Wat is ethiek?
De ethische vraagstelling draait om wat het betekent goed te handelen en hoe
we als mens goed kunnen leven. Dit zijn fundamentele vragen die ons raken
omdat we mensen zijn. Ethiek, een traditionele discipline binnen de filosofie,
heeft een lange geschiedenis met uiteenlopende visies op het goede handelen.
Ethische reflectie kan vanuit diverse perspectieven plaatsvinden, zoals historisch,
cultureel, sociologisch, antropologisch, en biologisch, elk met specifieke inzichten
over goed handelen. Opvattingen over wat goed is, kunnen variëren afhankelijk
van tijd, samenleving, cultuur, religie, geografie, leeftijd, en geestelijke
ontwikkeling, en kunnen zelfs conflicteren, zoals blijkt bij thema's als zelfmoord,
abortus, euthanasie, seksualiteit, homoseksualiteit, genetische manipulatie, en
klonen.
Om ethische theorieën te begrijpen, is het belangrijk om terminologische
onderscheidingen en indelingen binnen de ethiek te bespreken. Deze
beschouwingen hebben zelf een ethisch karakter en komen altijd vanuit een
specifiek standpunt. Het reflecteren over ons handelen, doen we vanuit een
individueel standpunt. Ons mens-zijn is bij uitstek getekend door onze
individualiteit die op een bepaalde manier ondeelbaar blijkt te zijn. Reflecteren op
het goede handelen en wat we daarover binnen een theoretisch kader kunnen
ontsluiten, is om die reden steeds en onwillekeurig met onze eigen persoon en
onze eigen inschatting verbonden.
Moraal, moraliteit en ethiek
Ethisch handelen: Bestaat uit éthos en èthos
Éthos: Je doet dingen omdat anderen het ook doen
- = Gewoontevorming
- Geheel van regels en gedragsnormen binnen een bepaalde groep.
- Als mensen/dieren samenkomen ontstaan vanzelf gedragsregels en
patronen die er voor zorgen de overlevingskansen van de groep
bevorderen.
- Bv: impliciete gedragsregels: in een aula praat de professor en luisteren
de studenten
Èthos: handelsbewust zijn
- het karakter of de grondhouding van het menselijke handelen, d.i. de
gezindheid van waaruit het handelen tot stand komt.
- Onderscheid zich van éthos omdat je weet waarom je iets doet i.p.v.
gewoon de kudde te volgen
- Individueel: reflectie, weten: je doet iets en je weet waarom <=> u volgt
bepaalde gedragingen dit heeft niets met uw individualiteit te maken, je
doet wat iedereen doet
- Als je als mens geen èthos hebt verlaag je u tot de wereld van de dieren
- Aristoteles onderscheid twee soorten voortreffelijkheden
- Intellectuele voortreffelijkheid
o Deze vorm van voortreffelijkheid heeft te maken met het intellect en
de geest.
o Het ontstaat en ontwikkelt zich vooral door onderwijs en scholing.
o Om intellectuele voortreffelijkheid te bereiken, heb je ervaring en
tijd nodig.
, - Voortreffelijkheid van karakter:
o Deze vorm van voortreffelijkheid heeft te maken met het karakter en
de moraal van een persoon.
o Het ontstaat niet door natuurlijke aanleg, maar wordt ontwikkeld
door gewoonten en gedrag.
o Dit betekent dat je een goed karakter niet zomaar van nature hebt,
maar dat je eraan moet werken door je gedrag en gewoonten.
Begrippen liggen nauw bij elkaar, maar drukken toch verschil uit in
bespreken van (goede) handelen van mens. In hedendaags taalgebruik
weerspiegelt dat verschil zich in de substantieven moraal, moraliteit en
ethiek.
Handelingsbewustzijn: graad van reflexiviteit
Wij onderscheiden ons van de dieren omdat we ons bewust zijn van ons handelen
en dieren niet reflecteren over hun handelen.
- Dieren denken niet van moet ik het gras aan een ander laten,... ze doen
gewoon. Mensen doen dit wel en daarom noemen we dit handelen. Mensen
vertonen handeling bewustzijn
- Daarom als je je beperkt tot éthos: enkel doen wat andere doen: verlaag je
je tot de wereld van de dieren
- Anders verlies je menselijkheid => wij zijn mens omdat we
handlingsbewustzijn vertonen
o Bv: jonge kinderen slaan elkaar en loopt fout omdat ze nog niet
genoeg handelingsbekwaam zijn: opvoeden handelingsbewustzijn
bijbrengen
o Categorie die nooit handelingsbekwaam zullen zijn (bv
psychopaten): ze verdienen onze zorg hetzij medisch
Moraal: Leunt aan bij éthos
- = geheel van gedragsregels, normen en waarden die binnen een bepaalde
groep of gemeenschap gelden en waaraan leden van die groep zich dienen
te conformeren om als volwaardig lid van die groep te kunnen worden
beschouwd.
- Wordt binnen gemeenschap als vanzelfsprekend ervaren en gegroeid uit
historische gewoontes.
- Bepaalde gedragingen keuren we af (dieren mishandelen, kinderarbeid) en
andere keuren we goed (gelijke behandeling man en vrouw) => iets wat
we als vanzelfsprekend ervaren.
- Omdat er binnen een groep een consensus bestaat omtrent sociaal
gevestigde overtuigingen, is de moraal ook beschrijfbaar en
onderzoekbaar moraalwetenschap: studie naar menselijk gedrag en
morele normering daarvan
- Moraal = bovenpersoonlijk en niet resultaat van individuele reflectie
Mensen groeien op met zeden van hun gemeenschap
- Neemt niet weg dat binnen samenleving ook grondige verschillen kunnen
bestaan m.b.t. de geldigheid en naleving van bepaalde waarden en
normen
Bv religieuze achtergronden kunnen bijdragen aan morele verschillen
tussen bepaalde groepen in samenleving
, - Ethos is veranderlijk: doorheen de tijd kunnen verschuivingen in morele
opvattingen plaatsvinden
Moraliteit: Leunt aan bij èthos
Individu is zelfbewust aan het handelen: Er is slechts sprake van moraliteit
wanneer het individu zich genormeerd weet door de bewuste en reflexieve
omgang met zijn of haar handelingen, en niet langer door een allesoverheersend
ethos waarin een hele gemeenschap zich gesitueerd weet.
Slecht op moraliteitsniveau kunnen we spreken over een ‘geweten’, een
vermeend ‘meeweten’ dat waakt over ons doen en laten: op een of andere
manier zijn we iets te ‘weten’ gekomen en aan dat weten toetsen we de
motieven voor onze handelingen
- Voorbeeld: vegetariërs: zij kiezen om redenen die zij gegrond en relevant
vinden om niet langer vlees te eten, ook al leven zij in een maatschappelijk
bestel waar vleesconsumptie en vleesindustrie diep ingeburgerd zijn.
- Dus obv je eigen overtuigingen maak je beslissingen over je
handelen. Je baseert je dus niet enkel om wat de gemeenschap zegt.
Het spreekt echter vanzelf dat moraal en moraliteit niet los staan van elkaar. Het
ethos van de gemeenschap waarin mensen opgroeien ligt aan de basis voor een
meer gereflecteerde moraliteit. Via het heersende ethos waarbinnen het opgroeit
wordt een individu binnengebracht in de moraliteit: een persoonlijke reflectie op
het handelen en de motieven daartoe.
Ethiek: Nauw verband met moraal en moraliteit
reflectie over moraal en moraliteit en dit op systematische en kritische wijze
= in ethiek worden morele vraagstukken op een wetenschappelijke wijze
benaderd, waarbij in beginsel elke maatschappelijke, religieuze of
levensbeschouwelijke opvatting ter discussie staat. Is methodisch van aard en
neemt afstand van persoonlijke overtuiging omtrent het goede handelen om
tot algemene theorievorming te kunnen komen.
