Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Buitenlandse rechtsstelsels en terminologie €9,96
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Buitenlandse rechtsstelsels en terminologie

 3 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting bevat alle powerpoints met bijbehorende notities van alle lessen, een inhoudstafel en enkele examenvragen. Behaalde punten: 17/20. Stuur mij een DM op messenger, daar verkoop ik de samenvatting aan een goedkopere prijs!

Aperçu 4 sur 124  pages

  • 15 décembre 2024
  • 124
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (12)
avatar-seller
katomichiels12
ALGEMENE INLEIDING

- Waarom een vak ‘Buitenlandse rechtsstels’? → 1) Vergelijkbaarheid:
o Belgisch recht grotendeels gevormd door buitenlands recht (overheersingen, enz.)
o Context internationalisering en toenemende mobiliteit
▪ Belang van Europees recht → wisselwerking tussen nationaal en supranationaal recht →
Europees recht = gebaseerd op buitenlands recht uit rechtsfiguren in lidstaten →
verordeningen → afgekondigd en vervolgens rechtstreekse werking in eigen land →
daarom ook belangrijk voeling met grote rechtstradities
▪ Eenmaking en harmonisatie (= naar elkaar toebrengen zonder dat ze één worden)
(dwingend bv. internationaal verdrag of als model bv.professoren die samenkomen “wat is
beste recht om op te stellen” = principals van recht voor landen die hun recht willen
hervormen en kant en klare wet kunnen implementeren die door experten is opgesteld)
▪ Toepassing buitenlands recht in Belgisch recht (bv. IPR = internationaal privaatrecht) → is
België wel bevoegd?
o Jurist zijn = kritisch het recht in vraag durven stellen
▪ Creatieve oplossingen en inspiratie zoeken → warm water moet niet worden uitgevonden
→ alternatieve oplossing in Belgisch recht is kijken hoe men het doet in buitenland om
zo’n oplossing te implementeren
▪ Bewust zijn van de relativiteit van het recht → wij zijn een stipje in de wereldkaart → er
zijn heel veel mogelijke andere oplossingen
o Rechtsvergelijkend onderzoek
▪ Verplicht in papers → weten naar welk land het nuttig is te kijken
- 1 geïntegreerd vak → wel focus op dezelfde rechtsstelsels → waarom? → 1) vergelijkbaarheid (zie supra) 2)
invloed
o Waarom deze 3 specifiek (Frans/Engels/Duits)
▪ Oplossingen vaak gevonden in de rechtststelsels die wij gaan bespreken
▪ Oerstelstels van hun rechtsfamilies
o Deze 3 maken deel uit van recht → kan je opdelen in 3 rechtstradities/families → klassieke indeling
(zie ook vak 2e master → rechtsvergelijking)
▪ Europees-contintentaal rechtsstelsels = civil law groep → westerse rechtsstelsels (waar
wij ook toe behoren) → daarbinnen aantal die het meest invloedrijk zijn geweest
• Romaanse rechtsstelsels (Frans recht)
• Germaanse rechtsstelsels (Duits recht)
• (Noordse of Scandinavische rechtsstelsels)
• (Slavische rechtsstelsels)
▪ Anglo-Amerikaanse rechtsstelsels → westers rechtsstelsel → type dat we gaan bekijken
Engels = meest invloedrijk en ook Amerikaans
▪ Religieuze rechtsstelsels
• Bv. Islaams recht, hindoe-recht
▪ Oosterse rechtsstelsels
• China, Japan
▪ Chtonische rechtsstelsels = verzamelterm voor rechtsstelsel die het bekijken als hoger
gedeelte/ deel van bovennatuurlijke → recht als integraal geheel van hoe wij samenleven,
natuur functioneert
▪ Socialistische rechtsstelsels
• Bv. Rusland (communistisch stelsel) → nu: aan belang verloren
o Opgelet: indeling
▪ Relatief → het is bedacht door professoren die gevormd zijn vaak in westerse
rechtstraditie
▪ En bovendien onderhevig aan evolutie → omdat stelsels wissel van categorie bv.
Nederland vroeger beïnvloed door Frans recht, in 20e eeuw steeds meer Duits recht en
Zwitsers recht
▪ Meerlagig → mixed jurisdictions → bv. Zuid-Afrika, Schotland die traditioneel recht van 2
verschillende rechtsfamilies bij elkaar hebben gehaald → lagen van verschillende



