Alles wat er in het zwart geschreven is, is alles wat er op de powerpoints stonden. Het paarse gedeelte is voor verduidelijking en bevat leerstof van zowel het boek, als notities die ik heb genomen tijdens de les.
Recht = Geheel van gedragsregels die strekken tot het ordenen van samenleven van
mensen en die kunnen worden afgedwongen door de overheid.
Summa divisio:
- Publiek recht
- Regelt de staatsgezag, algemeen belang
- Regelt
- Werking van de overheid
- Verhouding tussen de overheden
- Verhouding tussen de overheid en de burger
- Privaatrecht
- Regelt de onderlinge verhouding tussen burgers onderling (en tussen de
burger en de overheid indien de overheid niet als overheid handelt)
- Onderscheid tussen
- Materieel privaatrecht (inhoudelijke rechtsregels)
- Gerechtelijk privaatrecht (procesrecht)
Onderdelen van materieel privaatrecht
- Burgerlijke recht (civiel recht)
- Regelt de verhoudingen tussen burgers onderling in het algemeen
- ‘Gemeen’ privaatrecht - “default regime”
- Bijzonder privaatrecht (deels gemengde rechtstakken)
- Regelt de verhoudingen tussen burgers in bijzondere relaties
- Ondernemingsrecht -> ook verzekerings- en vennootschapsrecht
- Sociaal recht -> arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht
- Economische recht -> economische verhoudingen op de markt
Opzet opleidingsonderdeel: hoofdzakelijk burgerlijk recht dus gemeen privaatrecht
- Relevantie:
1/ in het algemeen van toepassing indien er geen bijzondere regimes gelden
2/ zelfs van toepassing in bijzondere regimes indien die bijzondere regimes
voor bepaalde aspecten geen bijzondere regels voorzien = gemeenrechtelijke
werking
Bronnen van burgerlijke recht
- “Wetgeving”
- OBN - (N)BW
- Bijzondere wetgeving
- regionalisering - internationale en supranationale verdragen -> decreten en
ordonnanties
- Andere bronnen van burgerlijke recht
- Algemene rechtsbeginselen
- Gewoonte
- Rechtspraak en rechtsleer
1
,Aliya Isakova
SItuering van het privaatrecht
Onderverdeling gemeen privaatrecht
- Personen- en familierecht
- Niet-patrimoniale (of niet in geld waardeerbare) aspecten en elementen van
de persoon of de familie
- “Personenrecht”: niet patrimoniale elementen inherent aan de persoon -> Bv.
bekwaamheid, naam en nationaliteit
- “Familierecht”: niet-patrimoniale elementen van de familie
- Verticaal: in opgaande en neergaande lijn -> Bv. adoptie, afstamming,
ouderlijk gezag
- Horizontaal: tussen partners -> huwelijk, wettelijk samenwonen,
feitelijk samenwonen
- Vermogensrecht
- Regelt de vermogensrechtelijke rechtsverhoudingen
- Valt uiteen in
- Goederenrecht: patrimoniale verhouding tussen een persoon en een
goed -> zakelijke rechten die een persoon heeft op goederen Bv.
eigendom, vruchtgebruik of erfdienstbaarheid => Wat mag ik doen met
dit eigendom?
- Verbintenissenrecht: patrimoniale verhoudingen tussen personen
(schuldeiser en schuldenaar) -> kunnen ontstaan uit een contract Bv.
huurcontract of uit een wet Bv. quasi-contract of
aansprakelijkheidsrecht: als een hond mij bijt, kan ik in principe
schadevergoeding krijgen
- Overeenkomstenrecht: patrimoniale gevolgen van een overeenkomst
- Familiaal vermogensrecht
- Slaat brug tussen P&F en vermogensrecht
- Regelt de vermogensrechtelijke gevolgen van het P&F recht
- Vermogensrechtelijke gevolgen van de relatie -> Bv. Welke
echtgenoot is eigenaar van welke goederen? en
huwelijksvermogensrecht
- Vermogensrechtelijke gevolgen van het overlijden -> erfrecht
Kenmerken van het privaatrecht
- Burgerlijke Wetboek 1804 = "Code Napoléon”
- doordrongen van het gedachtengoed van de Franse Revolutie -> uniforme
codificatie van het Franse recht
- Code Napoléon invloed OBW -> door de loop van jaren veel wijzigingen en
aanvullingen (vooral familierecht + f.vermogensrecht = groei gelijkheid) -> OBW
onherkenbaar -> hervorming => Nieuwe Burgerlijke Wetboek
- Van Ancien Régime naar Code Napoléon: van economisch immobilisme naar
economisch liberalisme
- Autonomie en zelfbeschikkingsrecht (vrijheid)
- Voor iedereen (gelijkheid)
- Eigendom (premisse voor vrijheid en gelijkheid)
2
,Aliya Isakova
⇔ autonome en vrije burger, die vrij kan handelen naar zijn eigen inzichten op basis van een
principieel zelfbeschikkingsrecht en beschikt over een individueel eigendomsrecht
- Grote principes uit het burgerlijk recht
- Artikel 544 OBW / art. 3.50 BW: (individuele) eigendomsrecht
- Artikel 1134 OBW / art. 5.14 BW: contractvrijheid
- Artikel 1382 OBW/ art. 6.5 BW: foutaansprakelijkheid
- Burgerlijke recht is in de regel van aanvullend recht
- van toepassing indien en in de mate dat er geen andersluidende regeling is
getroffen Bv. wettelijk huwelijksvermogensstelsel - art. 2.3.1 en 2.3.12 BW
- Burgerlijke wetboek: sedert 1804 geëvolueerd
1/ Vermaatschappelijking van het privaatrecht
- Waarom? -> toenemende sociaal-economische ordening van de
maatschappij (o.m. technologische ontwikkelingen)
- Techniek:
- Voornamelijk dwingend recht vanuit solidarisering -> om de
zwakkere partijen te helpen
- opgelet: tweede reden van dwingend recht:
europeanisering - infra -> vb. consumentenrecht
- Toepassingen:
- wilsleer en vermaatschappelijking wilsleer door
vertrouwensleer
- relativiteit van de rechtshandeling en
vermaatschappelijking door tegenwerpelijkheid
2/ Meergelaagdheid
- enerzijds europeanisering en internationalisering
- anderzijds regionalisering en versnippering -> Bv. verschillende regels
Wallonië en Vlaanderen
3/ Constitutionalisering: invloed van grondrechten op het privaatrecht
- Wat? -> Bv. grondwet van gelijkheid en niet discriminatie => durven
vragen of een wet wel echt goed is? “bad law”
- Voorbeelden?
- Toekomst van het BW?
- Aftuigen? - versnippering?
- Heropbouw? - hercodificatie? -> doel: BW zijn plek in het privaatrecht
teruggeven
Basisconcepten privaatrecht
Wat is een rechtssubject?
- De spelers/actoren in het burgerlijke recht: degene voor wie burgerlijk recht geldt
- Rechtssubject (of "(rechts)persoon") =
- de mogelijke drager van rechten en verplichtingen
- diegene aan wie het objectieve recht rechten en verplichtingen toekent
3
,Aliya Isakova
Wie is een rechtssubject?
- Twee soorten rechtssubjecten
- Natuurlijke persoon
- Rechtspersoon (sensu stricto)
- Natuurlijke persoon
- elke mens GEEN dier, plant, voorwerp, etc.
- Scheiding persoon - voorwerp onder druk
- vb. dieren - art. 3.39 BW -> genieten van bepaalde bescherming,
maar geen verplichtingen -> symbool bepaling: dier als gevoeligheid
en biologische noden heeft
- vb. internationaal
- Whanganui (rivier in Nieuw-Zeeland) erkend als rechtspersoon
- Mar Menor (lagune in SPanje) erkend als rechtspersoon
- ⇔ Juridische erkenning van natuur als rechtspersoon
- Persoon = mogelijke drager van rechten en plichten -> dus ook voor wie de
rechtsnorm gevolgen teweegbrengt
- Zowel niet-vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen
- Alle vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen = “vermogen”
- Vermogen = “juridisch geheel van vermogensrechtelijke (of: in geld waardeerbare, of
patrimoniale) rechten (activa) en verplichtingen (passief)
- Samenstelling vermogen : “Jan, de advocaat”
- Vermogen - actief
- goederen (huis, wagen, inboedel, boeken, pc’s, bankrekeningen, etc.)
- Vorderingen op cliënten -> openstaande betaling van een cliënt
tegenover jou
- Vorderingen op bv. huurder
- Vermogen - passief
- Lening voor aanschaf woning
- Verplichtingen tegenover leverancier (bv. voor aankoop nieuwe pc’s)
- Verplichtingen tegenover bv. huurder
- Vermogen=
- Juridisch geheel (art. 3.35 lid 1 BW) <-> feitelijk geheel
- Juridisch geheel: in rechte als geheel erkend
- Feitelijk geheel: niet in rechte als geheel erkend -> Bv. een bibliotheek
wordt gezien als een hoop APARTE boeken NIET als geheel
- Van vermogensrechtelijke rechten en plichten
- actief en passief
- Vermogen kan dus deficitair (negatief) zijn: vermogen ≠ rijkdom!
- Vermogen = juridisch algemeenheid
- Gevolg: vermogen is dynamisch; fluctueert permanent -> Bv. een broodje
kopen of wanneer je loon wordt gestort => kan in voor-of nadeel zijn van de
schuldeiser
- Opgelet:
- Bepaalde goederen hebben bepaalde functie
4
, Aliya Isakova
- Zakelijke subrogatie (zaakvervanging) indien die goederen uit het
vermogen verdwijnen -> hebben goederen een bepaalde bestemming,
dan nemen de vervangende goederen, onder voorwaarden die
bestemming in het vermogen over
- Bv. art. 3:10 (vroeger art 10 Hyp.W.)
- Hypotheek tot zekerheid van een schuld -> Je wilt een lening
aangaan die je maandelijks terugbetaald -> bank vraagt om
een zekerheid te geven, hypotheek geven -> woning zal
verkocht worden om door de winst schulden uit te betalen ->
woning als onderpand = woning heeft als functie tot zekerheid
te dienen tot terugbetaling van de lening
-> in geval van brand => vergoeding => bank neemt de
vergoeding om de schuld uit te betalen
Vermogensleer: verbinding tussen persoon en vermogen
1/ Elke persoon heeft een vermogen
2/ Alleen een persoon heeft een vermogen
3/ Zolang de persoon bestaat, heeft hij een vermogen
4/ Elke persoon heeft (in beginsel) slechts één vermogen
Wat is een rechtssubject
Ad 1/ 2/:
- Als:
- Persoon: mogelijke drager van rechten en plichten
- Vermogen: geheel van vermogensrechtelijke rechten en plichten
- Dan logischerwijs:
- Elk persoon heeft vermogen (1)
- Alleen een persoon heeft een vermogen (2)
⇔ ook al ben je in schulden heb je een vermogen -> negatief/ deficitair vermogen
Ad 3/ zolang de persoon bestaat, heeft hij een vermogen
- Onoverdraagbaar van het vermogen
- MAAR: overdraagbaarheid van de bestanddelen van het vermogen
- Bij overlijden gaat vermogen over één of meer andere levende personen ->
algemene overdracht enkel mogelijk bij overlijden
- Vermogen overledene blijft dus bestaan, maar gaat op in vermogen van
andere perso(o)n(en)
Ad 4/ Elk persoon heeft in beginsel slechts één vermogen
- Ondeelbaarheid van het vermogen
- Logisch, persoon is ondeelbaar, dus vermogen is dat ook
- Art. 3:35 en 3:36 BW: schuldenaar staat met zijn volledige vermogen in voor de
schulden; integrale vermogen is het onderpand van de schuldenaar -> betaald
schuldenaar niet?, kan de schuldeiser uitwinnen op de totaliteit van de vermogen van
de schuldenaar
- UItzondering: onbeslagbare goederen, art. 1408 Ger.W.: gezinswoning
zelfstandige (onder voorwaarden) -> goederen die niet in beslag kunnen
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aliyaisakova. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.