Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Ontwikkelingspsychologie deel 2: adolescentie tot late volwassenheid (P0M04a) €4,89
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Ontwikkelingspsychologie deel 2: adolescentie tot late volwassenheid (P0M04a)

 25 vues  0 fois vendu

Dit is een samenvatting van het vak ontwikkelingspsychologie deel 2. Het bevat de slides en eigen notities. De samenvatting is gemaakt in het academiejaar 24-25.

Dernier document publié: 1 semaine de cela

Aperçu 10 sur 45  pages

  • 10 décembre 2024
  • 10 décembre 2024
  • 45
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (9)
avatar-seller
AR05
ONTWIKKELINGS
PSYCHOLOGIE
DEEL 2
2e Bachelor Psychologie




Prof. Ralf krampe

2024-2025

,1

, Les 1: intro en overzicht
Ontwikkelingstaken
 Robert Havighurst’s Developmental Task Theory
 Ontwikkelingstaken= reeks van vaardigheden en vermogens (bekwaamheden) dat mensen
ontwikkelen doorheen hun levensloop
 hangt af van leeftijd, worden gedefinieerd in periodes

3 bronnen van ontwikkelingstaken
1. Lichamelijke (biologische) rijping
 Rechtstaan en leren lopen
 Aanpassen aan seksuele rijping (pubertijd) of menopauze (middelbare volwassenheid
2. Individuele doelen en waarden
 Keuze voor job en hobby’s
 Morele beslissingen
3. Culturele en maatschappelijke verwachtingen
 Leren lezen
 Verantwoordelijkheid voor milieu en de samenleving

 De havighurst theorie bemiddeld tussen biologische facetten van ontwikkeling en
ontwikkelingsaspecten die worden gesteund door andere mensen in het leven van een individu

Periodes van ontwikkeling




Levensloopperspectief
 Ontwikkeling als:
o Levenslang
o Multidimensioneel (= lichamelijk, cognitief, emotioneel & sociaal) en multidirectioneel
o Plastisch
o Beïnvloed door veelvoudige, interagerende krachten
– Reacties op menopauze:
 Individuele verschillen: symptomen en verwachtingen, vruchtbaarheid en attractiviteit
 Veel vrouwen ervaren menopauze als klein of geen probleem
 Jongere generaties aanvaarden dit eerder
 Sociale status van de ouder wordende vrouw heeft invloed op de reactie
– Menopauze als bioculturele gebeurtenis:
 Geïndustrialiseerde westerse landen: ziekte of medisch probleem
 Griekse vrouwen melden symptomen maar negeren deze
 Aziatische vrouwen: bereiken piek in respect en productiviteit
 Maya vrouwen: baren veel kinderen en kijken uit naar de menopauze

2

,Individuele verschillen: Resilience
 =Bekwaamheid zich aan te passen aan uitdagingen en bedreigingen voor de ontwikkeling
 Veerkracht, weerstandigheid, wilskracht, herstellingsvermogen
o Ervaring beschouwen als controleerbaar
o Toewijding: interesse in dagdagelijkse activiteiten
o Uitdagingen zijn normaal en kansen om te groeien
 Factoren:
o Persoonlijkheidskenmerken
o Warme relatie ouders, sociale steun buiten familie
o Bronnen en kansen in de samenleving




3

, Les 2: Adolescentie (deel 1)

Wat is adolescentie?
 Overgang tussen kindertijd en volwassenheid (11-22 jaar) (opkomende volwassenheid)
 Aanvang wordt gekenmerkt door de pubertijd: verschillende biologische gebeurtenissen die
uiteindelijk leiden tot een volwassen lichaam en seksuele maturiteit (in biologische betekenis)
 Basis ontwikkelingstaken van deze periode zijn over de hele wereld hetzelfde
o Op 18 is het nog te vroeg want ontwikkelingstaken zijn nog te complex  eerder op 22 jaar

Opvattingen over adolescentie
 Biologisch perspectief
o Pubertijd= rebellie en roekeloosheid (Hall: savages)
o Biologische opschudding zorgt voor verhoogde emotionaliteit en conflict
(storm-and-stress-perspectief: Rousseau)
o Freud: genitale fase; bewustwording van seksuele impulsen
 Sociaal perspectief
o Sociale en culturele invloeden; ruime interindividuele en bepaalde interculturele verschillen (Mead)
 Gebalanceerd standpunt
o Zowel biologische als sociale invloeden
o Interactie hersenontwikkeling en sociaal gedrag

Ontwikkelingstaken en cultuur
 Basis ontwikkelingstaken van deze periode zijn over de hele wereld hetzelfde, maar duur van de
periode en specifieke vereisten verschillen tussen culturen
 Korte periode (enkele jaren) in stam-en dorpsgemeenschappen
 In huidige geïndustrialiseerde samenlevingen zijn ontwikkelingstaken zo complex dat de adolescentie
een decennium duurt

Ontwikkelingstaken van de adolescentie
 Psychologische adaptatie (aanvaarding) aan fysieke veranderingen (volgroeid lichaam)
 Leren mannelijke en vrouwelijke sociale rol in te vullen
 Verwerven van volwassen manieren van denken (bv hypothetisch deductief redeneren)
 Bereiken van emotionele en economische onafhankelijkheid
 Ouders hebben minder invloed omdat peers belangrijker worden
 Ontwikkeling van meer volwassen manier van omgaan met leeftijdsgenoten van beide geslachten
 Verwerven van waarden en een ethisch kader voor gedrag
 Identiteitsconstructie (veilig gevoel van ‘zelf’ in seksuele, morele en maatschappelijke termen)

Hormonale veranderingen tijdens pubertijd
 Genen beïnvloeden hormonale processen
 Groeihormoon en thyroxine neemt toe rond 8-9 jaar
 Meisjes bereiken pubertijd gemiddeld 2 jaar vroeger
dan jongens
 2 soorten verandering:
o Algemene groei van het lichaam
o Maturatie van seksuele kenmerken
 Oestrogeen:
o Meer bij meisjes  eierstokken en bijnieren
o Verhoogt groeihormoon-productie bij J&M
 Androgeen:
o Meer bij jongens  testikels (maakt ook kleine hoeveelheid oestrogeen)

4

,Veranderingen in fysieke activiteit
 Hogere fysieke activiteit bij jongens dan bij meisjes
 Sterke daling tegen leeftijd van 15 jaar
 Activiteit op 14-jarige leeftijd voorspelt hoeveel mensen
sporten op 31-jarige leeftijd

Seksuele rijping
 Primaire seksuele kenmerken
o Rijping van voortplantingsorganen
– Meisjes: eerste menstruatie (menarche)
– Jongens: eerste zaadlozing (spermarche)
 Secundaire seksuele kenmerken
o Andere zichtbare delen van het lichaam die duiden op seksuele rijping
– Meisjes: borsten en okselhaar
– Jongens: baardgroei, stem verandert en okselhaar

Individuele verschillen in aanvang van pubertijd
 Erfelijkheid
o Binnen 1 maand bij ééneiige tweeling
o Binnen 12 maanden bij twee-eiige tweeling
 Voeding, atletisch oefenen (proximaal gevolg  direct)
o Meestal bij meisjes  topsporters ondergaan de pubertijd later
o Vetcellen produceren leptine: signaleert voldoende reserves aan het brein (meer vet leidt tot
sneller pubertijd)
 SES en gezondheid
o Armoede en honger vertragen menarche bij meisjes  distaal gevolg (niet direct)
o Armoede kan ook menarche versnellen  ongezond eten
 Etnische groep
o Vroeger bij zwaardere meisjes: genetisch bepaalde snellere rijping
 Familiale ervaringen en stress
o Door echtscheiding van de ouders en stress is de pubertijd vroeger
 Seculaire trend
o Begin pubertijd in de voorbije eeuw is vroeger (3 maanden per decennium tussen 1900-1970)

Reacties op pubertijd (dramatische lichamelijke veranderingen en timing)
 Meisjes:
o Verrassing
o Positievere reactie dan vroeger
o Voorbereiding, informatie en betrokkenheid van vader helpt
 Jongens:
o Gemengde reacties
o Vroeger dan verwacht
o Voorbereiding helpt
o Kunnen voordeel hebben door erover te praten




5

,Rollen van fysieke aantrekkelijkheid en lichaamsbeeld tijdens de adolescentie
 Meisjes: willen meestal dunner zijn
 Jongens: willen meestal breder zijn
 Beide willen passen bij de leeftijdsgenoten: zelfde niveau van fysieke maturiteit

Veranderingen slaapgewoontes
 Pubertijd beïnvloedt hersenfuncties onderliggend aan slaapregulatie
 Nog steeds bijna evenveel slaap nodig (9 uur), maar gaan later naar bed
 Gebrek aan slaap verstoort de regulatie van aandacht en emotie

Stemming van de adolescent
 Meer negatieve gebeurtenissen gerapporteerd door adolescenten dan door kinderen en volwassenen
 Sterke reactie bij tieners door neurotransmitter-activiteit
 Stemmingswisselingen: “highs” in peer setting, “lows” in situaties gestructureerd door volwassenen

Gezondheid: voeding in de adolescentie
 Caloriebehoefte neemt toe
 Slechte voedingskeuzes zijn gebruikelijk (minder groenten, meer frisdrank en fastfood)
 Ijzer-en vitaminetekorten door menstruatie
 Tieners groeien zwaarlijvigheid er als kinderen meestal niet uit

Theorie van Erikson: identiteit vs verwarring
 Identiteit
o Definiëren wie je bent, wat je belangrijk vindt,…
o Een proces van exploratie gevolgd door toewijding
o Bindingen inzake beroep, persoonlijke relaties, seksuele oriëntatie,..
 Identiteitsverwarring
o Gebrek aan richting en zelfdefiniëring
o Beperkte exploratie in adolescentie
o Vroegere psychosociale conflicten niet opgelost
o Maatschappij beperkt keuzes
o Onvoorbereid voor fases van volwassenheid( aanvaarding van intimiteit)

Succesvolle ontwikkeling van identiteit volgens Erikson
 Gevoel bereiken van lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn
 Thuis zijn in eigen lichaam
 Gevoel van weten welke richting je uitgaat
 Innerlijke zekerheid dat je de waardering en appreciatie zal krijgen van die mensen die meetellen

Identiteitstatussen
= evaluatie van vooruitgang van identiteitsontwikkeling gebaseerd op 2 Erikson-dimensies




6

,Factoren die ontwikkeling van identiteit beïnvloeden
 Persoonlijkheid: flexibel, ruimdenkend
 Opvoedingsstijlen: verbonden, gehecht, open communicatie
 Leeftijdsgenoten: vrienden, diversiteit peers
 Scholen: steun door mentoren en activiteiten

Cultuur en identiteit
 Etnische identiteit
o Gevoel tot een bepaalde etnische groep te behoren
o Hogere zelfwaardering, optimisme, gevoel van meesterschap en controle over omgeving
 Acculturatieve stress
o Conflict met culturele meerderheid (pesten, vooroordelen, discriminatie)
o Adolescente gevoeligheid, identiteitsontwikkeling vertraagt, conflict met ouders
o Hangt af van respect en openheid van culturele meerderheid
 Bi-culturele identiteit
o Exploratie en zich eigen maken van waarden uit beide culturen
o Verrijkende relaties met individuen vanuit andere culturen
o Adolescenten met bi-culturele identiteit zijn ook “achievers” bij andere facetten

Seksuele oriëntatie
 5% adolescenten identificeert zichzelf als HOLEBI, 2-3% onzeker
 Een ongekend aantal heeft zich op deze leeftijd nog niet ge-“out”
 Homoseksuele adolescenten zijn doorgaans niet “gender- afwijkend”, bv. inzake kleding of gedrag
 50% van de adolescenten die homoseksuele handelingen rapporteren, identificeert zichzelf als
heteroseksueel

Stadia van ‘zich outen’
 Zich anders voelen (leeftijd 6-12)
o Speelinteresses sluiten eerder aan bij die van het andere geslacht
 jongen: emotioneel gevoeliger, minder interesse in sportieve activiteiten
 Verwarring (leeftijd 11-15)
o Nu duidelijkere gevoelens van "anders zijn" op seksueel vlak
o Bewustheid van aangetrokken worden door hetzelfde geslacht
 vroeger (11-12j) voor jongens dan voor meisjes (14-15j)
 gevoelens van isolatie en verwarring, overcompensatie, pogingen tot hetero-dating, hoger
gevaar voor zelfmoordpogingen
 Aanvaarding (leeftijd varieert)
o Meeste tieners aanvaarden hun oriëntatie aan het einde van de adolescentie
 “outen” zich daarom niet noodzakelijk  bang voor verbaal en fysiek geweld

Kenmerken van vriendschappen in adolescentie
 Minder “beste vrienden”
 Belang van intimiteit en loyaliteit
 Vrienden lijken op elkaar of gaan op elkaar lijken (niet op vlak van uiterlijk, maar interesses en gedrag)




7

,Geslachtsverschillen in vriendschap tijdens adolescentie
 Meisjes:
o Emotionele gehechtheid
o Maatschappelijke bezorgdheden
o Samenkomen om gewoon te praten
o Openstellen van zichzelf, mutuele steun
 Jongens:
o Samenkomen voor activiteiten
o Erkenning en status
o Competitie en conflict

Risico’s van hechte vriendschappen
 Co ruminatie (samen piekeren)
o Vaker bij meisjes en gerelateerd aan angst en depressie
 Relationele agressie
o Conflicten tussen hechte vriend(in)en
o Meeste hechte vriendschappen korter bij meisjes
 Mannelijke stereotypes
o Interfereren vaak met gehechtheid van vriendschap bij jongens uit etnische minderheidsgroepen

Depressie in adolescentie
 Meest voorkomende psychologische probleem van adolescentie
 Factoren:
o Genen (matig)
o Opvoedingsstijl
o Aangeleerde hulpeloosheid (= geen controle over negatieve gebeurtenissen of situaties)

Zelfmoord in de adolescentie
 Een voorname doodsoorzaak voor adolescenten
 Gerelateerde factoren: geslacht, etniciteit, gezinsomgeving, seksuele oriëntatie, stress, mentale
stoornissen, negatieve gebeurtenissen en persoonlijkheid
o Mannen plegen vaker zelfmoord
o Vooral bij 15-49-jarigen en 85+

Problemen en risico’s voor tienermoeders en baby’s
 Opleiding: drop-out of lagere prestatie
 Lange periodes als alleenstaande ouder
 Economische omstandigheden
 Ouderschapsvaardigheden en bekwaamheden
 tienermoeders worden steeds jonger
 daling met name bij 19-jarigen
 25% pleegt abortus
 89% van tienermoeders is ongehuwd




8

, Les 3: Adolescentie (deel 2)
Vertrekpunt en verwezenlijkingen
 Op 11-jarige leeftijd moeilijk om verder te gaan dan eigen ervaringen
 Denken bij adolescenten neemt complexe kwaliteiten aan:
o Meerdere factoren tegelijkertijd in rekening brengen
o Denken over hypothetische situaties die zeldzaam zijn in echte wereld of nooit gebeurden
o Verwerven van wetenschappelijke en mathematische principes

Theorie van Piaget
 Capaciteit voor abstract, systematisch, wetenschappelijk denken ontwikkelt
 Adolescenten “doen bewerkingen op bewerkingen” (concreet operationele kinderen opereren realiteit)
o Hypothetisch-deductief redeneren: deductie van hypothesen vanuit algemene theorie
– Redeneren begint met mogelijkheden en ontwikkelt naar de realiteit (= omgekeerd bij
concreet-operationele fase: leren vanuit een voorbeeld)
– Je begint met probleem te definiëren en een algemene theorie te ontwerpen
 rekening houden met mogelijke variabelen
– Pendulumprobleem: voorspellen hoe groot de snelheid is van het pendulum rekening
houdend met hoogte en gewicht van voorwerp, duwkracht en lengte van slinger

o Propositioneel denken: evaluatie van de logica van verbale proposities (verbale beweringen)
zonder referentie naar omstandigheden uit echt wereld
– Belangrijke vooruitgang qua ontwikkeling tussen kindertijd en adolescentie
– “ofwel is het voorwerp in mijn hand groen ofwel is het niet groen”
– “het voorwerp in mijn hand is groen en het is niet groen”
 kan je evalueren zonder het te zien want kan niet (zonder referentie naar omstandigheden)

Vervolgonderzoek op formeel operationeel denken
 Geleidelijke ontwikkeling eerder dan nieuw niveau
o Kinderen beginnen al op leeftijd 8-10 met het ontwikkelen van abstract denken
 abstractie wel in pretentie of rollenspel, niet in verbale interactie
 Formele bewerkingen misschien niet universeel
o Zelfs opgeleide volwassenen hebben moeilijkheden (niet alle volwassenen bereiken dit niveau)
o Training en context spelen een rol
o Ook volwassenen vallen vaak terug op gemakkelijkheid denken

Gevolgen van abstract redeneren: zelfbewustzijn en focus op ‘zelf’
 Imaginair publiek= overtuiging van adolescenten dat ze in de focus van ieders aandacht en
bezorgdheid zijn  doen er alles aan om schaamte te vermijden
 Persoonlijke fabel= ontwikkeling van een vervormde opinie over hun eigen belangrijkheid, ze voelen
zich speciaal en uniek  omdat ze er zo zeker van zijn dat anderen hen observeren

Andere gevolgen van abstract redeneren
 Idealisme en critisisme  “generatiekloof”, conflict met ouders
 Planning en maken van beslissingen
o Sterk beïnvloed door onmiddellijke beloning
o Terugvallen op vertrouwde, intuïtieve inschattingen




9

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AR05. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,89
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté