Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting familiaal vermogensrecht - AJ 2024-25 - prof. Barbaix €8,99
Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting familiaal vermogensrecht - AJ 2024-25 - prof. Barbaix

 48 vues  0 fois vendu

Samenvatting van het vak familiaal vermogensrecht, gedoceerd in academiejaar 2024-25 door prof. Barbaix Gebruik gemaakt van hoorcolleges, slides en handboek. Exclusief oefencolleges.

Aperçu 4 sur 86  pages

  • 16 décembre 2024
  • 86
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)
avatar-seller
hannedejong
INHOUDSTAFEL AAN EINDE DOCUMENT prof. Barbaix
AJ 2024-25

Familiaal vermogensrecht

INLEIDING
Familiaal vermogensrecht regelt de vermogensrechtelijke aspecten van het familie- en gezinsrecht
à recent hervormd in 2017-2018 en in 2022 inkanteling in BW (maar is eerder overheveling van oude bepalingen)
• Aanknoping met het familierecht en het vermogensrecht: wanneer er in één rechtstak iets verandert,
heeft dat ook gevolgen voor het familiaal vermogensrecht
Bv. Marx-arrest: oud arrest van het EHRM waarin de Belgische staat is veroordeeld voor wetgeving van P&F die op dat
ogenblik niet in lijn was met de principes van het EVRM, de staat heeft de verplichting gekregen om het P&F aan te
passen en in overeenstemming te brengen met die beginselen – dan is er in het P&Fhet principe ingeslopen dat in de
verhoudingen tussen een ouder en een kind het niet uitmaakt voor dat kind welke horizontale relatie de ouders hebben
(of niet meer hebben), als men dat principe implementeert in het P&F dan heeft dat belangrijke gevolgen in het erfrecht
bijvoorbeeld: dan zijn er bijvoorbeeld meer personen die tot de nalatenschap kunnen komen
• Belgisch familiaal vermogensrecht in het licht van de harmonisering en uniformisering in het Europees
of internationaal privaatrecht:
o Familiaal vermogensrecht is nog grotendeels nationaal recht, er is nog geen grote verregaande
harmonisering geweest
à traditionele reden: dermate nauw verbonden met de cultuur van een bepaald land, van een
bepaalde maatschappij, dat er eigenlijk geenruimte is voor de harmonisering
o Nochtans zien we in de landen rondom ons dat er overal dezelfde tendensen zijn: bv. afwenden van het FVR dat trad
familierechtelijk getint was (nalantenschap komt toe aan bloedverwanten), naar gezinsrechtelijk getint (nalatenschap
komt toe aan de echtgenoot, aan partner van de overledenen, meer en meer oproep voor ook feitelijk samenwonende
partners)
o Uiteraard wel nuance verschillen, maar die tendens zien we overal
o Nog zo’n tendens: meer en meer landen aanvaarden dat er op het niveau van het erfrecht, dat er contractvrijheid moet
komen, zeker in de napoleontische landen waren ze daar in het verleden niet enthousiast over, maar ook in die zeer
napoleontisch getinte landen zien we die tendens dat het toch zou moeten kunnen, dat het nut zou kunnen hebben,
zou het bijvoorbeeld niet de familievrede kunnen bevorderen eerder dan ze nefast te kunnen beïnvloeden


De klassieke tripartie: familiaal vermogensrecht =
• Relatievermogensrecht = geheel van rechtsregels dat, tijdens de relatie (huwelijk, samenwoning) en bij
de ontbinding ervan, de vermogensrechtelijke verhoudingen regelt van de partners (echtgenoten,
samenwoners), zowel ten opzichte van elkaar als tegenover derden
o Huwelijksvermogensrecht + samenwoningsvermogensrecht
o Belangrijke hervorming bij Wet Huwelijksvermogensrecht 22 juli 2018 en bij Wet 19 januari 2022
§ Huwelijksvermogensrecht: primair stelsel (art. 212-224 OBW – hierna ook BW), secundair
stelsel (Boek 2 titel 3 BW – vanaf 1 juli 2022)
§ Samenwoningsvermogensrecht (art. 1475-1479 OBW)
• Erfrecht = geheel van rechtsregels dat de overgang regelt van het vermogen van een persoon bij diens
overlijden naar een (of meer) andere levende perso(o)n(en)
o Belangrijke hervorming bij Wet van 31 juli 2017 (en gedeeltelijke reparatie in 2018!) en bij Wet van
19 januari 2022
o Boek 4 BW (vanaf 1 juli 2022) + enkele bijzondere wetten, zoals Verzekeringswet
• Giften = een rechtshandeling onder kosteloze titel waarbij een persoon aan een andere persoon geheel
om niet een vermogensbestanddeel verschaft
o Algemeen: Boek 4, titel 2 BW
o Bijzondere soorten giften: Boek 4, titel 2 BW
1

