ROMEINSE ARCHEOLOGIE
LES 1: HISTORIEK, BRONNEN EN METHODES
1: INLEIDING
1.1.: ENKELE VOORBEELDEN
• Dia 2: schilderij “The Archaeologist” (18de eeuw)
o Verschillende elementen uit Rome worden gecombineerd → start Romeinse archeologie
• Dia 10: Colosseum
o Grootste amfitheater uit de 1ste eeuw onder Vespasianus
• Dia 11: Augustus van Prima Porta
o Typisch Romeinse houding met de iconografie van een grote vorst op de borstplaat
• Dia 12: Portonaccio tempel (= Etruskische tempel) → gericht aan Apollo
o Geen zuilen rondom + groot voorportaal (↔ Grieks)
• Dia 13: Tempel van Jupiter (= belangrijkste)
o Gelijkenissen met de Etruskische tempel
• Dia 21: Mausoleum keizer Augustus
o Slechte bewaring
• Dia 22: stijging stadsniveau
o Forum Romanum, Forum van Trajanus (stratigrafie), Forum van Julius Caesar (landbouw)
1.2.: DEFINITIE
Klassieke archeologie is de studie van:
• Griekse en Romeinse cultuur
• Griekse en Romeinse literatuur
• Griekse en Romeinse artefacten
• Griekse en Romeinse kunstwerken
1.3.: CHRONOLOGIE
• 117 n.C.: grootste omvang van het RR
• Vanaf 4de eeuw n.C.: verval Rome
o 455 n.C.: 14 dagen plunderingen in Rome door de Vandalen
o Hoofstad Rome → hoofdstad Constantinopel (onder keizer Constantijn)
,2: HISTORIEK
• Middeleeuwen
o Tempels omgebouwd tot kerken
• Humanisme en Renaissance
o Elementen uit de Oudheid komen terug in de aandacht
• Antiquarisme
o Object – gericht: verzamelen → tentoonstellen → 1ste musea
o Grand Tour: toerisme voor de rijke elite → nieuwe interesse in de Oudheid
o Eerste documentatie: bevat elementen die vandaag verdwenen zijn (kurkmodel Chichi)
o Eerste opgravingen: niet – wetenschappelijk → men jaagt achter kunst (d.a. Pompeii)
• 19de – 20ste eeuw
o Napoleon: wetenschappelijker dankzij nauwkeurige registratie
o Fotografie: bevat elementen die vandaag verdwenen zijn (d.a. Meta Sudans)
o Mussolini: aanleg triomfstraat (= fascistisch regime) → meerdere gebouwen verloren
• Na WOII
o Introductie nieuwe technieken
o Bredere periferie (Romeinse archeologie)
3: BRONNEN
Hoofdbron = materiële cultuur:
• Grondsporen (vb. greppels, waterputten,…)
• Opstaande gebouwstructuren (vb. monumenten,…)
• Artefacten en ecofacten (vb. aardewerk, metalen objecten, houten objecten,…)
4: METHODES
• Opgravingen
o Vb. Rome, provincies, urbane/plattelandscontext,…
• Monument – analyse
o Vb. muurwerkverbanden, muurschilderingen,…
• Prospectie en landschapsarcheologie
o Vb. geofysische prospectie,…
• Materiaalstudie
o Vb. amforen,…
• Natuurwetenschappelijke studies
o Vb. pigmentanalyse, petrografische analyse,…
• Hulpbronnen
o Vb. literaire bronnen, epigrafie, (online) databanken,…
,LES 2: ROMEINS ITALIË – VEROVERING, KOLONISATIE EN URBANISAT IE
1: BRONSTIJD/IJZERTIJD NEDERZETTINGSDYNAMIEK IN CENTRAAL – TYRRHEENS ITALIË
1.1.: VROEGE BRONSTIJD → MIDDEN – BRONSTIJD (2300 V.C. – 1300 V.C.)
• Stabilisatie
o Open locaties
o Toename nederzettingsduur
1.2.: LATE BRONSTIJD → FINALE BRONSTIJD (1300 V.C. – 1050 V.C.)
• Selectie en contractie
o Verdedigbare locaties
o Afname aantal sites, maar toename van omvang
1.3.: FINALE BRONSTIJD → VROEGE IJZERTIJD (1050 V.C. – 880 V.C.)
• Conglomeratie en proto – urbane centra + centralisatie en toenemende complexiteit
o Verlaten sites
o Formele begraafplaatsen
o Nieuwe grote continu bewoonde centra op plateaus
2: ETRUSKISCHE FASE
2.1.: CHRONOLOGIE
I. Villanova periode (900 v.C. – 720 v.C.)
II. Oriëntaliseerde periode (720 v.C. – 580 v.C.)
III. Archaïsche periode (580 v.C. – 480 v.C.)
IV. Klassieke periode (480 v.C. – 320 v.C.)
V. Hellenistische periode (320 v.C. – 27 v.C.)
2.2.: GROEPEN
• Noordelijke groep
o Vb.: Volterra, Populonia, Vetulonia, Roselle
• Zuidelijke groep
o Vb.: Veio, Cerveteri, Tarquinia, Vulci
• Oostelijke groep
o Vb.: Arezzo, Cortona, Perugia, Chiusi, Orvieto
2.3.: NEDERZETTINGSDYNAMIEK (VILLANOVA PERIODE)
• Locatie
o Grote defensieve plateaus
o Nabijheid van handelsroutes
• Begraafplaatsen
o Buiten de nederzetting in grafclusters
, 2.4.: SOCIAAL – POLITIEKE PROCESSEN (VILLANOVA PERIODE)
• Periode 1 (950 v.C. – 880 v.C.)
o Nieuwe machtsrelaties → KRIJGERS
o Verzwakking privileges en macht v/d elite
o Interne machtsverhoudingen tussen clans/families
o Vroege oorsprong van de Romeinse curia (= gebouw v/d zitting van o.a. magistraten)
• Periode 2 (880 v.C. – 725 v.C.)
o Status gebaseerd op publieke rol
o Opkomst politiek – militaire klassen
o Statusverschillen zichtbaar in grafgebruiken
3: LATIJNSE CULTUUR
3.1.: HEILIGDOMMEN
• Natuurlijke heiligdommen
o Gelegen nabij bronnen
o Geen grote architecturale constructies
o Votieven: ceramiek, voedsel, drank, terracotta, munten, bronzen,…
• Tempelheiligdommen
o Vb.: Portonaccio tempel (= Etruskische tempel gericht aan Apollo)
3.2.: SETTING ROME (= BELANGRIJKSTE CENTRUM V/H MIDD. ZEEGEBIED)
3.2.1.: VROEGSTE ONTWIKKELING
• 753 v.C.
o Mythische stichting Romulus en Remus
• IJzertijd
o Villanova – cultuur bewoond heuvels
• 8ste – 6de eeuw v.C.
o Bouw stadsmuur rond Palatinus
• 6de eeuw v.C.
o Start urbanisatie
▪ Landaanpassing → hoogteverschillen (nog steeds zichtbaar)
▪ Monumentale steenarchitectuur (vb. Tempel van Jupiter)
• 4de eeuw v.C.
o Bouw muur van Servius Tullius