1

, rechtsfamilies + kolonisaties → aanvulling met recht dat er al was → mix met koloniaal
recht
- 2) Invloed
o Invloed Frans recht (vooral grondwet → invloed Franse revolutie)
▪ Europa o.a. België, Luxemburg, Nederland,…
▪ Latijns-Amerika
▪ Afrika (door kolonisatoren)
▪ Midden-Oosten
▪ Midden-Amerika (die Franse geschiedenis hebben)
o Invloed Duits recht → zeer afkerig tegen dictatuur → invloedrijk voor landen die ook dictatuur
waren
▪ Europa: Centraal-Europa (na val communisme), Zwitserland, Spanje, Portugal
▪ Japan, China
▪ Brazilië
o Invloed Engeland → vroeger Groot-Brittannië wereldrijk → enorm veel landen zaten in
invloedsfeer en nu ook nog erg aanwezig
▪ Commonwealth: VS, Canada, Australië, Zuid-Afrika, India, Pakistan,…
▪ Ook andere landen
o VS → heeft Engeland overvleugeld → heel sterke eigen ontwikkeling → eigen rechtsontwikkeling
▪ Op vlak van Grondwet i.h.b. Latijns- Amerika, ook elders
▪ Op vlak van Economische recht: wereldwijd (competition law, bankruptcy law)

FRANS RECHT
I. HISTORISCHE CONTEXT
A. ONDERDEEL VAN HET (WEST-) ROMEINSE RIJK

- Initieel gebruiken en gewoonten van de verschillende Keltische volksstammen
o Allemaal verschillende stammen in Europa → daarna: Romeinen → wereldrijk → overheersing
Europese stammen → toen bestond Frankrijk niet → Keltische volkstammen leefden er → recht =
versnipperd, gebruiken en gewoonten van die stammen → alles van Frankrijk nu, valt onder
Romeins Rijk → naarmate het Romeins rijk zich verder uitbouwede, werd romeins recht steeds
belangrijker → heel invloedrijk geweest, geschreven wetten
- Nadien quasi-universele toepassing van het Romeinse recht



B. 476: VAL VAN HET WEST-ROMEINSE RIJK

- Verbrokkeling van het grondgebied en van het recht
o Noorden: Romeins recht wordt grotendeels verdrongen door het Bourgondische,
Frankische en Normandische gewoonterecht → terug door stammen verdrongen →
ze zijn verder gegaan met waar ze initieel mee bezig waren = pays de droit coutumier
• Personele toepassing van het recht → op jou als persoon was recht
van toepassing van stam waarin jij leefde
• Vnl. mondelinge overlevering, soms opgetekend in teksten
o Zuiden: traditie van het Romeins recht blijft grotendeels bewaard = pays de droit écrit
• Reden 1: personele toepassing niet evident → in zuiden meer
beweging tussen verschillende stammen → migratie en gemengde
huwelijken bemoeilijken de personele toepassing van het recht (cfr. IPR)
• Reden 2: machtsstrategie lokale koningen → makkelijker te controleren → lokale
koningen verzamelen de geldende Romeinse regels en geven deze opnieuw uit in
wetboeken


C. 8E-18E EEUW: TIJDPERK VAN DE FRANSE KONINGEN


2

,- 8e-9e eeuw: Karel de Grote herenigde het Frankische (d.i. het West-Romeinse) rijk → Frankrijk, ook
Duitsland, enz. maakten deel uit van 1 groot Rijk = Frankische Rijk
- 843: Verdrag van Verdun (zie figuur)
o Verdeling van het Frankische rijk
o Creatie van het West-Frankische rijk, de voorloper van Frankrijk → dit is het ontstaan van Frankrijk
→ grenzen min of meer gelijke grenzen met nu
▪ Hier kiemen gelegd voor conflict met Duitsland (meest oostelijke zal ook deel van
Duitsland worden)




- 9e-18e eeuw: van feodaliteit (= idee van leenheer waar lokale vorsten heer en meester waren) naar
geleidelijke centralisatie (‘ancien régime’) (feodaliteit steeds meer plaats maken voor centraal gezag dat ook
nu in Frankrijk is)
o Recht blijft lang zeer verbrokkeld (zie supra: pays de droit coutumier vs. pays de droit écrit → bleef
initieel in voege)
▪ Ondersteuning gewoonterecht door Franse Koningen → voordeel gewoonterecht te
blijven ondersteunen → zeker in noorden, ook in Zuiden waar overlevering van Romeins
recht ook was beïnvloed door lokale gebruiken. Bewuste strategie van Franse
vorstendommen om hun eigen recht te ondersteunen en zo afstand te nemen van de
Duitse keizers (Duitsland is eigen rijk), die steunden op het Romeinse recht
▪ Verbrokkeling maakte geleidelijk aan plaats voor eenmaking → er was al beperkte
eenmaking van rechtspraak door de koninklijke rechtbanken die geleidelijk ontstonden
naast feodale rechtbanken (leenheren hadden eigen rechtbanken → heersers zeiden “het
is zo en niet anders”) → Franse koningen wilden macht verstevingen dus naast deze
rechtbanken richtten ze eigen rechtbanken op
• Grote invloed van het Parlement de Paris: belangrijkste Franse rechtbank
(‘parlementen’ waren initieel geen rechtbanken)
o Bevoegd voor grote delen van het grondgebied <> andere rechtbanken
waren er voor elk gewoonterechtelijk gebied
o Interpretatie van regio waar men vandaan kwam → verschillende
coutumes, in het licht van de eigen Parijse gewoonte = de eigen
Coutume de Paris
▪ Voorzichtige start van rechtseenmaking → geleidelijke
centralisatie → spraken zich uit over andere gewoonterecht
maar door lens eigen gewoonterecht
o Rechters gerekruteerd uit advocaten → beslechting door advocaten die
zich uitspraken over Franse recht → Pragmatische (praktisch zijn, kijkt
naar toepassing recht) ontwikkeling van het Franse recht → weinig
rechtsleer in vgl met ons → geschreven door practici, adovcaten,
notarissen die reflecteren uit praktijk, hier: ook conceptueel,
vergelijkend (i.t.t. Duits recht: kijken ivg met Frans recht naar grote
principes, ontwikkeld door professoren aan universiteiten)
- 17e-18e eeuw: hoogtepunt centralisatie → grotere koninklijke macht → Franse koningen gingen macht
versterken kregen wetgevende bevoegdheden (eerst gewoon hun koninklijke rechtbanken) → wetgevende
bevoegdheid d.m.v. ordonnances
o Monarchie van goddelijk recht (koning gezalfd te Reims): gezag komt van boven
▪ Aliniantie tussen koning en kerk → ontleende legititimeit eraan

3

, o Wet = wil koning = goddelijke wil (maar voortdurende spanning kerk vs. koning)
o Gewoonterecht (droit coutumier) is theoretisch ondergeschikt aan de wet → dit is het ontstaan van
Frankrijk
o Zo eerste codificaties (bv. handelsrecht, zeerecht) = systematiseren van bestaande rechtstregels
per bestaande rechtsstak
▪ Koningen wilde 1 recht



D. 1789: FRANSE REVOLUTIE (1789) TOT 1958

- Breuk met de maatschappelijke en staatkundige organisatie van het ancien régime
- Idee: macht aan het volk (staat ook in Fr. Gw.) → volk bepaalt recht en niet koning die mocht heersen van
God: wet = wil van de natie = centraal → légicentrisme → recht ontleent legitimeit hieraan → is logisch,
maar in Fr. nog verder doorgedreven → gevolg: rechtspraak is minder gezaghebbend dan in andere stelstels
→ alle andere bronnen die niet rechtstreeks teruggaan op wil volk zoals rechtspraak daar is men
wantrouwig tegenover → Nu: centralisatie door wet als wil van volk
- Grote wetgevende activiteit → belangrijke wetgevende documenten:
o Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen (preambule; 1789) → hét document met
kernwaarden → Franse revolutie = copernicaanse omwenteling in recht: liberté, égalité, fraternité
▪ Nu: ook nog integraal deel uit maakt van Fr. Gw. (in preambule)
▪ Zeer invloedrijk; bv. voor Belgische Grondwet, Universele Verklaring van de Rechten van
de Mens (UVRM), Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
o Grondwet (1791). Legt nadruk op: institutionele hervormingen, relatieve scheiding
der machten, bescherming burger via grondrechten → staatsstructuur ook geregeld zodat volk
controle kan behouden
o Napoleontische codificaties. Code civil (1804), Code de procédure civil (1806),
Code de commerce (1807), Code d’instruction criminelle (1808), Code pénal (1810)
- Eén centrale beroepsinstantie (Tribunal de cassation) i.p.v. regionale parlementen (koninklijke rechtbanken)
→ vertrouwen rechtbanken in voordeel adel, koning niet meer
- Hervorming van de Franse administratie. Centralisatie van Fr. blijft, maar wordt anders georganiseerd
(departementen opgericht met relatieve bestuursautonomie)
- Periode van instabiliteit → achtereenvolgende verschillende soorten staatssvormen → Van grondwettelijke
monarchie (1791) naar Republiek (1793), maar veel achtereenvolgende, meestal vrij kortstondige regimes
o (1ère & 2ème Républiques, 1er Empire, Restauration, Monarchie de juillet, 2ème Empire, 3ème
République, 4ème République) → vandaag zitten we al aan 5e republiek sinds Fr. regime
o 3e en 4e Republiek (1870-1940 en 1946-1958) = parlementaire, weinig stabiele regimes, met
nadruk op wetgevende macht, niet op uitvoerende macht
- Geen grondwettelijke controle: de facto wet boven grondwet → geen centrale instantie met
grondwettelijke controle, in theorie stond het wel boven grondwet maar in praktijk niet


E. 1958 : 5 E REPUBLIEK (HUIDIGE REGIME)

- Context: onafhankelijkheidsoorlog Algerije (1954-1962) die ook Fr. staat tot op grondvesten deed daveren
en zwakheid van de 4e Republiek brengen Generaal Charles de Gaulle (opnieuw → ook leider van Fr.
regering in 2e WO in ballingschap) aan de macht
- Gevolg: nieuwe Republiek en nieuwe Grondwet (Constitution; 1958):
- nadruk op de uitvoerende macht → is voor België vreemd (belangrijke rol Franse president is) → sterke
president als gevolg van zwakke regimes na Franse regime en wet belangrijkste was (is conform instabiliteit,
maar niet per se wil van volk zoals in franse revolutie)
o Centrale rol van de Président de la République (rechtstreeks verkozen): semi-presidentieel regime
→ wel parlementair, maar het is Franse president die enorm veel macht heeft
o Residuaire bevoegdheid bij de uitvoerende macht → alle bevoegdheden die niet expliciet worden
toebeschreven aan wetgevende macht (parlement) liggen bij president → wil van volk is ook wil
om iemand te kiezen → franse volk gaat kiezen
o Grondwettelijke controle ingevoerd via Conseil constitutionnel = Grondwettelijke raad
- Figuur

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur katomichiels12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,96
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté