Mens en Samenleving
Wat is sociologie?
• leer en studie van de menselijke samenleving, samenlevingskunde
• de wetenschap die het sociaal handelen bestudeert en de daaruit voortgekomen patronen en
structuren in hun ontstaan, voortbestaan, verandere
Wat zijn de verschillende niveaus van sociale structuren en wat houden ze in?
- Microniveau: sociaal handelen (directe omgan tussen individuen in kleine, informele groepen)(=
individueel): eigen waarden en normen, kwaliteiten, voorkeuren, interesses, sociale achtergrond,
ervaringen, eigen stijl
- Macroniveau: Patronen en structuren (algemeen beleid en cultuur van een samenleving: wetten,
tradities, gebruiken en gewoontes)
(= maatschappelijk): beroepsprofiel, wetten en regels, omgangsvormen, procedures bvb. asiel en
leefloon, mensenrechten
- Daartussen Mesoniveau: omvat grotere en meer formele groeperingen zoals verenigingen en
vakbonden.)(= institutioneel): missie en visie van de organisatie waarbinnen gewerkt wordt, relaties
met partnerorganisaties
Wat is (kans) armoede?
- Een netwerk van sociale uitsluiting
- Hierdoor kunnen mensen niet waardig leven
- Er ontstaat een afstand tot de rest van de samenleving
- De afstand blijft bestaan en wordt versterkt door de samenlevening
1
,- Mensen kunnen deze afstand niet op eigen kracht overbruggen
Wat is het Mattheus- effect?
Is wanneer hulp en voordelen vooral gaan naar mensen die al veel hebben, terwijl de mensen die het echt
nodig hebben, minder krijgen
Geef een paar voorbeelden hiervan
Kinderbijslag: Rijke gezinnen krijgen meer kinderbijslag omdat hun kinderen langer studeren.
Pensioen: Hoger opgeleiden leven langer en genieten dus langer van hun pesioen. Ook sparen zij vaker
voor extra pensioen.
Fiscale aftrekposten: Mensen met belastingen kunnen deze verminderen door aftrekposten zoals
hypotheken, pensioensparen en kinderopvang op te geven. Voor lagere inkomens zijn deze aftrekposten
vaak niet haalbaar.
Subsidies: Subsidies voor energiebesparende investeringen helpen om kosten te verlagen, maar mensen
met lage inkomens kunnen hier vaak geen gebruik van maken vanwege hun financiële situatie.
Wat zijn de 5 Kloven tussen armen en niet-armen?
• Gevoelskloof: gebrek aan eigenwaarde, gevoel van permanente uitsluiting, pogingen om ‘erbij te
horen’ (bv. aanschaffen van dure GSM, mooie auto, merkkledij) worden bekritiseerd/afgestraft door
niet-armen
• Kenniskloof: gebrek aan vertrouwdheid met de ‘cultuur’ van niet-armen (gebruiken, omgangsvormen),
tekort aan basiskennis om probleemloos de weg te kunnen vinden in het gecompliceerde leven
• Vaardigheidskloof: inadequate gedragspatronen, overlevingsstrategieën, tekort aan vaardigheden met
betrekking tot opvoeding, huishouden, financiën, administratie, communicatie
• Structurele kloof (participatiekloof): verhinderd om volwaardig deel te kunnen nemen aan de
samenleving, systematische uitsluiting van maatschappelijke levensdomeinen als huisvesting,
onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling, cultuur
• Positieve-krachtenkloof: grenzeloos solidariteitsgevoel, sterke draagkracht, directheid, gaan
confrontatie niet uit de weg, humor, kunnen overleven in complete chaos en onvoorspelbaarheid
Waarom zijn deze 5 kloven ontstaan?
Er zijn 5 kloven omdat de afstand tussen arm en niet-arm groot en moeilijk te overbruggen is.
Wat is relatieve armoede?
Arm zijn betekent niet mee kunnen met de welvaart om je heen, door inkomensongelijkheid.
• Veroorzaakt door ongelijkheid in inkomens
• Geen auto kunnen veroorloven, niet op vakantie kunnen gaan, etc.
Wat is absolute armoede?
Geen geld hebben om basisbehoeften te vervullen.
• Bestaan is een dagelijkse strijd om te overleven
• Tekort aan drinken, voedsel, kleding, onderdak
• Vooral in ontwikkelingslanden
Wat is sociale armoede?
Door geldgebrek niet kunnen meedoen aan het normale leven.
2
, • Bv. geen geld voor verjaardagsfeestjes, op stap gaan met vrienden, hobbyclubs, verenigingen,
internet-, gsm-abonnement, etc.
• Risico op toenemend sociaal isolement (sociale uitsluiting)
Wat is armoede bij werkenden?
• laagbetaalde jobs, gezinnen met één inkomen, alleenstaande vader of moeder
Wat is kansarmoede?
Naast een laag inkomen is er ook sprake van sociale uitsluiting en weinig kansen in verschillende
levensdomeinen.
• Opleiding, huisvesting, gezondheid, welzijn, etc.
• Structurele armoede
Wat is generatiearmoede?
armoede gaat over van de ene op de andere generatie, kansarmoede is sterk aanwezig.
- Sociale uitsluiting en armoede vormen een vicieuze cirkel.
- Mensen kunnen deze cirkel vaak niet zelf doorbreken.
- Voorbeeld: "Willy en Jenny’s grootouders begonnen als eersten met budgetbegeleiding bij het
OCMW..."
Wat is nieuwe armoede?
- Mensen die op volwassen leeftijd in armoede belanden door tegenslagen (zoals echtscheiding,
werkloosheid, ziekte, of overlijden).
- Ze hebben vaak een diploma secundair of hoger onderwijs.
- Ze beschikken meestal over een sociaal netwerk.
- Ze sluiten beter aan bij gangbare waarden en normen.
- Ze hebben vaak vaardigheden zoals het omgaan met administratie, internettoegang en lange-
termijndenken.
- Ze kregen kansen in hun jeugd die ze meestal konden benutten.
- Hun zelfbeeld is minder aangetast, met minder gevoelens van wantrouwen en machteloosheid.
Op welke 3 indicatoren is het risico op armoede of sociale uitsluiting gebaseerd?
Relatieve armoederisico (AROP):
- Armoedegrens: minder dan 60% van het mediane inkomen.
- Alleenstaande: 1.450 euro per maand.
- Gezin met 2 volwassenen en 2 kinderen: 3.045 euro per maand.
Ernstige materiële deprivatie (SMD):
Ontberen van minstens vier van de volgende items:
- Jaarlijkse week vakantie
- Wasmachine/Telefoon/GSM/Auto/Kleuren-tv/Verwarming/Huur/hypotheek/Onverwachte kosten
- Maaltijd met kip/vlees/vis/vegetarisch alternatief om de twee dagen
Zeer lage werkintensiteit (VLWI):
Het werk in een gezin is erg beperkt, minder dan 20% van het jaar.
(1) AROPE = At Risk Of Poverty and Exclusion
(2) AROP = At Risk Of Poverty, (2)
(3) SMD = Serious Material Deprivation,
3