Deze samenvatting is gemaakt op basis van de leerpaden. Het bevat de soorten interventies, echolonnering van sociaal werk, mate van hulp en zorg en 4 domeinen van het sociaal werk.
HOOFDSTUK 1
SOORTEN INTERVENTIES BINNEN SOCIAAL WERK
1. INTERVENTIES NAAR/MET INDIVIDUEN EN INDIVIDUELE CASES
Deze interventies richten zich op een individu/gezin systeem. De “case” of “cliënt” kan een individu zijn,
of een systeem rond een individu zoals een gezin.
• Interventie start vanuit vragen, noden of problemen van de cliënt
• Doel: met de individuele belanghebbende een antwoord uit te werken. In het werken naar dat
antwoord is het zeker mogelijk dat sociale diensten of de in het sociale netwerk aanwezige
ondersteuningsmogelijkheden worden ingeschakeld.
➔ MAAR de “individuele client of case” is ingang én uitgang
• Emancipatorisch werken kenmerkend voor deze sociale interventie
= de belanghebbende wordt actief betrokken en zijn/haar handelingsvermogen wordt
versterkt
2. INTERVENTIES NAAR/MET GROEPEN EN (STRUCTUREN VAN DE)
GEMEENSCHAP
• Deze interventies verbinden het individu met de groep(en) waartoe mensen behoren en het
gedeelde of gemeenschappelijke..
• Men gaat aan de slag met thema’s en moeilijkheden die mensen ervaren doordat ze
samenhangen met “de groep” (of categorie) waartoe mensen behoren.
➔ Het gaat om problemen omdat men Bv. Vrouw, migrant, jong of bejaard is … of om problemen
die men gemeenschappelijk ervaart zoals Vb. een verslaving
• Werken met groepen, gemeenschappen of ‘communities’ om de maatschappelijke component
van de problemen te begrijpen en zo individuele situaties te verbeteren.
• Focus: Interventies richten zich op het verbeteren van de maatschappelijke omstandigheden als
voorwaarde voor het oplossen van individuele problemen.
• Sociale weefsel en groepsvorming versterken voor een democratische, solidaire, open en
cultureel diverse samenleving.
• Kerncomponenten: Emancipatorisch en participatief werken.
3. INTERVENTIES NAAR ANDERE ORGANISATIES
Deze interventies gaan eerder om organisaties, diensten en praktijken die zich niet zozeer naar
individuen of de doelgroepen van het sociaal werk richten, maar naar het sociaal werkveld zelf en naar
organisaties en overheden
Het gaat eerder over koepels, overheidsinstanties en ondersteuners voor het werkveld.
De ‘doelgroep’ van de interventies zijn de sociaal-werk-praktijken zelf. Maar in de meeste gevallen gaan
dezelfde organisaties ook interventies opzetten naar het beleid en de brede samenleving -, doordat ze
thema’s en uitdagingen die ze ontmoeten in de praktijken van hun werkveld ook structureel willen
aanpakken .
Ook overheidsorganisaties zoals Steunpunten, Kenniscentra, Departementen van ministeries en
agentschappen vallen onder deze interventie.
HOOFDSTUK 2
ECHOLONNERING VAN HET SOCIAAL WERK
Sociaal werk wordt opgedeeld in verschillende 'lijnen': Deze lijnen geven informatie over de
toegankelijkheid van sociaal werkorganisaties (kan je er zomaar binnen stappen of moet je een
afspraak maken?).
DE NULDE LIJN
= de lijn die alle initiatieven bundelt die laagdrempelig zijn en vrij toegankelijk.
Het gaat hier om zorg binnen het eigen netwerk.
Vb.: misschien ken je wel een vrijwilliger die eten bereidt voor zijn of haar buurvrouw of die een
hulpbehoevende gratis vervoer aanbiedt naar het ziekenhuis.
Het kan ook gaan om zelfhulp
vb. je probeert via een app te stoppen met roken of tracht je veerkracht te verhogen aan de hand van een
zelfhulpboek
De lijn houdt ook mantelzorg in: een (chronische) ziekte wordt ondersteund door een inwonend
gezinslid. Dit kan de partner zijn van de zieke maar ook een kind of een ander familielid. In sommige
gevallen gaat het om een buur. De persoon staat in voor een groot deel van de zorg en van de
hulpbehoevende: van huishoudelijke taken verrichten tot administratieve opnemen die de ziekte met
zich meebrengt tot hulp aanbieden bij het wassen.
DE EERSTE LIJN
= omvat alle organisaties die vrij toegankelijk zijn, je moet er zelf wel vaak een afspraak bij maken.
Vb. huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen, welzijnswerkers …
DE TWEEDE LIJN
= bevat die organisaties waarvoor je een doorverwijzing nodig hebt. Het gaat over niet-rechtstreekse
toegankelijke hulp. Daarnaast wordt er gespecialiseerde zorg aangeboden.
Vb. cardiologen, longartsen …
DE DERDE LIJN
= organisaties die gespecialiseerde hulp aanbieden die niet vrij toegankelijk is en vaak intramuraal
aangeboden wordt Vb. logopedisten, sociale zorg en fysiotherapeuten.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femketemmerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.