Samenvatting lessen
strafrechtelijk beleid
AJ 2024 – 2025
,LES 1: INLEIDING
OPLEIDINGSONDERDEEL EN WETENSCHAPSDISCIPLINE
• Strafrechtelijk beleid vertoont linken met criminologie, straf(proces)recht, sociologie,
geschiedenis, politieke wetenschappen – autonomie?
o Opleidingsonderdeel kan je op verschillende universiteiten volgen maar dat was niet
altijd zo -> vanaf begin ‘90 pas en criminologie was al opleiding sinds ‘30 dus onderdeel
kwam vrij laat => waarom? SB zijn de politieke keuzes van strafrechtelijk beleid en hoort
binnen verschillende vakken thuis zoals sociologie, geschiedenis, politieke
wetenschappen… maar er was hier weinig aandacht voor de keuzes van reacties op
criminaliteit (vandaag veel in het nieuws over wat en hoe met criminaliteit, veiligheid,
regeerakkoorden…)
• Tot de jaren 1980 zeer weinig expliciete aandacht van beleid voor handhaving strafrecht en
andere reactie op criminaliteit: “De regering zal waken over de bescherming van onze
medeburgers tegen de opflakkering van het geweld en de terreur.”
o Regeerakkoorden van politiek tot ’80, daar stond amper iets in over politie,
strafrechtelijk beleid, justitie…
o Kritieken vanaf de jaren ‘80 – er is niet dat het niet in regeerakkoorden staat, of er niet
over gepraat wordt, dat er geen strafrechtelijk beleid is want er worden nog steeds
keuzes gemaakt (bv. wat zijn de prioriteiten…) er werd gewoon niet over gepraat… en
sindsdien is er veel veranderd, sinds 1992 is het een wetenschappelijke discipline
geworden
• Kritieken van Fijnaut (1982) en doctoraat De Ruyver (1985) over strafrechtelijke politiek.
• Vanaf de jaren 1990 wel aandacht strafrechtelijk beleid en ook expliciet in de programma’s van
de opleidingen criminologie en recht – Heirbaut: Waarom geen “burgerrechtelijk beleid”?
o Heirbaut: waarom is er geen strafrechtelijk beleid in de rechten? Daar zou er toch een
burgerrechtelijk beleid moeten zijn?
• Dus strafrechtelijk beleid is er altijd geweest, er werden altijd keuzes gemaakt over de
handhaving… maar de specifieke reflectie en objectivering is veel recenter onder de aandacht
gekomen -> 40 jaar wordt er ongeveer aandacht aan gegeven vandaag
DEFINITIE
De studie van keuzes en gedragslijnen die betrekking hebben op de handhaving van de strafwet
en andere reacties op criminaliteit.
Zonder discretionaire ruimte geen beleid:
• Keuzes ad hoc of gekristalliseerd in een gedragslijn
o Keuze = kan iets eenmalig zijn
o Gedragslijn = samenkomende keuzes, geformaliseerde keuzes, bepaalde visies/lijnen
volgen
o SB gaat gedragslijn en reacties bekijken, => vandaag brede visie van strafrechtelijk
beleid, het is meer dan gewoon de handhaving van de norm
• Mogelijkheden om de ‘beste’ reactie te zoeken maar ook onzekerheid/ongelijkheid
2
, • Voorbeelden: vervolging (legaliteit/opportuniteit), straftoemeting (vrijheid/vaste straffen of
richtlijnen, strafuitvoering (minister/rechter)
o Keuzes maken kan enkel als je discretionaire ruimte hebt – enkel waar je beleidsruimte
hebt, kan je strafrechtelijk beleid voeren
o Niveaus: wetgever, vervolging, straftoemeting, strafuitvoering => kan hier beleid
gevoerd worden? wat zijn de beste reacties in specifieke contexten…. => keuzes
toelaten die naargelang de persoon verschillen (positief: beste straf kiezen + nadeel:
onvoorspelbaarheid en voelt ongelijk aan – bv. rechter die zelf straf grotendeels kan
invullen … dat heeft ook gevolgen, is er dan rechtvaardigheid?)
