Maximale convergentie
- Tijdens gecombineerde extensie-rotatie-homolat. LF (homoniem) (bv: ext-rotatie R-LF R)
- Creëert ook compressie aan homolaterale zijde van LF
Maximale divergentie
- Tijdens gecombineerde flexie-rotatie-homolat. LF (homoniem) (bv: fl-rot R-LF R)
- Creëert ook spanning aan contralaterale zijde van de LF
Maximale compressie aan homolaterale ZAJ (bijv. R ZAJ) (bv: ZAJ aan zijkant buiging)
- Tijdens gecombineerde extensie-LF-heterolaterale rotatie (heteroniem) (bv: ext-LF R-rot L)
Maximale spanning op capsuloligamenteuze structuur van heterolaterale ZAJ (bv: L ZAJ) (bv: ZAJ aan rotatiezijde)
- Tijdens gecombineerde flexie-LF-heterolaterale rotatie (heteroniem) (bv: fl-LF R-rot L)
CWK
• artrokinematica
o flexie
▪ Totale flexie- en extensiebeweging: 90-110°
▪ Flexie: 60-65° (twee vingers tussen kin en sternum)
▪ Meeste beweging: C4-C5 en C5-C6
▪ In beide ZAG's glijden de processi articulari inferiores van de boven-liggende wervel naar ventro-
craniaal.
▪ Op het einde van de flexiebeweging ontstaat er dus een dorso-caudale gapping in de ZAG's
▪ Het foramen intervertebrale vergroot tijdens flexie
o Extensie
▪ Twee parameters:
- Voorhoofd: horizontaal of +/- 15° extensie
- gewicht v/h hoofd: achter de schouderlijn (anders enkel hoogcervicale extensie)
▪ Meeste beweging: C4-C5 en C5-C6
▪ In beide ZAG's gliden de processi articulari inferiores van de boven-liggende wervel naar dorso-
caudaal.
▪ Op het einde van de extensie-beweging ontstaat er dus een ventro-craniale gapping in de ZAG's.
▪ Het foramen intervertebrale word ook kleiner tijdens extensie
o Lateroflexie
▪ 45° (leeftijdsafhankelijk)
▪ Meeste beweging: C3-C6
▪ Geringste beweging: C7-T1
▪ In het homolaterale ZAG glijdt de processus articularis inferior van de bovenliggende wervel naar
caudaal en dorsaal.
▪ In het heterolaterale ZAG glijdt de processus articularis inferior van de bovenliggende wer-vel
naar cranial en ventraal.
▪ In de mid- en laag-CWK zijn lateroflexie en rotatie altijd homolateraal gekoppeld
▪ Tijdens lateroflexie wordt het foramen intervertebrale aan de hetero-laterale zijde groter en aan
de homolaterale zide kleiner
, o Rotatie
▪ 80°-90° (neus in verlengde van de schouders) (leeftijdsafhankelijk)
▪ Meeste beweging: C1-C2 (45°)
▪ In het homolaterale ZAG glijdt de processus articularis inferior van de bovenliggende wervel naar
dorsaal en caudaal.
▪ In het heterolaterale ZAG glijdt de processus articularis inferior van de bovenliggende wervel naar
ventraal en craniaal.
▪ In de mid- en laag-CWK zijn lateroflexie en rotatie altijd homolateraal gekoppeld
▪ Tiidens rotatie wordt het foramen intervertebrale aan de heterolaterale zijde groter en aan de
homolaterale zijde kleiner
• Klinisch Onderzoek
o Inspectie
▪ In zit
- Lateraal
Positie hoofd: protractie/retractie?
Positie hoofd tov de hals
Positie hoofd tov de schouders
Curvatuur CWK: lordose/kyfose?
СТО-bump?
CWK-break/hinge point?
➢ Let op een typerende huidplooi
Forward head posture (FHP)
➢ met hoge CWK-extensie en lage CWK-flexie
Curvatuur thoracale wervelkolom (TWK): kyfose/flat back?
➢ Soms combinatie van hyperkyfose TWK met hyperlordose CWK.
Curvatuur lumbale wervelkolom (LWK): lordose/uit-gevlakt/kyfose.
➢ Merk ook het verschil op tussen een neutrale LWK-lordose en een thoracic upright
sitting (active extensie thv TLO).
Protractie/retractie ter hoogte van de schoudergordel.
Positie scapulae (abductie, adductie, elevatie, depressie, rotaties, winging, tilting).
Musculatuur: spiermassa, spiertonus, symmetrie/asymmetrie, atrofie?
Sternum: depressie/lift?
Humerus: cuput humeri 1-3e anterieur tov acromion? (Palpatie!)
- Dorsaal
Positie hoofd in frontaal vlak: shift, rotatie, lateroflexie, combinaties? Antalgische
houding? Of gewoontehouding?
Curvatuur CWK: scoliose, shift.
Curvatuur TWK: scoliose, shift.
Positie scapulae (abductie, adductie, elevatie, depressie, rotaties, winging, tilting).
Musculatuur: spiermassa, spiertonus, symmetrie/asymmetrie, atrofie?
Observatie van de ademhaling (top, flank, buik).
- Ventraal
Positie hoofd in frontaal vlak: shift, rotatie, lateroflexie, combinaties? Antalgische
houding? Of gewoontehouding?
Curvatuur CWK: scoliose, shift.
Curvatuur TWK: scoliose, shift.
Musculatuur: spiermassa, spiertonus, symmetrie/asymmetrie, atrofie?
Observatie van de ademhaling (top, flank, buik).
- Functionele scoliose = bij vooroverbuigen nog steeds aanwezig
- Structurele scoliose = bij vooroverbuigen neemt deze af of verdwijnt
, ▪ In stand
- Lateraal
Protractie/retractie thv de schoudergordel.
Positie van het hoofd tov de nek in het sagittale vlak.
CWK: lordose, Kyfose?
Curvatuur van de TWK, LWK. Spiermassa en -tonus
- Dorsaal
Positie hoofd in frontaal vlak.
Curvatuur CWK.
Positie schouderblad (abductie, adductie, elevatie, rotatie).
Thoracale basis.
Spiermassa en -tonus.
- Ventraal
Curvatur van de CWK.
Positie hoofd in het frontale vlak.
Spiermassa en -tonus.
▪ Scapulaire posities en bewegingen
Scapulaire positie Mogelijk geassocieerde verandering van de axio-scapulaire en/of thoraco-humerale
spieren
Elevatiestand Hypertonie UT/levator scapulae/rhomboidei
Depressiestand Hypertonie van pectoralis major/latissimus dorsi/(SA)
Zwakte/inhibitie van UT
Winging Zwakte/inhibitie van SA (soms door parese n. thoracicus longus)
Musculair onevenwicht trapezius/SA
Pseudowinging/tilting Hypertonie van pectoralis minor/biceps brachii/posterieur kapsel
Musculair onevenwicht LT/SA
Adductiestand Hypertonie van rhomboidei/trapezius tranversa of geheel
Zwakte/inhibitie van SA
Abductiestand Hypertonie van pectorales/ SA
Zwakte/inhibitie van trapezius
Opwaartse rotatiestand Hypertonie van SA/LT/UT
Zwakte/inhibitie van levator scapulae/rhomboidei
Neerwaartse rotatiestand Hypertonie van levator scapulae/rhomboidei, pectoralis minor/deltoideus supraspinatus
Zwakte/inhibitie van SA/UT/LT
▪ Ademhaling in ruglig
- Frequentie: 10-20 per minuut
tachypneu (=toename)
➢ ademteugvolume daalt en compensatoir neemt frequentie toe
➢ bv: pneumonie, longoedeem, longfibrose
bradypneu (=afname)
➢ traag en diep ademhalen
➢ bv: luchtwegobstructie, hersenletsel met coma
- Afwijkend ademhalingspatroon
COPD
➢ Topademhaling (uitgesproken activiteit van scaleni en sternocleidomastoideus)
Ziekte van Bechterew
➢ Vaak is flankademhaling niet mogelijk
Houdingsdisfunctie met doorgezakt zitten
➢ Topademhaling
, ▪ Inspectie van de huid
- Kleur
Wit = ischemie
Rood = inflammatie
Blauw = hypoxie
- Veranderde consistentie
- Oppakbaarheid van de huid en onderliggen bindweefsel (oedeem)
o Palpatie
▪ Anterieur
- Benige structuren
Os hyoideum
➢ hoefijzervormige botstuk situeert zich net boven het cartilago thyroidea
(schildkraakbeen)
➢ wordt het best gepalpeerd via pincetgreep (duim en wijsvinger)
➢ frontaal vlak thv C3
➢ bij slikken kan de beweging worden gepalpeerd
larynx
➢ cartilago thyroidea
❖ langer en minder breed ivm os hyoideum
❖ uitstekende bovenrand = adamsappel (C4)
❖ inferieur deel thv C5
➢ cartilago cricoidea
❖ caudaal van cartilago thyroidea palpeert men een opening met daaronder een
kraakbenige ring
❖ frontaal vlak thv C6
❖ voorzichtig palperen (bij te hard mogelijkheid op kokhalzen)
➢ tuberculum caroticum
❖ 2,5 cm lateraal van cartilago cricoidea
❖ = tuberculum anterior van de processus transversus van C6
❖ Unilaterale palpatie in de diepte naar posterieur
Bilaterale palpatie kan doorbloeding van a. carotis communis
belemmeren (plotse daling hartfrequentie)
- Weke delen
Anterieure driehoek
➢ Lateraal begrensd door beide mm.sternocleidomastoidei
➢ Bovenaan begrensd door mandibula
➢ Onderaan begrensd door sternum
M. sternocleidomastoideus
➢ Bekijk vorm, omvang en tonus
➢ Beter zichtbaar bij heterolaterale rotatie
Pulsaties van de a. carotis communis (ruglig)
➢ Loopt naast tuberculum caroticum
➢ Unilaterale palpatie van de pulsatie !!!!
Fossa supraclavicularis (ruglig)
➢ Oppervlakte holte craniaal van de clavicula
➢ Men kan op zoek gaan naar een ongewone zwelling of knobbeltjes
❖ Indien aanwezig wordt de 1e rib gepalpeerd
Mogelijke vasculaire en/of neurologische symptomen