KLINISCHE PSYCHIATRIE
HOOFDSTUK 1: Inleiding klinische psychiatrie ⇒ 4 pagina’s
HOOFDSTUK 2: normaliteit en psychopathologie ⇒ 8 pagina’s
HOOFDSTUK 3: neurocognitieve stoornissen ⇒ 8 pagina’s
HOOFDSTUK 4: middelengerelateerde en verslavingsstoornissen ⇒ 5 pagina’s
HOOFDSTUK 5: schizofrenie en andere psychotische stoornissen ⇒ 6 pagina’s
HOOFDSTUK 6: stemmingsstoornissen ⇒ 6 pagina’s
HOOFDSTUK 7: angststoornissen ⇒ 6 pagina’s
HOOFDSTUK 8: eetstoornissen ⇒ 2 pagina’s
HOOFDSTUK 9: kinder- en jeugdpsychiatrie: ontwikkelingsstoornissen ⇒ 5 pagina’s
HOOFDSTUK 10: gedragsstoornissen: externaliserende stoornissen ⇒ 4 pagina’s
HOOFDSTUK 11: slaapstoornissen ⇒ 4 pagina’s
HOOFDSTUK 12: seksuele stoornissen ⇒ 3 pagina’s
HOOFDSTUK 13: persoonlijkheidsstoornissen ⇒ 3 pagina’s
1
, H1 - INLEIDING: GEBRUIK VAN DE DSM - 5
PSYCHOPATHOLOGIE
= wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
2 BENADERINGEN
1. syndroombenadering
= psychologie van het pathologische (gegroepeerde entiteiten): samenhangend
geheel van klachten en symptomen
2. symptoombenadering
= pathologie van het psychische (algemene psychische processen of functies)
2 TYPEN DIAGNOSEN
1. syndroomdiagnose/ descriptieve diagnose
= deze diagnose is alleen beschrijvend en geeft geen informatie over de redenen
en manier van ontstaan
2. structuurdiagnose
= deze diagnose geeft naast een beschrijving van de symptomatologie aan
waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaan is
- predisponerende/voorbeschikkende factoren = oorzaak, kwetsbaarheid
- precipiterende/uitlokkende factoren = lokken stoornis uit
- perpetuerende/onderhoudende factoren = onderhouden de stoornis
PSYCHIATRISCHE STOORNIS
- abnormaal verschijnsel: afwijkend van de sociale norm of van wat in de cultuur als
normaal gedrag geldt
- veroorzaakt ongemak, lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of de omgeving
BIOPSYCHOSOCIAAL model
1. medisch model: ‘disease’ → lichaam
- etiologie (ontstaan)
○ predispositie = oorzakelijke factoren
○ precipitatie = uitlokkende factoren
○ perpetuatie = in stand houdende factoren
- pathogenese (ontwikkeling)
- prognose (natuurlijk beloop) Wat is er gekend over de aandoening?
- behandeling (preventie/therapie)
2. psychologisch model: ziektebeleving ‘illness’ → geest
3. sociologisch model: ziekterol ‘sickness’ → omgeving
2
,CLASSIFICATIE
doel: orde scheppen, fenomenen groeperen, gemeenschappelijke taal ontwikkelen
ideaal:
- perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit
- voorspelt verloop, oorzaken, reacties op behandeling
nuttig: communicatiemiddel, registratiemiddel
DSM: Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders
ICD: International Classification of Diseases
DSM
VOORDELEN NADELEN
research is verbeterd koppeling hulpverlening
communicatiemiddel tussen onderzoekers koppeling verzekeringsmaatschappij
en behandelaars (DBC)
BETROUWBAARHEID koppeling psychofarmaca
/ VALIDITEIT
GESCHIEDENIS
- DSM I-II: Freud model
- DSM III-IV: Kraepelin model:schizofrenie, bipolaire-, schizoaffectieve stoornis
- DSM-5: neurowetenschappen model
OPZET
- deel I: uitleg en instructies voor gebruik en verantwoording
- deel II: beschrijving van de 20 categorieën en de verschillende stoornissen
- deel II: veranderingen die eerst verder onderzoek vereisen, vragenlijsten ernst
symptomen en dysfunctioneren, onvoldoende validiteit
3
, VERANDERINGEN DEEL II
- 22 hoofdstukken, geen 5 assen, geen afzonderlijk luik kinder- en jeugdpsychiatrie
- specifiers:
○ beloop (acuut/chronisch)
○ ernst
○ specifieke kenmerken (inzicht/suïcidaliteit/comorbiditeit)
- categorieën: angst, OCD, trauma/stress
- stoornissen: eetbuistoornis (BED), MND, DMDD, verzamelwoede,..; clustering
(verslaving, autisme)
VERANDERINGEN DEEL III - CLASSIFICATIECRITERIA
- inleiding, subtype, registratieprocedures, specificaties, diagnostische kenmerken,
bijkomende kenmerken die de classificatie ondersteunen, prevalentie, ontwikkeling
en beloop, risico- en prognostische factoren: (genetica en fysiologie,omgeving,
temperament, factoren die het beloop beïnvloeden), cultuur en classificatie, gender
en classificatie, diagnostische markers, suïciderisico, gevolgen voor het
functioneren, differentiële diagnostiek,comorbiditeit, relatie met andere
classificatiesystemen
- aandoeningen die verder onderzoek vereisen:
○ internet gaming stoornis
○ niet suïcidale zelfbeschadiging
○ stoornis in cafeïnegebruik
○ …
STELLINGEN
DSM-5 is niet wetenschappelijk?
- geen onderliggende neurobiologische of psychosociale verklaringsmodellen
- wel literatuur en field trials → dus DSM niet weggooien
Explosie van stoornissen?
- +3%, dus neen geen explosie, in tegenstelling tot wat men denkt
Door DSM meer pillen?
- DSM is geen behandelinstrument
- ernstinschatting en effecten (“disability”)
Amerikaanse invloeden?
- nieuwe versie is ontwikkeld door 20% buitenlandse experten
→ in 1ste versie waren het enkel Amerikanen
- online proefversie: doel om classificatiesysteem/instrument te updaten vanuit
klinische praktijk
Invloed Big Pharma?
- tegenstrijdige belangen transparant gemaakt
- blijft inderdaad controversieel
- stop met psychiatriseren en labelen van elk probleempje en alle klachten
DIAGNOSTIEK
- classificerende (beschrijvende) diagnostiek
- handelingsgerichte (verklarende) diagnostiek
- afkappunt normaal- abnormaal
- mild - matig - ernstig
4