Market leader vocabulary units
1. Unit 1: communication
2. fluency in language vloeibaarheid in taal
3. grammatical accuracy grammaticale nauwkeurigheid
4. an awareness of body language een bewustzijn van lichaamstaal
5. an extensive vocabulary een uitgebreide woordenschat
6. being a good listener een goede luisteraar zijn
7. not being afraid of making mis- Niet bang zijn om fouten te maken
takes
8. a sense of humour gevoel voor humor
9. physical appearance fysieke verschijning
10. no strong accent Geen sterk accent
11. spoken communication Gesproken communicatie
12. articulate duidelijk uitspreken
13. focused geconcentreerd
14. reserved terughoudend
15. coherent samenhangend
16. hesistant aarzelend
17. responsive aanspreekbaar, toegankelijk
18. eloquent welsprekend (iemand die zichzelf
duidelijk uitdrukt, goede spreker)
19. inhibited terughoudend, geremd
20. sensitive gevoelig
, Market leader vocabulary units
21. extrovert extravert persoon
22. persuasive overtuigend
23. succinct beknopt, bondig
24. fluent vlot, vloeiend
25. rambling onsamenhangend, verward
26. vague vaag, onduidelijk
27. clarify verduidelijken
28. confuse verwarren
29. digress afdwalen
30. engage zich bezighouden met, in dienst nemen
31. explain uitleggen
32. interrupt onderbreken
33. listen luisteren
34. ramble onsamenhangend praten
35. face to face oog in oog
36. causing offence aanstoot geven
37. get away with it ermee wegkomen
38. make things up dingen verzinnen
39. keeping in touch contact houden
40. pitching to someone aan iemand voorstellen/presenteren
, Market leader vocabulary units
41. get straight to the point meteen terzake komen
42. on the same wavelength op dezelfde golflengte
43. put you in the picture iemand op de hoogte brengen
44. talking at cross purposes langs elkaar heen praten
45. beating about the bush Ergens omheen draaien, niet ter zake
komen.
46. hear on the grapevine iets via via horen
47. put in a nutshell kort samengevat
48. got the wrong end of the stick het bij het verkeerde einde hebben, ver-
keerd begrepen hebben
49. can't make head or tail of it er nog kop of staart aan krijgen, er niets
van begrijpen
50. talking to a brick wall tegen een muur praten, geen antwoord
krijgen
51. straight from the horse's mouth als eerste iets te horen krijgen
52. keep me in the loop houd me op de hoogte
53. hold on a second wacht even
54. didn't catch that Snapte dat niet
55. slow down vertragen
56. call you back Bel u terug
57. Sorry could you repeat that? Asking for repetition:
I didn't (quite) catch that.
Could you speak up, please?
, Market leader vocabulary units
Could you say that again,
please?
58. What do you mean by ....? Asking for clarification:
What does ... mean?
Could you clarify that?
59. Would/could you spell that, Checking information:
please?
Can I read that back to you?
60. Sorry, I'm not with you. Problems with understanding:
Sorry, I don't follow you.
Sorry, I'm not sure I know what
you mean.
61. Could you give me some more Asking for furthur information:
details, please?
Could you be a bit more specif-
ic?
Could you explain that in more
detail?
62. Sorry, it's a bad line. Technical problems:
Can I call you back?
It's a terrible connection.
I'm afraid I'll have to get back to
you later.