Hoe vind ik recht?: Rechtsmethodiek
II. Het objectieve recht
A. Het objectieve en subjectieve recht
1. Het objectieve recht
Het objectieve recht= Het geheel aan rechtsregels dat op een bepaald moment op een
bepaalde plaats van toepassing is.
= statisch gegeven.
Voorbeeld: Het Belgische recht.
Ontleding definitie:
- Een geheel van rechtsregels
® Abstract geformuleerd & met een abstracte draagwijdte. Gevolg:
Van toepassing op gelijkaardige concrete gevallen.
- Regels zijn
® Opgelegd, ontvangen en bekrachtigd door de maatschappij.
- Het doel
® Ordening van de maatschappij.
Hoe?: bieden van rechtszekerheid en waarborgen rechtvaardigheid
- Regels zijn
® Afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag
® Zij worden uitgevoerd en overtredingen worden gesanctioneerd.
2. Het subjectieve recht
Het subjectieve recht= De wijze waarop een rechtsregel werkt.
= dynamisch gegeven.
De juridische gedragsnorm in een rechtsregel heeft een hypothetische structuur.
De norm verbindt aan bepaalde feiten of handelingen bepaalde rechtsgevolgen voor diegenen
tot wie hij zich richt.
Voorbeeld: Art. 1382 BW
Dit artikel bepaalt dat elke daad van de mens, waardoor schade aan een ander wordt
veroorzaakt, degene wiens schuld die schade is ontstaan verplicht is tot de vergoeding ervan.
® Men moet hier nagaan of de feiten beantwoorden aan de hypothese in de norm.
= afvragen welke feiten/ gedragingen aanleiding zullen geven tot een schadevergoeding.
3 elementen uit een rechtsregel:
– Rechtssubject
– Rechtsfeit
– Rechtsgevolgen
, Rechtssubject= Diegene die rechten en plichten kan hebben en voor wie de rechtsregel
gevolgen meebrengt. (Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen)
Rechtsfeit= De natuurlijke gebeurtenissen of menselijke gedragingen.
Rechtsgevolgen= Het ontstaan, wijzigen of uitdoven van subjectieve rechten, rechtsplichten
en de sanctionering ervan bij een overtreding, de wijziging in de rechtstoestand van een
rechtssubject.
® Geeft juridische bekrachtigde bevoegdheden ten aanzien van bepaalde zaken of
aanspraken jegens bepaalde personen.
B. Overzicht van het objectieve recht
1. De opdeling in rechtstakken of rechtsgebieden
= Domeinen van het recht die zich inlaten me de regeling van facetten van het
maatschappelijk leven die ene of meerdere gemeenschappelijke kenmerken delen. Per
rechtstak/ rechtsgebied= gelden eigen regels en beginselen.
Ontstaan:
In 18e-19e eeuw= codificatie per rechtstak of rechtsgebied.
Voorbeeld: Burgerlijk wetboek, strafwetboek, handelsrecht,…
® Ook de structuur van de rechtbanken weerspiegelt deze indeling.
® Wie het recht dat toepasselijk is op zijn of haar situatie wil vinden, al vaak eerst moeten
uitmaken tot welke rechtstak de normen die hij of zij zoekt behoren.
Hoofdonderscheid:
Privaatrecht <> publiekrecht
Privaatrecht= Regelt de verhoudingen tussen de rechtssubjecten onderling in een private
context.
D.w.z. wanneer er geen verband is met de uitoefening van het staatsgezag.
Rechtssubjecten staan op voet van gelijkheid (gelijke wapens)
Soms hebben ze een dwingend karakter (altijd als ze de openbare orde raken) en dan moeten
ze dus worden geëerbiedigd.
Publiekrecht= Beheerst de uitoefening van het staatsgezag.
De organisatie van de (overheids)instellingen, hun werking onderling en tov de
rechtsonderhorigen.
, De klassieke opdeling schematisch:
PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT
Doel Waarborgen van de algemene Dienen van de private
belangen van de belangen van individuen
Staat
Karakter Dwingend recht – Openbare1 Veleer aanvullend of
orde regelend recht (MAAR kan
ook dwingend zijn)
Subjecten De Staat en staatsburgers De staatsburgers onderling
Sanctie Pas geleidelijk aan De staat komt tussen om de
staatstussenkomst in de particuliere geschillen te
geschillenbeslechting. beslechten.
Maar er is kritiek!
– Er is geen scherp onderscheid meer te maken.
® Door het gevolg van de toenemende inmenging in en deelname aan het
maatschappelijke leven door de overheid.
– Tendens om maatschappelijke fenomenen te bestuderen over de grenzen van het
publiek- en privaatrecht heen.
Schematische voorstelling van het Belgisch objectief recht:
PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT
o Grondwettelijk recht o Burgerlijk recht
o Administratief/ bestuursrecht o Handelsrecht
o Strafrecht o Privaatrechtelijk procesrecht
o Strafprocesrecht o Internationaal privaatrecht
o Fiscaal recht
Arbeidsrecht
Socialezekerheidsrecht
Economisch recht
Financieel recht
2. Het publiekrecht
a. Grondwettelijk recht of staatsrecht
Grondwettelijk recht of staatsrecht= Het geheel van de regelen die de inrichting van
staatsmachten, hun onderlinge verhoudingen en de rechtsbescherming van de burgers tov de
Staat beheersen.
® Vindplaats: (Gecoördineerde)2 Grondwet
® Enkele bijzondere meerderheidswetten aangenomen door het federale parlement.
Voorbeeld: Tot hervorming der instellingen // betreffende de financiering van de
gemeenschappen en gewesten.
1
Een wet is van openbare orde als zij de essentiële belangen van de Staat of van de
gemeenschap raakt & in het privaatrecht de juridische grondslagen vastlegt waarop de
economische of morele orde van de maatschappij rust.
2
De grondwet werd in 1831 opgesteld, maar in 1994 gecoördineerd.
, b. Administratief recht of bestuursrecht
Administratief recht of bestuursrecht= Het geheel van regelen die de bestuurlijke
bedrijvigheid beheersen van de organen die noch tot de wetgevende, noch tot de rechterlijke
macht behoren.
= Het regelt de organisatie en de werking van de uitvoerende macht.
Nog een onderscheid binnen het materiële bestuursrecht:
Algemeen bestuursrecht <> bijzonder bestuursrecht
Algemeen bestuursrecht= Bevat de regelen inzake de organisatie en de werking van de
bestuurlijke overheden.
Bijzonder bestuursrecht= De rechtsregels die op specifieke beleidsmateries van toepassing
zijn. Zoals:
- Ruimtelijke ordeningsrecht
- Milieurecht
- Overheidsopdrachtenrecht
- Onteigeningsrecht
- Verblijfsrecht
Bestuurlijk procesrecht
Bestuurlijk procesrecht= de regels die de organisatie en de werking van de
rechtsbescherming tegen de bestuurlijke overheid beheersen.
=> Administratiefrechtelijke regelen zijn verspreid over verschillende wetgevende en
verordenende teksten, als gevolg van de federalisering van België.
Ze zijn op federaal, gewestelijk of gemeenschapsniveau uitgevaardigd.
c. Strafrecht
Materieel strafrecht= Het geheel van regelen die strafbare feiten en handelingen aangeven,
de toepasselijke straffen of maatrelen opsommen waarmee zij worden gesanctioneerd en de
algemene beginselen over de strafbaarheid van feit en dader en de straftoemeting beheersen.
= Wettenrecht, want het legaliteitsbeginsel in art. 14 Gw. Zegt dat geen straf kan worden
ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.
® Vindplaats: Strafwetboek (Boek I: Misdrijven & boek II: Strafbare feiten)
Overtredingen= Strafbaar met een politiestraf, d.i. in beginsel een gevangenisstraf van 1-7
dagen of ene geldboete van 1- 25 euro (x de opdeciemen).
Wanbedrijven= Strafbaar met een correctionele straf, d.i. in beginsel een gevangenisstraf
van 8 dagen – 5 jaar of een geldboete van minstens 26 euro (x de opdeciemen).
Misdaden= Strafbaar met een criminele straf, d.i. in beginsel opsluiting of hechtenis van
minstens 5 jaar of een geldboete van minstens 26 euro (x de opdeciemen).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur uastudent2019. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.