERSTEL IN EER EN RECHTEN............................................61
CASUSLES...........................................................................................62
CASUS 1................................................................................................................. 62
1
,2024-2025 Elisa Drubbel
Deel I: Strafrecht
Hoofdstuk 1: Juridische situering
1 Een begripsomschrijving
Verschillende termen
1. Wat is strafrecht? Recht van misdrijf (wat mag er niet)
2. Is hoe dan ook meer: dader (minderjarigen, GS)
3. Welke straffen zijn er (geldboete, gevangenisstraf)
4. Als je straft, hoe doe je dat? Welke voorwaarden
5. Over de procedure, hoe gaan we organiseren? Welke rechtbanken?
Regels van recht over…
Wat is een misdrijf, welke gedragingen zijn misdrijven, welke onderdelen zitten er in een
misdrijf, wat stellen we strafbaar.
Wie is de dader, wie draagt verantwoordelijkheid.
Welke straffen bestaan er, welke straf op welk misdrijf.
Onder welke voorwaarden straffen worden opgelegd en uitgevoerd, hoe kan de rechter
kiezen welke straf.
Hoe organiseren we het, welke rechtbanken zijn bevoegd om te oordelen.
Misdrijven en straf in de wet bepaald
Misdrijf: dat wat de wet zegt dat een misdrijf is, gedragingen die we niet willen, die niet
zouden mogen gebeuren, dingen die zo erg zijn dat we vinden dat als mensen het toch
doen we vinden dat er een straf moet gegeven worden, een leed. Afwijkingen van een
norm. Wat een misdrijf is, verschilt in tijd en ruimte, wat vroeger niet aanvaardbaar was,
nu wel en dingen die vroeger aanvaard werden nu niet meer (euthanasie, foltering).
Verschillen tussen landen, niet universeel, misdrijven zijn niet overal gelijk, het zijn
keuzes. Steeds nieuwe wetten, veel meer dan vroeger, veel dingen worden strafbaar
gesteld, veel ter weinig nagedacht of dat wel moet.
Dader: wie is de dader, wie kan strafrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld (dieren,
kinderen en gs niet), wel andere natuurlijke personen en rechtspersonen. Wie een misdrijf
heeft gepleegd is een dader.
Straf: dat wat de wetgever zegt wat een straf is, voor elk misdrijf is een specifieke straf
voorzien. Beveiligingsmaatregelen: het is mogelijk dat op een misdrijf op een andere
manier gereageerd wordt dan met een straf. Het idee: we kunnen niet straffen, maar er is
wel een gevaarlijke situatie gecreëerd dus beveiligingsmaatregel om het gevaar te
minimaliseren of weg te werken (internering bij gs, want gevaar, maar geen
strafrechtelijke verantwoordelijkheid) zit buiten het strafrecht, er is wel een misdrijf, maar
geen straf en een straf is belangrijk om van strafrecht te kunnen spreken
Procedureregels: hoe het strafrecht wordt toegepast, hoe de bevoegde instanties
oordelen
2 Strafrecht als publiek recht
Privaatrecht: recht tussen personen (contracten, buitenctt schade) op initiatief van de
burger (ik wil de schade die ik heb geleden vergoed zien) de overheid trekt zich daar
weinig van aan (voorziet enkel de rechtbanken en rechters)
<-> publiekrecht: tussen personen en de overheid of overheden onderling (wat de
overheid ons geeft aan recht, een verplichting van de overheid tot naleven van de
gekregen rechten) de straf komt van de overheid (recht om te straffen, burgers kunnen
geen straffen opleggen) regels van OO: je kan onderling niet afspreken om de regels niet
te volgen. Toestemming van het slachtoffer is geen rechtvaardigingsgrond (vragen bij sm
is het strafbaar, toestemming is niet voldoende dus je kan niet zeggen ‘het is geen
misdrijf voor mij’)
Slachtoffers: geen bevoegdheid om te kiezen of iets al dan niet een misdrijf is en niet de
bevoegdheid om te straffen, ze moeten via de overheid een straf eisen. Heeft weinig tot
niets te maken met de straf, ook geen recht op. Je kan wel aan de rechter dingen vragen
‘ik wil niet dat hij naast mij komt wonen’, maar niet ‘hij gaat niet naast mij wonen’. Een
2
,2024-2025 Elisa Drubbel
misdrijf blijft bestaan ook als er geen klacht is. (Vroeger wel) kan zich ook burgerlijke
partij stellen om een schadevergoeding te krijgen
3 Materieel en formeel recht
Materieel strafrecht: wat wij gaan doen (eerste 4 puntjes van definitie)
Formeel strafrecht: procedureregels, strafvordering, strafprocesrecht (5e puntje van
definitie)
Strafuitvoeringsrecht: heeft materieelrechtelijke componenten en formeelrechtelijke
componenten dus geen aparte tak
4 Nationaal en internationaal strafrecht
4.1 Nationaal strafrecht
Heel erg verbonden met de staat, met de soevereiniteit van de staat. Dit vinden wij
belangrijk als staat om deze dingen op deze manier strafbaar te stellen. Heel nationaal
bepaald, Belgisch strafrecht. We zien het strafrecht dat geldt in België.
Strafrecht niet alleen gemaakt door federaal parlement, maar door de
staatshervormingen ook gemaakt door de gewesten en de gemeenschappen. Ze hebben
bevoegdheden die enkel aan hen toekomen en niet aan de federale staat binnen de
bevoegdheden kunnen ze strafrecht maken
Vb. Vlaamse gewest: bevoegd voor milieu, ook voor te bepalen welke zaken m.b.t.
milieuvervuiling strafbaar zijn
Ook andere vormen van parlementen zoals bijvoorbeeld de gemeenteraad ze hebben
ook bepaalde bevoegdheden zoals openbare veiligheid op eigen grondgebied dus ze
kunnen daar ook misdrijven aan vasthangen. Gemeentelijk strafrecht
Vb. Op zondag namiddag mag je je gras niet afmaaien
Ook provinciaal strafrecht
Gaat heel ver, Belgische rechters kunnen enkel de Belgische strafwet toepassen, waar
het misdrijf ook gebeurd is.
4.2 Internationaal strafrecht
Er is wel wat internationaal strafrecht, maar eigenlijk niet zo veel.
Er is wat recht, maar het is nationaal recht dat een internationale achtergrond heeft.
Internationale organisaties dei zich bezighouden met strafrecht, ze willen landen op
dezelfde manier aanpakken (VN or EU) Verdragen en afspraken tussen laden om
bepaalde feiten strafbaar te maken geen internationaal recht, want er staat dat je je
nationaal recht zo moet aanpassen, maar het is uiteindelijk wel nationaal
Wat wel internationaal is, zijn internationale tribunalen die eigen gedragingen strafbaar
stellen (bv. oorlogsmisdrijven, genocide, misdaden tegen de mensheid) echt
internationaal strafrecht, maar andere tak
Rechtsmachtrecht: staten kunnen beslissen om het toepassingsbereik van hun strafrecht
uit te breiden tot buiten het grondgebied. Ook in het buitenland gaan we onze Belgische
strafwet van toepassing maken, is Belgisch recht, België beslis het bereik. Belangrijke
vraag en mogelijke conflicten voor buitenland, ‘waar moeit gij u mee’
5 Algemeen en bijzonder strafrecht
5.1 Algemeen en bijzonder
We gaan ons niet bezighouden met de studie van specifieke misdrijven (bijzonder), enkel
met welke voorwaarden misdrijven zijn, welke dader, welke straffen en oplegging en
uitvoering (algemeen)
5.2 Algemeen strafrecht
Boek I van het strafrecht: algemene regels van het strafrecht (78 art)
Complementaire wetten: wetten die tot stand gekomen zijn na het strafwetboek van
1967, die voegen iets toe aan het algemeen strafrecht, maar niet invoegen want een
beetje en andere visie we zetten het ernaast.
Vb. In Sw. van 1867 niets over internering (tot dan: mensen met GS niet gestraft dus
enige mogelijkheid was vrijspraak, dan internering ingevoerd zegt iets anders, doet
iets meer dan Sw. dus is gereld in aparte wet: interneringswet)
3
,2024-2025 Elisa Drubbel
Vb. Probatie, op een gegeven moment beslist dat het nuttig kon zijn bij oplegging van de
straf dat deze niet effectief moest worden uitgevoerd, maar dat die wordt uitgesteld
onder voorwaarden (helft zitten en de rest voorwaardelijk) idee dat ontstaan is na het
strafwetboek dus in bijzondere wet (probatiewet)
Probatie staat wel in nieuw strafwetboek, dus niet meer in een complementaire wet. Voor
internering heeft men dat er niet ingezet, die is nog steeds apart
5.3 Bijzonder strafrecht
Boek 2: lijst van misdrijven (voorbeelden in de les, maar bij toepassing van boek I) laatste
tijd heel veel toegenomen
5.4 Toepassingen van het algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht
Het algemeen strafrecht is van toepassing op het bijzonder strafrecht. De logica is dat de
regels uit boek I over vb. poging van toepassing zijn op de misdrijven uit boek 2
Soms zegt boek 2 dat het niet zo is, ‘voor dit misdrijf is het anders’, dit kan.
Bijzonder strafrecht; Boek 2 (belangrijkste wetten, maar kan je vragen bij stellen want bv.
drugwetten zijn heel veel gebruikt) + bijzondere strafwetten (drugswet, wapenwet, …)
Boek I is ook van toepassing op de bijzondere wetten, tenzij er in de bijzondere wet zelf
specifiek staat dat er wordt afgeweken
Hoe zit het met decreten en ordonnanties? Ja, boek I is van toepassing, maar ook daar
kunnen de gemeenschappen en gewesten beslissen dat ze ervan afwijken, maar ze
moeten het opnieuw specifiek vermelden. We willen geen apart Vlaams, Waals
strafwetboek, dus geen nieuwe ‘regels’, dus enkel mogelijk als er eensluidend advies is
op federaal niveau
OUDE STRAFRECHT NIET KENNEN
Hoofdstuk 2: Functies en achtergronden
1 Strafrecht als mensenwerk in een context
Strafrecht is niet zomaar een gegeven dat iemand plots op een bepaald moment heeft
uitgevonden.
Een systeem om te bestraffen gaat heel ver terug en heeft evolutionaire wortels.
Strafrecht is een gevolg van bepaalde keuzes die gemaakt zijn, het is op een bepaalde
manier verdeeld. Het is een weerspiegeling van de machtsverhouding en politiek en dus
nooit neutraal.
2 Een sociale constructie met diepe wortels
2.1 Straffen is geen exclusief menselijk gedrag
Poetsvis verhaaltje als de poetsvis de gastvis bijt, dan gaat een andere poetsvis de
bijtende poetsvis ‘straffen’ omdat hij bijt en de gastvis, dus ook de straffende poetsvis
zijn eten, niet terugkomt
De regels naleven zit in het DNA van de poetsvis zodat er nog gastvissen zouden
komen dus er is een systeem van interne handhaving
2.2 Wortels van het strafrecht
Er is op een of andere manier nood geweest aan bestraffing van overtredingen, de nood,
de functie van een straf in de gemeenschap. Er ontstonden complexe emoties zoals
schaamte en schuld waardoor ook complexere handhaving mogelijk was.
Religie liet toe om emoties te reguleren en uit te groeien tot instrumenten om de
solidariteit te bevorderen
Jager-voedselverzamelaars: egalitaire gemeenschap: groepen van mensen waar ze met
elkaar omgaan als gelijken, geen leider, maar iedereen heeft wel een rol om te overleven.
Onderling wil je niet te veel ruzie maken en er is een systeem om conflicten op te lossen,
om je groep te ordenen. Het doel is samenleven in die kleine groep te kunnen
garanderen.
Een van de meest primitieve bestraffingen is wraak (talio recht). Als je dat ongebreideld
toelaat, escaleert het tot geweld en zorgt het ervoor dat je groep/maatschappij
uiteenvalt. Heel wat studies verbinden religie direct met straffen. (Offeren van mensen
als zogezegde bestraffing van iemand)
Landbouwers: meer op een plek, grotere groepen hebben nog meer nood om ervoor te
zorgen dat ze niet altijd met elkaar in ruzie liggen. Hun strafrecht is zoals bij ons
4
,2024-2025 Elisa Drubbel
opgedeeld in materieel en formeel strafrecht en er ontstonden vormen van rechtsbanken.
Het strafrecht werd ook meer en meer schriftelijk vastgelegd.
Ze hebben elkaar nodig, ze kunnen elkaars vijand niet zijn, ze moeten samenleven
zonder dat ze elkaar afmaken.
Er komen steeds meer lijsten met verboden gedragingen en regels over hoe erop moet
gereageerd worden. Ook komt er een ‘staat’ of ‘overheid’ die het regels, waardoor het
steeds minder een individuele aangelegenheid is waarbij de mensen zelf moeten straffen
zoals bij het talio-recht.
