▪ Lokale inspectie
- Sagittaal vlak
Genu flexum (1) – genu recurvatum (2)
Sway back houding (3)
➢ Posterieure tilt
➢ Hyperextensie van de knieën (3) (4) (5)
➢ Toegenomen thoracale kyfose
➢ Forward head posture
Kyfolordotische houding (4)
➢ Anterieure tilt
➢ Hyperextensie van de knieën
➢ Toegenomen thoracale kyfose
➢ Toegenomen lumbale/cervicale lordose
Afgevlakte lumbale wervelkolom (5)
➢ Posterieure tilt
➢ Afgevlakte lumbale wervelkolom
, - Frontaal vlak
Beenlengteverschil
➢ SIAS – Onderrand malleolus lateralis
➢ Bovenrand trochanter – Onderrand malleolus lateralis
Coxa vara (<120°) – coxa valga (>135°)
➢ Normaal: 120° - 130/135°
❖ Optimale belasting door dat krachtvector in richting is van het midden van het
acetabulum
➢ Coxa valga
❖ Grotere hoek dus vector gaat meer naar boven staan => minder optimale
belasting => lichaam gaat zich aan passen, zorgt ervoor dat oriëntatie meer
naar beneden wordt georiënteerd zdd dat het toch naar het midden van het
acetabulum gaat (hoek ongewijzigd)
❖ Dijbeen meer naar lateraalwaarts
varus positie thv knie
toegenomen abductie femur
➢ Coxa vara
❖ Kkleinere hoek dus vector gaat meer naar beneden staan => minder optimale
belasting => lichaam gaat zich aan passen, zorgt ervoor dat oriëntatie meer
naar boven wordt georiënteerd zdd dat het toch naar het midden van het
acetabulum gaat (hoek ongewijzigd
❖ Dijbeen meer naar mediaalwaarts
valgus positie thv knie
toegenomen adductie femur
S-scoliose – C-scoliose
- Transversaal vlak
Congenitale anteversie – retroversie (craig’s test)
➢ Normaal: 8-15°
❖ Optimale belasting door dat krachtvector in richting is van het
midden van het acetabulum
➢ Anteversie (>35°) => Endorotatiestand
❖ Grotere hoek → lijn van actie gaat zich minder optimaal oriënteren
thv acetabulum, hier: meer naar voor → meer druk op anterieure
labrum → lichaam gaat zich aanpassen door lijn van actie meer naar
posterieur te leggen
❖ Stappen met voeten naar binnen
➢ Retroversie (<5°) => exorotatiestand
❖ Kleinere hoek → lijn van actie gaat zich minder optimaal oriënteren
thv acetabulum, hier: meer naar achter → meer druk op posterieure
labrum → lichaam gaat zich aanpassen door lijn van actie meer naar
anterieur te leggen
❖ Stappen met voeten naar buiten
Congenitale anteversie Congenitale retroversie
Endo gaat makkelijk Exo gaat makkelijk
Exo gaat stroef Endo gaat stroef
, o Palpatie
▪ Botstructuren
- Stand
Crista iliaca
➢ Hoogste punt: Tussen processi spinosi L4 en L5
Spina iliaca anterior superior (SIAS) => thv S1
Spina iliaca posterior superior (SIPS) => thv S2
▪ Spieren
- Voorlig
M. piriformis
➢ Tussen de bovenrand trochanter major en de helft van de afstand SIPS – AIL
➢ Verdeelt de incisura ischiadica major
❖ Foramen suprapiriforme
Bevat a. en v. glutea superior en n. gluteus superior
❖ Foramen infrapiriforme
Bevat a. en v. glutea inferior en n. gluteus inferior
Bevat n. ischiadicus
Bevat n. cutaneus femoris posterior
M. gluteus medius
➢ Convergerend vanaf onderzijde voorste 3/4 van crista iliaca
➢ Posterocraniaal van trochanter major
-
, M. gluteus maximus
➢ Bovenrand
❖ SIPS – bovenzijde trochanter major
➢ Onderrand
❖ Kruist horizontale bilplooi
❖ Os coccygis – tuber ischiadicum
Hamstrings (m. semitendinosus/m. semimembranosus/m. biceps femoris caput
longum)
- Ruglig
M. tesnor fasciae latae (TFL)
➢ Ventraal van trochanter major
Tractus iliotibialis
M vastus lateralis
➢ Zowel posterior als anterior van de tractus voelbaar
M. sartorius
➢ Vanaf SIAS naar medio-distaal over bovenbeen tot dorsaal mediale
femurcondyle tot pes anserinus superficialis
➢ Goed zichtbaar in proximaal deel in kleermakershouding
M rectus femoris
Trigonum femorale mediale of trigonum van Scarpa
➢ Laterale begrenzing
❖ M. sartorius
➢ Mediale begrenzing
❖ M. adductor longus
➢ Proximale begrenzing
❖ Ligamentum inguinale
M. adductor longus
➢ Volgorde spieren: pelobregrama
Canalis adductorius
➢ Ingang t.h.v. top trigonum femorale mediale
➢ Groeve tussen m. adductor longus en m. vastus medialis
➢ Onder de m. sartorius peuteren
➢ Bevat
❖ A. en v. femoralis
❖ Sensibele n. saphenus (deel van n. femoralis)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jarnedb2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.