Wanneer mensen globaal dezelfde opvattingen delen omtrent wat gedaan en
gelaten moet worden en ze een modus vivendi bereiken omtrent hoe het leven
ingericht dient te worden, lijkt er geen behoefte aan ethische reflectie. Wanneer
er conflicterende dilemma’s opvattingen zijn van morel dilemma’s (die bv zijn
ontstaan door nieuwe technologische ontwikkelingen of door bredere culturele
verschuivingen (bv migratie)) moet er gedaan worden aan ethische reflecties
(=om conflicterende normen te onderzoeken door de verschillende
argumentaties kritisch met elkaar te vergelijken, op basis van de onderscheiden
visies op mens en maatschappij die ze vertolken.)
- Bv: immigratiegolven creëren een botsing tussen verschillende moralen
- Deze dilemma’s kunnen opduiken door bv nieuwe technologie,
klimatologische veranderingen etc dan nood om conflicterende normen
te onderzoeken en te vergelijken
Einddoel ethische reflecties: op basis van redelijke en voor iedereen
aanvaardbare argumenten, een zo groot mogelijke overeenstemming tot stand te
brengen, gedragen door zoveel mogelijk partners in de discussie
, Ethische theorieën dubbele functie: enerzijds bieden ze oriëntatie voor
toekomstige handelingen, anderzijds vormen ze criteria waaraan eerder gestelde
handelingen kunnen worden afgetoetst.
Op grond van onderscheid tussen moraal en moraliteit kan ethische reflectie 2
vormen aannemen: normatieve ethiek en niet-normatieve ethiek.
Niet normatieve ethiek vs normatieve ethiek
Niet-normatieve ethiek: 2 uiteenvallingen:
- Descriptieve ethiek: tracht de moraal (éthos) van een bepaalde
gemeenschap zoals die zich feitelijk aandient/voordoet te ontleden en
verklaren
- (Wijsgerige) meta-ethiek: tracht de structuur van het morele handelen
van individuen (èthos) te ontleden
Beide richten zich op het begrijpen van ethiek zonder morele oordelen te
vellen over wat juist of fout is.
Normatieve ethiek: formuleert concrete, prescriptieve richtlijnen voor het
goede handelen.
Niet-normatieve ethiek
Descriptieve ethiek
Descriptieve ethiek beschrijft en analyseert de moraal zoals die in de praktijk
wordt toegepast in verschillende samenlevingen en culturen. Deze benadering
is empirisch en maakt gebruik van methoden uit disciplines zoals sociologie,
antropologie, psychologie en geschiedenis. Het doel is om morele
overtuigingen, gedragingen en regels te beschrijven zonder te evalueren of ze
goed of slecht zijn=> functionele evaluatie
- Deze benadering is terug te vinden in verschillende empirische
menswetenschappen die zich toeleggen op onderzoek naar menselijk
gedrag (bv sociologie en psychologie)
- De beschrijvingen binnen deze menswetenschappen worden steeds
aangevuld met een poging tot verheldering van de motieven voor het
betreffende handelen.
Het feitelijk gedrag van een individu of volk wordt verklaard
door deze te kaderen binnen een ruimere context of ze te
verbinden met andere feitelijke en objectief vaststelbare oorzaken
en omstandigheden (politieke situaties, opvoeding, biologische factoren)
- Descriptieve ethiek: belangrijk dat en hoe morele begrippen voorkomen
Neemt verklarend element op dus overstijgt beschrijvend niveau
- Verklarend en evaluatief karakter dus geen normatief karakter! (=
geeft geen directe voorschriften over wat goed of slecht is).
- MAAR het is wel belangrijk voor normatieve ethiek, want: Voor een goede
normatieve reflectie over morele handelingen, moet men begrijpen hoe
menselijke gedragingen en normen tot stand komen en rekening houden
met de historische context van morele regels.
- In gespannen relatie met geloofswaarheden. Ethiek is geen dogmatiek
= ze aanvaardt alleen redelijke en principieel deelbare argumenten als
haar uitgangspunt. Overtuigingen gebaseerd op