Leerdoelen Psychopathologie
Kennis en inzicht
De aard en de inhoud van de volgende classificatiesystemen kennen: DC 0-5, DSM-5-
TR en ICD- 11, alsmede weten uit welke informatie een classificatie in deze
classificatiesystemen bestaat en hoe deze informatie is georganiseerd.
, Herkennen binnen welk hoofdstuk uit de DSM-5-TR een behandelde DSM-5-TR
classificatie beschreven wordt.
Neuro-ontwikkelingsstoornissen:
1. Verstandelijke beperking
2. ASS
3. ADHD
4. Ticstoornissen
De neurologische ontwikkelingsstoornissen komen vaak samen voor; bijvoorbeeld, personen
met een autismespectrumstoornis hebben vaak een intellectuele ontwikkelingsstoornis
(intellectuele beperking), en veel kinderen met
aandachtstekortstoornis/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) hebben ook een specifieke
leerstoornis. De neurologische ontwikkelingsstoornissen komen ook vaak samen voor met
andere mentale en gedragsstoornissen die in de kindertijd beginnen (bijvoorbeeld
communicatiestoornissen en autismespectrumstoornis kunnen geassocieerd worden met
angststoornissen; ADHD met oppositioneel-opstandige stoornis; tics met obsessief-
compulsieve stoornis).
Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen:
1. Schizofrenie
2. Psychotische stoornissen
Ze worden gedefinieerd door afwijkingen in een of meer van de volgende vijf domeinen:
wanen, hallucinaties, ongeorganiseerd denken (spraak), grofweg ongeorganiseerd of
abnormaal motorisch gedrag (inclusief katatonie) en negatieve symptomen.
Katatonie = een duidelijke afname van de reactiviteit op de omgeving.
Negatieve symptomen = verminderde emotionele expressie en afname van gemotiveerde
zelfgeïnitieerde, doelgerichte activiteiten
Bipolaire en andere verwante stoornissen:
1. Bipolaire stoornis
2. Cyclothyme stoornis (een lichte versie van een bipolaire stoornis; je stemming
schommelt vaak, maar je somberheid loopt niet uit op een depressie)
3. Door middelen/medicatie geïnduceerde bipolaire en verwante stoornis
4. Bipolaire en verwante stoornis als gevolg van een andere medische aandoening
Depressieve stoornissen:
1. Disruptieve stemmingsstoornis
2. Depressieve stoornis (ernstig en aanhoudend)
3. Persisterende depressieve stoornis (continu en langdurig)
Aanwezigheid van een verdrietige, lege of prikkelbare stemming, vergezeld van gerelateerde
veranderingen die het vermogen van het individu om te functioneren aanzienlijk beïnvloeden
,(bijv. somatische en cognitieve veranderingen bij ernstige depressieve stoornis en
aanhoudende depressieve stoornis).
Angststoornissen:
1. Selectief mutisme
2. Specifieke fobie
3. Sociale angststoornis
4. Paniekstoornis
5. Agorafobie (angstig en gespannen in veel verschillende situaties)
6. Gegeneraliseerde angststoornis
7. Seperatieangststoornis
Personen met angst hebben mogelijk meer kans op suïcidale gedachten, een zelfmoordpoging
en een zelfmoordpoging dan personen zonder angst. Paniekstoornis, gegeneraliseerde
angststoornis en specifieke fobie zijn geïdentificeerd als de angststoornissen die het sterkst
geassocieerd worden met een overgang van suïcidale gedachten naar een zelfmoordpoging.
Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen:
1. Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS)
2. Body dysmporphic disorder
3. Haaruittrekstoornis
4. Huidpulken
OCD wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van obsessies en/of
dwangmatigheden. Obsessies zijn terugkerende en aanhoudende gedachten, aandrang of
beelden die worden ervaren als opdringerig en ongewenst,
terwijl dwangmatigheden repetitieve gedragingen of mentale handelingen zijn die een
individu zich gedwongen voelt uit te voeren als reactie op een obsessie of volgens regels die
strikt moeten worden toegepast.
Trauma en stressorgerelateerde stoornissen:
1. Hechtingsstoornis
2. PTSS
3. Ontremde sociale betrokkenheidstoornis
Sociale verwaarlozing - dat wil zeggen, het ontbreken van adequate zorgverlening tijdens de
kindertijd - is een diagnostische vereiste van zowel reactieve hechtingsstoornis als ontremde
sociale betrokkenheidsstoornis. Hoewel de twee stoornissen een gemeenschappelijke
etiologie delen, uit de eerste zich als een internaliserende stoornis met depressieve
symptomen en teruggetrokken gedrag, terwijl de laatste gekenmerkt wordt door disinhibitie
en externaliserend gedrag.
Dissociatieve stoornissen:
1. Depersonalisatie-/derealisatiestoornis
, Voeding- en eetstoornis:
1. Pica
2. Ruminatiestoornis
3. Vermijdende/beperkende voedselinname stoornis (ARFID)
4. Anorexia nervosa
5. Boulimia nervosa
6. Eetbuistoornis
Eliminatiestoornissen:
1. Enuresis
2. Encopresis
Slaap-waakstoornissen:
1. Slapeloosheidsstoornis
2. Hypersomnolentiestoornis
3. Narcolepsie
4. Ademhalingsgerelateerde slaapstoornissen
5. Circadiane ritme slaap-waakstoornissen
6. Non-rapid eye movement (NREM) slaapopwekkingsstoornissen
7. Nachtmerriestoornis
8. Rapid Eye Movement (REM) slaapgedragsstoornis
9. Rustelozebenensyndroom
10. Door middelen/medicijnen veroorzaakte slaapstoornis
Verstorende, impulscontrole- en gedragsstoornissen:
1. Oppositioneel-opstandige stoornis
2. Intermitterende explosieve stoornis
3. Gedragsstoornis
4. Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Middelengerelateerde en verslavingsstoornissen:
Spreekt voor zich
Persoonlijkheidsstoornissen:
1. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis is een patroon van wantrouwen en achterdocht,
waardoor de motieven van anderen als kwaadaardig worden geïnterpreteerd.
2. Schizoïde persoonlijkheidsstoornis is een patroon van afstandelijkheid in sociale
relaties en een beperkt scala aan emotionele expressie.
3. Schizotypische persoonlijkheidsstoornis is een patroon van acuut ongemak in intieme
relaties, cognitieve of perceptuele vervormingen en excentriciteit in het gedrag.
4. Antisociale persoonlijkheidsstoornis is een patroon van minachting voor en schending
van de rechten van anderen, criminaliteit, impulsiviteit en het onvermogen om van
ervaringen te leren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aniekmiddelburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.