Nederlands C
1. anderstalige nieuwkomers: onthaal & beginsituatie
1.1. een anderstalige nieuwkomer (ANK)?
1.1.1. een anderstalige nieuwkomer
● lln in het basisonderwijs die 5 jaar of ouder zijn en die op de dag van de voorziene
instap in de school, gelijktijdig aan al de volgende voorwaarden voldoen:
○ niet het Nederlands als thuistaal of als moedertaal hebben
○ onvoldoende de onderwijstaal beheersen om met goed gevolg de lessen te
kunnen volgen
○ max. 9 maanden ingeschreven zijn in een school met het Nederlands als
onderwijstaal
○ een nieuwkomer zijn, d.w.z. maximaal 1 jaar ononderbroken in België
verblijven. Het gaat m.a.w. om lln met het statuut tijdelijke bescherming.
● ook lln die officieel verblijven in een open asielcentrum. Voor deze lln blijft enkel de
leeftijdsvoorwaarde behouden, de andere voorwaarden vervallen.
● bv. Lenka een meisje uit Oekraïne, woont sinds vorig jaar in België en werd op
school door de onthaalleerkracht begeleid. Ze zit in het 2de leerjaar
1.1.2. een gewezen anderstalige nieuwkomer
● lln in het basisonderwijs die in het voorafgaande schooljaar ANK waren en
onthaalonderwijs hebben genoten
● bv. Najja, 8 jaar, is 2 maanden geleden uit Oeganda met zijn ouders naar België
gekomen. Hij is in zijn thuisland nog niet naar school geweest. Met zijn ouders
spreekt hij Luganda. Hij komt terecht in het 2e leerjaar. Hij krijgt 1,5 uur per dag les
van de onthaalleerkracht, de rest van de dag volgt hij mee met de andere lln.
1
, verwachtingen van ANK: behoeftes lkr:
zich thuis voelen leerinhoud
vriendjes maken lln kunnen problemen verwoorden & noden
aangeven
anderen verstaan en spreken lln vinden aansluiting bij klasgenoten
klasleerstof geborgenheid
1.2. onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers
1.2.1. omschrijving van onthaalonderwijs
● = onderwijs dat de taalvaardigheid Nederlands & de sociale integratie van de ANK
bevordert
● doel onthaalonderwijs:
○ werken aan Nederlandse taalvaardigheid = de ANK voorbereiden op het
instromen in het gewoon onderwijs & de doorstroom bevorderen in de
reguliere klaspraktijk en verdere schoolloopbaan, zodat de ANK in staat is
om op een efficiënte manier te functioneren in de klas
○ sociale integratie = het ontwikkelt bij de ANK de nodige taal- en andere
vaardigheden om de leerboodschappen te kunnen begrijpen om zich zo te
integreren in onze samenleving (schoolleven en maatschappij)
1.2.2. aan welke competenties werk je eerst?
● sociale competenties: de nieuwkomers moeten zo snel mogelijk kunnen deelnemen
aan het sociale verkeer op school en daarbuiten
○ een warm onthaal, sociale vaardigheden, focussen op zich veilig voelen en
inzetten op verbinding
● zelfsturende competenties: lln moeten weten wat er van hen wordt verwacht en
hoe ze op school moeten functioneren. Voor ANK die vertrouwd zijn met een
schoolcultuur naar 'Westers model', zal het zicht krijgen op de schoolcultuur vrij vlot
verlopen. Voor wie nog geen schoolse ervaring heeft, zal wellicht extra
ondersteuning nodig zijn om inzicht te krijgen in het schoolleven
○ zichtbaar maken van de verwachtingen, regels en gewoontes
○ soms voor de hand liggende zaken toch uitleggen
○ net zoals de andere lln: leren plannen, doorzetten…
2
, ● talige competenties: taal leren door taal te gebruiken
○ mondelinge vaardigheden: begrijpen (luisteren) & overbrengen (spreken)
○ schriftelijke vaardigheden: begrijpen (lezen) & overbrengen (schrijven)
1.2.3. de organisatie van onthaalonderwijs
● onthaalonderwijs bestaat uit een onthaaljaar en een vervolgjaar
● kan op 3 manieren georganiseerd worden:
organisatie wat? voordelen nadelen
onthaalonderwijs
centrale opvang ● voltijds in een ● alle ANK zelfde ● organisatie
taalbadklas of proces ● sociale integratie
onthaalklas ● weinig impliciete
taalverwerving
● doel = zo snel
door bv.
mogelijk naar de
klasgenoten
reguliere klas
● zo kort mogelijk (max
1 jaar)
semi-geïntegreer ● een beperkt aantal ● sociale integratie ● goede
de opvang uren in de ● traject op meer afstemming
onthaalklas maat tussen beide lkr
● overige lessen bij ● spreekkansen &
reguliere klas feedback
geïntegreerde ● volgt de lessen mee ● maximale ● kloof tussen ANK
opvang bij reguliere klas integratie en verwachtingen
● vermoeiend voor
ANK
● draagkracht lkr
● keuze afhankelijk van:
● het welbevinden van het kind
● schoolkenmerken: de grootte en de complexiteit van de klas, de draagkracht
van de lkr, aantal lestijden voor ANK
● klaskenmerken: mogelijkheid tot ondersteuning, klassamenstelling
● kindspecifieke kenmerken: leeftijd, schoolloopbaan, mondelinge
taalvaardigheid, geletterdheid en gecijferdheid
3
, ● tips:
● omdat het welbevinden zeer belangrijk is, plaats je de ANK het best binnen
de leeftijdsgroep en door een aangepast traject te bieden
● ANK uit de klas halen op momenten waarop het voor hen moeilijk is om te
volgen, niet tijdens LO, MV, W&T want hier kunnen ze het snelst bij
aansluiten en zijn handig om snel taal te leren
● meerdere ANK = samen opvangen in onthaalklas (veiligheid)
● toch is het belangrijk om de groep klein te houden, zodat de lkr kan zorgen
voor een persoonlijk taalaanbod, meer spreekkansen en meer persoonlijke
feedback op de taalproductie
1.3. een warm & veilig onthaal in de klas
klasinrichting
● gewoonten, afspraken en regels van de klas weergeven met een tekening,
pictogram of foto en hiernaar verwijzen
● naamkaartjes hangen
● muur of tafel rond een bepaald onderwerp, bv. een "familiemuur’ of ‘ik-tafel’, dit
zorgt voor vertrouwen & veiligheid en omgaan met diversiteit
● de nieuwkomer zit op een gemakkelijk bereikbare plaats in de klas, dicht bij de lkr
● plaats waar de lln tot rust kunnen komen
● de onthaalklas is bij voorkeur een vast en degelijk lokaal en niet dat ene lokaal op
overschot dat staat te verkommeren
● in de onthaalklas hangt een wereldkaart waarop de plaatsen zijn aangeduid waar de
kinderen vandaan komen. Dit kan ook in de reguliere klas.
● laat de ANK zelf mee de inrichting van de onthaalklas bepalen
communicatie
● open houding aannemen / je verplaatsen in de leefwereld van de ANK, want zo kan
je sneller sommige reacties en gedragingen begrijpen
● als de ANK een vluchteling is, kun je vooraf aan de lln info geven over vluchten
● expliciteer de verschillen niet maar focus op de gemeenschappelijkheden met de
andere lln. Het zal de verbinding met de klasgenootjes bevorderen en vlotter maken
● wees geduldig en leg de lat niet te hoog, zeker in de beginperiode
● respecteer de eigenheid, kennis en vaardigheden van de lln. Laat hen voelen dat het
niet is omdat ze nog niet vlot Nederlands spreken dat ze niets kunnen of kennen
● gebruik een daglijn en weeklijn voor de hele klas die speciaal voor de nieuwkomers
verrijkt is met pictogrammen en kleuren
● verbiedt de ANK niet om af en toe hun eigen taal te spreken
4
, ● bouw het vertalen naar de eigen taal geleidelijk aan af zodat de nieuwkomers er niet
afhankelijk van worden
● als lkr kun je de ANK ook laten zien dat je hun taal belangrijk vindt door bv enkele
basiswoorden uit hun taal op te pikken en sporadisch te gebruiken
● een absolute must is een ‘peter’ of ‘meter’ voor de ANK. Bij hun ‘peter’ of ‘meter’
kunnen ze terecht om wegwijs te raken op school en om hulp te vragen in de klas
● organiseer veel coöperatieve werkvormen en bouw daarbij onderlinge
afhankelijkheid in. Zorg ervoor dat de inbreng van de ANK noodzakelijk is
● betrek de nieuwkomer bij de klastaken, een taak wordt rijker als de ANK die samen
kan uitvoeren met een klasgenoot die het Nederlands machtig is. Zo wordt de taal
gestimuleerd door interactie
1.4. de beginsituatie in kaart brengen
1.4.1. kijkwijzer beginsituatie ANK (GO!)
liefst niet veel testen in de eerste week, wel veel observeren in een natuurlijke klassituatie
5
,1.4.2. de talige beginsituatie achterhalen
● tijdens een intakegesprek & leestest ‘taal en teken’
● mbv de brochure ‘taal & teken’ (cursus p. 9-24)
● 5 stappen om de talige beginsituatie in kaart te brengen:
○ heeft de lln leren lezen in zijn eigen taal?
○ beheerst de lln het Latijns schrift?
○ hoe spreek de lln de Nederlandse woorden uit? (lezen)
○ hoe spreekt de lln de Nederlandse klanken uit? (nazeggen)
○ in hoeverre beheerst de lln de visuele discriminatie van letters?
● Omar een 12-jarige ANK uit Marokko. Hij spreekt thuis Berbers. Zijn ouders geven
aan dat hij 2 talen kan lezen
○ ik geef Omar eerst een tekst in het Arabisch (stap 1). Als blijkt dat hij deze
tekst kan lezen, dan leg ik hem ook de Franse tekst voor (stap 2). Ook deze
tekst kan hij vlot lezen, dus hij beheerst het Latijns schrift en kan dus ook op
elkaar lijkende letters van elkaar onderscheiden. (Stap 5 is dus niet nodig.)
● Lenka een 6-jarig meisje uit Polen. Pools is haar thuistaal. Je denkt van haar ouders
begrepen te hebben dat ze nog niet kan lezen.
○ ik geef haar eerst de Poolse tekst (stap 1). Ze kan die nog niet lezen. Daarna
ga ik na hoe ze de Nederlandse klanken uitspreekt: ik zeg een klank voor, zij
zegt deze na (stap 4). Ten slotte laat ik haar de toets 'visuele discriminatie'
maken (stap 5): zo kom ik te weten of ze het onderscheid kan maken tussen
op elkaar lijkende lettertekens.
6
, 2. anderstalige nieuwkomers: mondelinge vaardigheden
2.1. herhaling taal & meertaligheid
2.1.1. 4 fasen van taalverwerving
● fase 1: gewenningsfase / stille periode
○ emotioneel veilig klasklimaat / wennen aan schoolleven
○ vertrouwd raken met de klanken van de nieuwe taal
○ passieve kennis van de nieuwe taal
● fase 2: sociale fase / zelfredzaamheidsfase
○ contact zoeken met andere lln / acceptatie en volgen van regels van de klas
○ begrijpt eenvoudige aanwijzingen
○ taal om aandacht te vragen ifv behoeften
● fase 3: aanspreekbaarheidsfase / fase omgangstaal
○ willen meedoen met andere lln → kunnen inspelen op veranderende
situaties
○ woordenschat ivm handelingen, verleden en toekomst
● fase 4: taal-denkfase / fase leertaal
○ redelijke woordenschat, voegwoorden, vraagwoorden, voorzetsels …
○ stilaan ook schooltaalwoorden, vaktaal
○ vragen naar verbanden en gebeurtenissen uit de toekomst kunnen vertellen
○ leestechnisch vaak OK, maar nog geen dieper begrip van moeilijkere teksten
2.1.2. meertalige taalverwerving
7