Examen:
- Casus, inzicht belangrijk, verantwoordelijkheden goed beschrijven.
- Is iets een maatschap of niet?
- Is er een inbreng?
- Samenwerkingsverband met gemeensch
- Zijn de aandelen vrij overdraagbaar?
- Is het intuitu personae, is het belangrijk wie de personen zijn?
- Persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid?
- Zijn er 2 of meer vennoten?
- Rechtspersoonlijkheid?
- Afgescheiden vermogen?
- Aansprakelijkheden van bestuurders en vennoten
- “Hoe is het in maatschap en hoe zou het in VOF/Comm V zijn?
- Zie documentatiebundel ‘Tribunal 1/4/2022’ op Toledo
1. Inleiding.
● We maken in venn. recht. een onderscheid tussen “onderneming” en “niet-onderneming”
De vennootschap
● Inbreng (ALTIJD!)
● Intentie om rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of het wordt
in werkelijkheid uitgekeerd.
○ Een vzw is dus geen vennootschap. (mag winst maken maar niet uitkeren)
○ Rechtstreeks: vb. Dividend overschrijven
○ Onrechtstreeks: vb. Kostenbesparing = kostenassociatie (vb. coop.v., gebouw
delen,...). Ookal worden er geen dividenden uitgekeerd, als er een
kostenassociatie is, is het toch een vennootschap.
○ Winstoogmerk is niet meer het enige doel van een venn., kan bijvoorbeeld
ook milieu zijn. (Art. 1:1 WVV)
● Rechtspersoonlijkheid niet vereist!
● Samenwerkingsverband (niet altijd)
○ Er zijn ook samenwerkingsverbanden die geen vennootschap zijn. vb.
arbeidsovereenkomst (geen samenwerking tussen gelijken maar hiërarchisch)
of aannemingscontract (geen intentie om winst te delen).
○ Een vennootschap is meestal een samenwerkingsverband maar niet altijd! vb.
indien er maar één vennoot is.
->In een maatschap moeten er minstens 2 vennoten zijn.
, ● Oprichtersaansprakelijkheid: Je moet een toereikend aanvangsvermogen hebben om
je activiteiten gedurende 2 jaar uit te oefenen. Oprichters zijn enkel aansprakelijk bij
een faillissement binnen 3 jaar.
Andere vennootschapsvormen
● BV en CV: Om uitkering te doen moet je eerst dubbele test doen (Netto-Actief test en
liquiditeitstest)
○ Liquid.test = Zal je na de uitkering nog in staat zijn om aan de eisbare
schulden in de komende 12 maanden te voldoen?
● BV mag uitkeren tot EV=0 maar het bestuur is aansprakelijk
● Om rechtspersoonlijkheid te verwerven: neerlegging ter griffie van een uittreksel uit
de oprichtingsakte. niet de publicatie
Vennootschapsrecht en WVV
● 3 technieken
1. Rechtspersoonlijkheid
a. RP = juridische entiteit, rechts-en handelingsbekwaam, met eigen rechten
en plichten, steeds vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon.
RPheid brengt afgescheiden vermogen en beperkte aansprakelijkheid
met zich mee.
b. Meeste ‘handelingen om niet’ zijn verboden omdat dit niet overeenkomt
met het principe van het winstuitkeringsoogmerk.
Wettelijke specialiteit=Vennootschap kan enkel handelingen verrichten
die haar een (on)rechtstreeks vermogensvoordeel bieden.
Groepsbelang of vennootschappen met een band: Wanneer er sprake
is van een groep mag je rekening houden met het groepsbelang maar
er moet ook een individueel belang zijn. vb. Dochter geeft een
hypotheek voor een krediet dat de moeder krijgt. Dit is in belang van
de groep maar ook van de dochter zelf (dochter krijgt later miss steun
van moeder of moeder en dochter/ huurder en verhuurder zijn klanten
van elkaar)
2. Afgescheiden vermogen
a. Maatschap:
i. Inbreng in geld
ii. Inbreng in natura: in eigendom of in genot
3. Beperkte aansprakelijkheid
Niet alle vennootschapstypes gebruiken alle technieken!
a. Venn. zonder RPheid = zuivere contractuele vennootschapstypes
, b. Venn. met onvolkomen RPheid = gemengd, wel RP en afgescheiden
vermogen (geen beperkte aansprakelijkheid)
c. Venn. met volkomen RPheid: RP, afgescheiden vermogen en beperkte
aansprakelijkheid
● WVV: Statutaire zetelleer (niet meer werkelijke)
○ Er wordt gekeken naar de locatie waar de vennootschap zegt dat ze
gevestigd is (uitz. indien dit een brievenbusvennootschap is zal er toch naar
de werkelijke zetel gekeken worden)
● Insolventie, fiscaliteit en sociaal recht: werkelijke zetelleer
● WVV bracht meer flexibiliteit. In veel artikelen staat “Tenzij anders in de statuten”.
Afgescheiden vermogen
● Komt normaal gezien voort uit rechtspersoonlijkheid. Maar, ookal heeft de M geen
RPheid, toch heeft het een afgescheiden vermogen.
○ vb. Als Prof zijn kunsthandel inbrengt in een vennootschap dan kunnen zijn
persoonlijke schuldeisers hier niet meer aan.
Prof heeft nu wel aandelen van de venn. is zijn persoonlijk vermogen. Hier
zouden zijn pers. SEs in principe wel aan kunnen maar aandelen zijn vaak
moeilijk overdraagbaar. (heleboel overdrachtsbeperkingen)
● Eenmanszaak heeft geen AFV. Alles wat die doet wordt gedekt door hetzelfde
vermogen.
● Actio Pauliana: Wanneer je als SE vindt dat je schuldenaar bedrieglijke handelingen
stelt met de bedoeling om u te benadelen, heb je de mogelijkheid om de AP in te
roepen.
○ vb. Deel van persoonlijk vermogen in afgescheiden vermogen van venn.
steken zodat SEs er niet meer aan kunnen.
○ Gevolg: handeling blijft bestaan maar wordt niet-tegenwerpelijk aan eisende
SE. Die mag dus doen alsof de handeling niet heeft plaatsgevonden.
Waarom een vennootschapscontract sluiten?
1. Samenwerking op voet van gelijkheid
2. Kapitaal en arbeid/idee samenbrengen
3. Aansprakelijkheidsbeperkingen
a. Maar in M/VoF/CommV geldt er hoofdelijke aansprakelijkheid (behalve voor
stille vennoten in CommV). Waar is de aansprakelijkheidsbeperking?
i. Vennoot kan pas veroordeeld worden als M/VoF/CommV is
veroordeeld -> maar ook relatief, zie later
ii. Je bent met minstens 2 om schulden te dragen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ldeflander. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.