In dit document vind je oefenvragen van de theorie van het 1ste semester.
Dit document bestaat uit 250 vragen. 50 vragen per onderdeel.
Omdat het examen uit meerkeuzevragen bestaat, zijn de vragen ook zo opgebouwd.
Het enige onderdeel dat hier niet in voorkomt is ademhalingsstelsel samen met mor...
1. Wat is anatomie?
A) De studie van functies van het lichaam
B) De studie van de bouw van het lichaam
C) De studie van ziekten
D) De studie van lichaamsbewegingen
Correct antwoord: B
2. Wat is fysiologie?
A) De studie van functies van het lichaam
B) De studie van het immuunsysteem
C) De studie van de bouw van het lichaam
D) De studie van celdeling
Correct antwoord: A
3. Wat is functionele anatomie?
A) Het bestuderen van de buitenkant van het lichaam
B) Het koppelen van bouw en functie van lichaamsdelen
C) Het onderzoeken van celstructuren
D) Het analyseren van bloedwaarden
Correct antwoord: B
4. Welke onderzoeksmethode gebruikt röntgenstraling?
A) Palpatie
B) Echografie
C) RX-scan
D) Auscultatie
Correct antwoord: C
5. Wat is een belangrijk nadeel van ioniserende straling?
A) Het beschadigt DNA en kan tumoren veroorzaken
B) Het heeft geen effect op zachte weefsels
C) Het werkt niet goed bij snel delende cellen
D) Het veroorzaakt geen bijwerkingen
Correct antwoord: A
6. Wat betekent "radio-opaak"?
A) Zwart op een röntgenfoto
, B) Wit op een röntgenfoto
C) Doorlatend voor straling
D) Afbeelding met zachte weefsels
Correct antwoord: B
7. Wat doet een MRI-scan?
A) Het gebruikt röntgenstralen om botten te visualiseren
B) Het gebruikt magnetische velden en radiogolven om weefsels af te
beelden
C) Het analyseert bloeddrukwaarden
D) Het bekijkt lichaamsholten met een camera
Correct antwoord: B
8. Welke structuur reguleert het transport van stoffen in en uit de
cel?
A) Cytosol
B) Celkern
C) Celmembraan
D) Ribosomen
Correct antwoord: C
9. Wat is diffusie?
A) Transport van water door een semipermeabel membraan
B) Transport van stoffen van een hoge naar een lage concentratie
C) Actief transport met energieverbruik
D) Transport door enzymatische pompen
Correct antwoord: B
10. Wat is osmose?
A) Passief transport van gassen
B) Actief transport van eiwitten
C) Diffusie van water via een semipermeabel membraan
D) Transport van voedingsstoffen in de bloedbaan
Correct antwoord: C
11. Wat is een functie van mitochondriën?
A) Het regelen van de celcyclus
B) Energieproductie via ATP
, C) Opslag van genetisch materiaal
D) Synthese van eiwitten
Correct antwoord: B
12. Wat gebeurt er bij aerobe dissimilatie?
A) Verbranding van glucose zonder zuurstof
B) Verbranding van glucose met zuurstof voor energie
C) Afbraak van vetzuren zonder afvalstoffen
D) Productie van zuurstof door enzymen
Correct antwoord: B
13. Welke functie heeft het endoplasmatisch reticulum (ER)?
A) Energieproductie
B) Transport van stoffen binnen de cel
C) Vertering van afvalstoffen
D) Opslag van genetisch materiaal
Correct antwoord: B
14. Wat is een triplet in DNA?
A) Drie moleculen waterstof
B) Drie basen die coderen voor een aminozuur
C) Drie genen in een chromosoom
D) Drie ribosomen in een cel
Correct antwoord: B
15. Welke fase komt eerst in de levenscyclus van een cel?
A) Functionele fase
B) Groeifase
C) Delingsfase
D) Differentiatie
Correct antwoord: B
16. Wat is een kenmerk van passief transport?
A) Het vereist energie van de cel.
B) Het volgt een concentratiegradiënt.
C) Het verbruikt ATP bij elke stap.
D) Het is alleen mogelijk via enzymen.
Correct antwoord: B
, 17. Wat is het doel van blaasjestransport?
A) Het verplaatsen van grote moleculen via het celmembraan
B) Het afbreken van celonderdelen
C) Het vormen van nieuwe cellen
D) Het reguleren van eiwitsynthese
Correct antwoord: A
18. Wat doet een lysosoom?
A) Zorgt voor energieproductie
B) Verzorgt intracellulaire vertering
C) Slaat voedingsstoffen op
D) Produceert DNA
Correct antwoord: B
19. Waar worden ribosomen gevonden?
A) In de celkern
B) Los in het cytoplasma of vast aan het RER
C) In het golgi-complex
D) In het mitochondrium
Correct antwoord: B
20. Wat gebeurt er in het golgi-complex?
A) Opslag van ATP
B) Productie van DNA
C) Nabewerking en transport van eiwitten
D) Synthese van lipiden
Correct antwoord: C
21. Wat is een functie van de celkern?
A) Productie van energie
B) Regelen van stofwisselingsactiviteiten
C) Afbraak van voedingsstoffen
D) Synthese van enzymen
Correct antwoord: B
22. Wat is een co-enzym?
A) Een eiwit dat een enzym ondersteunt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ennadhooghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.