o Vervolging: bv. keuze voor seponering van OM, opportuniteitsbeginsel, prioriteiten
opstellen => veel strafrechtelijk beleid die zich op dit niveau afspelen (VS Duitsland die
legaliteitsbeginsel hanteert die geen ruimte geeft voor het OM en meteen naar rechter
gaat)
o Straftoemeting: bv. minimum en maximumstraffen
o Straftuitvoering: iemand dat zijn straf niet moet uitzitten… vroeger veel ruimte voor
minister maar later kwamen de strafuitvoeringsrechtbanken waarbij de minister minder
bevoegdheden kreeg (bv. minister die de VI niet kan toekennen vanaf 1998)
Handhaving van de strafwet en andere reacties op criminaliteit:
• Strafrechtsbedeling (inclusief bestuurlijk) / eng (= keuzes tot handhaving strafwet, strafrecht als
gegeven en hoe gaan we dat organiseren)
• (de)criminalisering, preventie, nazorg,... / breed (= keuzes die niet perse gaan om handhaving
norm want er is nog niets overtreden… (bv. misdrijven voorkomen))
HANDHAVING VAN DE STRAFWET
• Systemisch en formele invulling gericht op de machinerie: beter toepassen en handhaven
van regels van strafrecht (al dan niet door het strafrecht).
o Strafrechtsbedeling is niet neutraal want het misdrijf gaat altijd door de trechter, filter…
er zijn aantal stappen
• Instrumentele en rechtsbeschermende handhaving: effectiviteit/efficiëntie van de
handhaving / respect voor grond- en mensenrechten – sterkere/zwakkere interveniërende
overheid - grote/kleine discretionaire ruimte.
o Rechtsbeschermend: keuzes waarbij we kiezen dat de burgers faire behandeld worden,
iedereen gelijk want strafrecht heeft een grote impact op het leven van de mens -> we
sturen systeem zodat het meer rechtsbeschermend is MAAR dit discours is niet zo
populaire
o Instrumenteel: beleid dat we voeren moeten gehandhaafd worden en die moeten goed
& efficient gehandhaafd worden, de normen moeten bevestigd worden => veel
populairder vandaag
Het is niet het een of het andere
3
, • Doelstellingen strafrechtsbedelingen (Damaška):
o Doelstellingen (doelstelling van systemen – traditioneel onderscheid common law VS
civil law die fundamenteel van elkaar verschillen maar eigenlijk zijn er wel overlappende
dingen -> bv. in BE, de quilty plea dat is eigenlijk niet past in ons continentaal systeem
<-> gaat over welke doelstelling je wil hanteren)
(begrippen overeen met onderscheid civil VS common maar niet volledig)
o Policy implementing: top down, bureaucratie, hiërarchie, ontdekking van ‘de’ waarheid
m.b.t. overtreding regel, overtreders als voorwerp van het autonome systeem.
= doelstelling om de regels te handhaven om de norm opnieuw te bevestigen,
zoeken naar de waarheid en alles bewijzen om dan iemand te bestraffen
overheid gaat veel inzetten op de opsporing en vaststelling van overtredingen,
minder rekening houden met daders maar de focus ligt op de overheid en zijn
handhaving (= staatsysteem want regelhandhaving, belang van correct te
reageren)
!! Geen quilty plea
o Conflict solving: equality of arms, horizontaal, lichte structuren, forum over waarheid,
overtreders participeren en geven richting.
= oudere functie strafrecht (nog eerder privaatrecht van vroeger), overheid was
bemiddelaar tussen dader en slachtoffer (en maatschappij) en als er een
oplossing is in een vroege fase via onderhandeling, dan is het in orde => grote
invloed op organisatie van politie, overheid (bv. jury van een hof van assisen die
het conflict oplost)
!! Wel quilty plea
• Vandaag common en civil enorm op elkaar gaan lijken – er zijn veel veranderingen (bv. BE doet
veel meer aan policy implementing maar er is ook ruimte voor de conflict solving (bv. OM en
minnelijke schikking)
• !! De policy implemtenting alleen werkt niet – er is zoveel criminaliteit waardoor het gewoon
niet mogelijk is om alle criminaliteit te voorkomen => vanuit praktische overwegingen => geeft
veel beleidsruimte
REACTIE OP CRIMINALITEIT – CRIMINELE POLITIEK
Individualiserende en normerende functie gericht op criminaliteit:
• De maatschappelijke reactie tegen deviantie kan ook vorm krijgen buiten de strafrechtsbedeling;
• Individualiserend: eerder gericht op personen en groepen dan op de norm;
• Inhoudelijk: eerder gericht op de ‘juiste’ reactie dan op het goed functioneren van het systeem.
Beleid over de normerende en resocialiserende functie van de strafwet:
• Keuzes over (de)criminalisering;
• Aandacht voor wat de handhaving met de overtreder doet en welke gedragsverandering
beoogd wordt.
4