2.3 Strafrecht als beperking van intern geweld
Functie, mensen straffen (mensen mogen pijn doen), maar de primaire functie is het
regelen van geweld. Talio-recht was toegestaan, hetzelfde, maar niet meer. Begrenzend,
hetzelfde geweld maar niet meer, stop hier.
Beginselen van klassieke strafrecht:
Legaliteit (= geen misdrijf en geen straf behalve als de wet het zegt) wat wijst op
afbakening. Strafrecht is wat de wet zegt, maar niet meer.
Proportionaliteit (= straffen in verhouding tot de ernst van het misdrijf)
Subsidiariteit (=enkel straffen als het niet anders kan)
2.4 Strafrecht als toelating
Niet alleen de begrenzing, maar ook een toelating: een toelating die genomen wordt door
een overheid of een staat. Strafrecht is het publiekrecht, de overheid die het gebruikt om
geweld uit te oefenen tegenover het volk/misdadigers.
In eerste instantie was dat nodig om de bloedwraak en vergelding van slachtoffers en
families in te perken, maar na verdere ontwikkeling werd strafrecht voorbehouden aan de
overheid. Deze heeft een monopolie op geweld en strafrecht is dus een instrument om
aan gedragsbeheersing te doen.
2.5 Instrumentaliteit en rechtsbescherming
Instrumentaliteit: Als de overheid, de staat het zich kan veroorloven om sterker te zijn en
het strafrecht te gebruiken als een instrument om macht te tonen en om een beleid af te
dwingen. Bij gecentraliseerd beleid, bij een persoon of bij een groep machthebbers.
Overtreding is een gebrek aan respect voor het gezag. Veel geweldsuitoefening en zware
straffen gaan hiermee gepaard.
Rechtsbescherming: strafrecht kan dienen als een dam tegen de overheid die zich te veel
wil bemoeien met wat de burgers doen. Er is een lijst met bepalingen wat de burgers niet
mogen doen, wat niet op de lijst staat mag wel. Op bepaalde momenten wordt er
strafrecht gemaakt tegen de overheid. Vaak waar er weinig sprake is van
machtsconcentratie, straffen heeft minder als functie gedragsbeheersing. Belang en
impact van verbodsregels neemt af en bestraffing wordt moeilijker. Straffen worden
minder hard en zelden publiek uitgevoerd.
3 Strafrechtsgeschiedenis en -theorie
3.1 Feiten, bronnen en theorieën
Strafrecht verandert in tijd en ruimte, voornamelijk een tijdreis. Visies op strafrecht
veranderen in tijd en ruimte en het verschil kan gigantisch groot zijn naargelang politieke
en sociale gebeurtenissen. Het is een soort spiegel van de machtsverhoudingen.
3.2 Van wraakrecht naar publiek strafrecht (11e eeuw – 15e eeuw)
Sluit een beetje aan bij hoe diep het wraakrecht geworteld zit in het mens zijn. Het
belang van de inperking van wraak. Dat heeft ertoe geleid dat het wraakrecht is
geëvolueerd naar meer, naar publiek recht. Er zijn vandaag nog rechtssystemen waar het
wraakrecht nog een belangrijke rol speelt (bepaalde delen in Albanië). Ook de eer van de
familie, vetes zitten diepgeworteld in vele culturen.
Wraakrecht is een private aangelegenheid, het is vaak families die worden toegelaten om
wraak te nemen op elkaar als er een familielid slachtoffer is geworden van een misdrijf.
Dit leidt tot ontregeling van groepen dus was er nood in een samenleving die zich verder
ontwikkelde om het aan banden te leggen.
In het begin: niet te veel wraak, enkel waar het mag en evenveel
5
, 2024-2025 Elisa Drubbel
Later: we gaan er zelf tussenkomen (graven en hertdogen) en een overeenkomst te
proberen bereiken. Dat ging dan vaak door middel van betaling, afkoping (= bloedgeld:
schadevergoeding + later vredegeld: ‘boete’). ‘Probeer dit op te lossen’
De overheid die zegt ‘jullie hebben elkaar pijn gedaan, maar je moet mij betalen’
Publiekrecht
Meer en meer komt er een publiek i.p.v. een volledig privaat strafrecht, de plaatselijke
overheden worden steeds machtiger en trekken de afhandeling naar zich toe.
6