,DEEL I: RELATIEVERMOGENSRECHT

HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Relatievermogensrecht regelt de vermogensrechtelijke verhoudingen tussen de partners onderling of tussen
de partners en derden en dat zowel gedurende de relatie als op het ogenblik van het einde en de ontbinding van
de relatie à valt uiteen in huwelijksvermogensrecht en samenwoningsvermogensrecht
• “relatie”:
o Huwelijksvermogensrecht: regeling van vermogensrechtelijke aanspraken tussen echtgenoten
waarvoor de wet een uitvoering beschermingsmechanisme bevat
o Samenwoningsvermogensrecht: regeling van vermogensrechtelijke aanspraken tussen samen-
woners, waarvoor de wet geen of nauwelijks bescherming biedt
o Waarom onderscheid?
§ Een aantal auteurs, maar ook een aantal hoven en rechtbanken en het GwH zeggen dat
je als koppel voor een bepaalde relatievorm kiest (huwelijk, wettelijke samenwoning, …)
en aan die keuze zijn gevolgen gekoppeld en dat weet je of zou je minstens moeten weten
§ Andere auteurs vragen zich dan af of je dat wel kan zeggen dat mensen daarvoor kiezen,
vaak is het misschien zo gegroeid, of één van de twee zou willen trouwen maar de andere
niet, dan gaat men voor feitelijke samenwoning dus is dat wel een bewuste keuze? Die
auteurs vragen zich af of het wel verantwoord is om dat zo te verantwoorden à de
rechtspraak evolueert naar het meer gewicht toekennen aan de feitelijke relaliteit (hoe ze
echt werkelijk samenwonen), dan naar het statuut van de relatie
• “vermogen”: alles wat de partners, het koppel heeft, voor en tijdens de relatie verworven

Drie basisvragen: “niets, Bob en muur”
• “niets”: wat als het koppel niets hebben geregeld?
• “bob”: over welke contractuele vrijheid beschikt het koppel om hun vermogensrechtelijke verhoudingen
zelf te regelen?
• “muur”: zijn er beperkingen aan de contractuele vrijheid wanneer het koppel hun vermogensrechtelijke
verhoudingen zelf wensen te regelen?

HOOFDSTUK 2: HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

AFDELING 1: INLEIDING
Huwelijksvermogensrecht = geheel van rechtsregels dat, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan, de
vermogensrechtelijke verhoudingen regelt van de echtgenoten, zowel tegenover elkaar als tegenover derden
à waarom hebben we huwelijksvermogensrecht nodig, we hebben regels van goederenrecht, van bijzonderovereenkomstenrecht, …
waarom nog bijkomend HVR? Wetgever: de gemeenrechtelijke regels waren niet voldoende aangepast aan de specifieke context van twee
personen die met alkaar een duurzame, affectieve, seksuele relatie met elkaar onderhouden – het gemene recht is ontworpen voor
vreemden, voor mensen die minstens met elkaar geen affectieve relatie hebben en die kunnen onderhandelen en voor zichzelf kunnen
opkomen – toekomstige echtgenoten gaan minder op hun strepen staan, we hebben het nodig omdat de affectieve seksuele relatie die
beoogt duurzaam te zijn, een situatie creeërt waarbij de echtgenoten minder voor zichzelf opkomen, waarbij de machtsverhoudingen
anders zijn dan in een gemeen koopcontract
• Huwelijkvermogensrecht is dus een lex specialis: vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk
worden niet beheerst door het gemene verbintenissenrecht (lex generalis)
• Het HVR heeft zowel inerne (binnen het kopel) als externe (tav derden) werking
o Externe werking ligt onder vuur, heel aantal auteurs die van oordeel zijn dat het voor derden, bv.
voor SE, niet zou mogen uitmaken of hun SA gehuwd is of niet en onder welk stelsel als hij wel
geuwd is, voor derden zou dat volkomen neutraal moeten zijn

2

, o In de aanloop van de wet van 2018 lag het voorstel op tafel dat het huwelijkvermogsnrecht
derdenneutraal gemaakt moet worden à finaal: goed idee, we gaan het doen, wat betekent dat
dan voor het huwelijkvermogensrecht? Dan moet er veel veranderen, dus is er voor een
gemaksoplossing gekozen en niet-derdenneutraal gemaakt
• Primair huwelijkvermogensrecht + secundair huwelijksvermogensrecht
o Primair stelsel: art. 212-224 OBW – hierna ook BW
o Secundair stelsel: Boek 2 titel 3 BW – vanaf 1 juli 2022
• Bronnen:
o Oud Burgerlijk Wetboek + Burgerlijk Wetboek
o !!! Belangrijke hervorming – Wet Huwelijksvermogensrecht 22 juli 2018
o Wet 19 januari 2022 (grotendeels inkanteling “à droit constant”)

AFDELING 2: HET PRIMAIR STELSEL

1. Inleiding
Primair stelsel regelt op eenvormige en dwingende wijze de rechten en verplichtingen van de echtgenoten
onderling, alsmede hun verhouding tegenover derden (art. 212-224 oud BW)

a. Algemene kenmerken
• “Minimum minimorum”: het primair stelsel is de ondergrens, het zijn de basisprincipes
• Eenvormig en dwingend recht (art. 212 oud BW)
• Wederkerig en krachtens de wet: toepassing van de ENAC-principes is dus niet mogelijk omdat het niet
is omdat de andere zijn verplichtingen uitvoert, dat u daarom ook die van u uitoefent – u oefent die uit
omwille van de wet

b. Toepassingsgebied
• Alle echtgenoten: het enkele feit dat u in het huwelijk treedt impliceert automatisch dwingendrechtelijk
dat die bepalingen van het primair stelsel op u van toepassing zijn
• Gedurende de hele duur van het huwelijk:
o Principe: van toepassing vanaf het sluiten van het huwelijk voor zolang het huwelijk duurt
o Bij een echtscheiding is het niet zo evident: wat met echtelijke moeilijkheden? Als algemeen
principe blijft het primair stelsel gewoon gelden in de periode van echtelijke moeilijkheden of
feitelijke scheiding, maar dat er een feitelijke scheiding is kan er wel voor zorgen dat bepaalde
regels van het primair stelsel worden uitgehold
bv. de gezinswoning is beschermd in het primair stelsel en die gezinswoning bestaat er in essentie
in dat één echtgenoot niet eenzijdig de woning kan verkopen – is er eigenlijk tijdens de feitelijke
scheiding wel nog een gezinswoning, impliceert dat begrip niet dat ze nog samenwonen en is het
niet-samenwonen dan niet van die aard dat de vraag kan worden gesteld dat er nog wel een
gezinswoning is? Het zou kunnen dat wanneer een feitelijke scheiding bestaat, dat na verloop van
tijd er geen gezinswoning meer is – de regel van het pprimair stelsel geldt dan nog wel, maar er is
geen gezinswoning meer maar de regel is dan zonder voorwerp
bv. echtgenoten moeten bijdragen leveren in de lasten van het huwelijk: elke echtgenoot moet naar
zijn mogelijkheden bijdragen in de lasten van het huwelijk, in beginsel moet je die in natura leveren
in de gezinswoning – dat wordt al moeilijk als de echtgenoten feitelijk gescheiden leven in de
gezinswoning te leveren en in natura is vaak niet meer gewest – kan dat dan omgevormd worden
naar een bijdrage in equivalent, RS zegt dat dat kan




3

, • Alleen echtgenoten?
o Wettelijke samenwoners: Wet 23 november 1998
o Feitelijke samenwoners: iedere wettelijke grondslag ontbreekt, maar enkele auters verdedigen
een analoge toepassing van het primair stelsel op grond van art. 8 EVRM

c. Krachtlijnen van het primair stelsel
Kerngedachte: zoektocht naar een evenwicht tussen drie basisprinicipes: gelijkheid, solidariteit, zelfstandigheid

Principieel uitgangspunt: gelijkheid, echtgenoten zijn gelijk
• Art. 212, lid 3 oud BW: huwelijk tast de principiële handelsbekwaamheid niet aan
o ≠ het huwelijk kan de handelingsbevoegdheid niet aantasten: als het dat doet, dan is dat wel in
gelijke mate voor beide echtgenoten
bv. bescherming van de gezinswoning, stel dat een echtgenoot alleen eigenaar is van de woning en
het echtpaar vestigt zich in die woning, in de hypothese dat het de gezinswoning is geworden moet
de andere echtgenoot daar nu toestemming voor geven – de handelingsbevoegdheid van de
eigenaar is aangetast want daarvoor kon hij het zonder toestemming verkopen, maar zijn
handelingsbekwaamheid is niet aangetast
• Art. 219 oud BW: echtgenoten kunnen elkaar volmachten geven
o Gevolg van het feit dat de handelingsbekwaamheid niet wordt aangetast en dat de echtgenoten
gelijk zijn: de volmacht moet altijd herroepelijk zijn. Ze kunnen elkaar geen onherroepelijke
volmacht geven, want dat zou een ondergraving kunnen zijn van het algemeen principe dat de
handelingsbekwaamheid niet kan worden aangetast
o De volmacht mag dan ook niet in de huwelijksovereenkomst worden opgenomen, want het is een
overeenkomst en die kunnen in beginsel vanaf de sluiting niet meer eenzijdig kunnen worden
gewijzigd

Solidariteit en bescherming van het gezinsleven: minimum minimorum van solidariteit aan de dag leggen
• Hulp- en bijdrageverplichting (art. 213, 217 en 221 oud BW):
o Hulpplicht = echtgenoten moeten elkaar hulp verschaffen en moeten elkaar het nodige
verschaffen om de gezamenlijke levensstandaard te bekomen
o Bijdrageverplichting = echtgenoten moeten naar hun mogelijkheden hun bijdrage leveren in de
lasten van het huwelijk
§ Elk van de echtgenoten moet een bijdrage leveren op zijn manier in het gezinsleven en in
alles wat daarbij komt kijken, maar niet 50/50, maar wel naar de eigen mogelijkheden van
elk van die echtgenoten, waarbij de RS aanvaardt dat één van de echtgenoten en wat
ruimere materiële bijdrage maakt en de andere een wat ruimere financiële bijdrage levert
§ Lasten van het huwelijk = ruim begrip = kosten van huisvesting, kosten van het dagelijks
leven, alle kosten die verband houden met de opvoeding en opleiding van de kinderen,
kosten van vrije tijdsbesteding (vakantie, hobby’s) à de RS trekt het begrip in bepaalde
gevallen als maar ruimer open, vaak om solidariteit tussen echtgenoten te kunnen
vergroten
Cassatiearrest: als een echtpaar een woning huurt om er te wonen, dan is de betaling van de
huurprijs een last van het huwelijk, traditioneel zei men dat als men geen woning huurt, maar
een woning koopt, dan zijn ook de intresten dat men op die lening betaalt lasten van het huwelijk
– de vraag rees of ook het verwerven zelf van een onroerend goed een last van het huwelijk kan
zijn: echtgenoten waren gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen (echtgenoten
hebben 2 vermogens, elks 1, al hetegeen wat de echtgenoten al voor het huwelijk hadden
verworven, al hetgeen wat ze tijdelijk het huwelijk via erfenisn schenking of testament verkrijgen,
maar ook al hetgene dat ze tijdens hun huwelijk door arbeid bijvoorbeeld opbouwen) (als
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannedejong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52928 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté