STATIONSPROEF 2025
Algemeen informatie – Scorelijsten + SV
15 stations – 10’/station
> 3 stations onvoldoende = 2e zittijd
!!! VOORSTELLEN + HANDEN ONTSMETTEN!!!
1. Hart
2. Vaten
3. Longen 1) Hart/vaten
4. Abdomen 2) Longen
5. NKO 3) Abdomen
6. Oftalmologie 4) NKO/oog
5) Zenuwstelsel
7. Zenuwstelsel
6) Zuigeling
8. Zuigeling
7) Gynaecologie
9. Gynaecologie 8) Urine/sonderen
10. Urineonderzoek 9) Bewegingsstelsel
11. Sonderen 10) Bloedname/IM injectie
12. Bewegingsstelsel 11) Hechten/tapen
12) Reanimatie
13. Verpleegkundig
13) Communicatie: intake/anamnese
14. Hechten 14) Communicatie: slecht nieuws
15. Tapen 15) Communicatie: depressie/agressie
16. Reanimatie – BLS/AED
17. Communicatie
0
, 1. Hart
Meet de hartfrequentie thv de pols (slagen/minuut) → regelmatig 15sx4, on- 60s (normaal fr. 60-100)
Art. carotis
□ Palpatie bilateraal – niet tezamen → bloedtoevoer naar hersenen afsluiten (syncope)
□ Auscultatie bilateraal met klok (adem inhouden) → souffles? = geruis dr turbulente flow (vernauw/athero)
Bloeddrukmeting = afhankelijk v LV slagvolume, rekbaarheid aorta en andere, perifere vaatweerstand, V bloed arterieel
□ Controleert de nulstand van de meter en manchet
□ Legt manchet correct aan
□ Plaatst de stethoscoop op de arteria brachialis met klok Systole = ventriculaire
contractie: AK/PK open
□ Oppompen en aflaten manchet: correct en vlot
→ opblazen 30mmHg boven max druk Diastole = ventriculaire
→ aflaten 2-3 mmHg per seconde relaxatie: MK/TK open
□ Komt tot juiste conclusie i.v.m. systolische waarde
□ Komt tot juiste conclusie over diastolische waarde
Geeft aan de CVD te willen meten = druk in rechter atrium, te bepalen thv v. jugularis interna
→ meten verticale afstand tussen sternale hoek en het hoogste punt van oscillatie in de v. jugularis interna
→ houding: liggende patiënt met hoofd in 30°, mscm ontspannen → 1e lat verticaal op sternale hoek + 2e lat horizontaal op
hoogste punt van oscillatie → aantal cm aflezen op 1e lat → >3-4cm = verhoogde veneuze druk
Instrueert de patiënt te gaan liggen voor hartonderzoek → in linker zijligging
Inspectie ictus → thv 4e/5e intercostaal ruimte op de midclaviculaire lijn
Palpatie ictus met vingertoppen en vlakke hand op thorax (thv 4e/5e IC =linker ventrikel zone)
→ geeft een idee over de grootte van de LV: locatie, amplitude en duur van apicale impuls
→ patiënt vragen om adem in te houden na diepe uitademing kan helpen de apex beter de voelen
→ wanneer de apex niet gevoeld kan worden, de grootte van het hart bepalen adhv cardiale dofheid bij percussie
Auscultatie → in linker zijligging (+ vermelden: ook in liggende houding en rechtop zittend)
□ 2e IC rechts (membraan) → AK
□ 2e IC links (membraan) → PK
□ 4e/5e IC links (membraan) → TK S1 = sluiten MK
□ Thv apex (KLOK) → MK einde diastole
S2 = sluiten AK
□ Stelt vast wat eerste en tweede harttoon is → S1 thv apex, S2 thv 2e ICR
einde systole
□ Stelt hartfrequentie vast → normaal/traag/snel
□ Stelt ritme vast → regelmatig/onregelmatig
□ Stelt vast of er bijgeluiden voorkomen → locatie? Timing? Intensiteit? Aard?
→ Extra tonen
▪ Splitsing S2 = sluiten (1) AK en (2) PK = fysiologisch bij inspiratie
▪ S3 = na het openen van MK snelle vulling ventrikel tijdens diastole (HF)
▪ S4 = atriale contractie in late fase van diastole (LVH)
▪ Ec = kort na S1 tijdens de systole tgv het openen van AK (AKS)
▪ OS = vroeg in de diastole tgv openen van MK (MKS)
→ Geruisen: ontstaan ten gevolge van turbulente flow zoals stenose/lekken van klep
▪ Systolische geruisen: tussen S1 en S2 = AK stenose
▪ Diastolische geruisen: tussen S2 en S1 = AK lekkage, MK stenose
▪ Continue geruisen: open ductus arteriosus, pericarditis, turbulente v jugularis
1
, 2. Vaten
Instrueert de patiënt zijn broek, schoenen, sokken uit te doen en op bed te gaan liggen voor vaatonderzoek
Inspectie: geeft info over Oedeem: overmatig
zoutinname, inactiviteit,
□ Kleur van de huid – trofische stoornissen – spataders verhoogde druk in aderen bij
→ Rood, blauw, paars, bleek/wit (verschil bij heffen/afhangen) dikzak, medicatie (cablokkers)
→ Pigmentatie, littekens, rash, ulcera Pitting: CVI, HF, leverziekte
→ Veneuze tekening, varices bij rechtstaan (cirrose), nierziekte (nefrotisch
syndroom), lymfeoedeem
□ Oedemen
→ Oedeem? Omtrek meten voorvoet – buiten enkel – kuit – bovenbeen
→ Pitting oedeem? Duim 5sec – voetrug – malleolus medialis – kuit
▪ Putje = problematiek id bloedcirculatie = hartfalen, nierziekte, levercirrose, DVT, lymfeoedeem
□ Inspectie van het nagelbed (=huid onder de nagel)
→ Blauwe of bleke nagelbedden kunnen duiden op onvoldoende zuurstofvoorzienig
Palpatie
□ Voelt de temperatuur met handrug
□ Pulsaties
o Art femoris
o Art poplitea + doppler?
o Art dorsalis pedis
o Art tibialis posterior
□ Vergelijkt de pulsaties thv beide ledematen
□ Test capillaire refill → nagelbed 5sec, CR > 3s = problematiek id bloedcirculatie
→ Perifere vaatziekten, hypotensie, hartfalen, diabetes, koude extremiteiten
Auscultatie
□ Auscultatie enkel thv art femoris bilateraal (membraan)
□ Geeft weer of er souffles aanwezig zijn of niet = geruis door turbulente flow (vernauwing/atherosclerose)
Neurologisch onderzoek
Veneuze retour: oppervlakkig
□ Sensibiliteit: voert correct uit → diep → hart + kuitspieren
□ Motoriek: voert weerstandstest correct uit pompen bloed naar boven
o Flexie knie
o Extensie knie Tekens arteriële insufficiëntie: intermittent claudicatio,
afwezige pulsaties, bleke huid bij opheffen, donkerrood bij
□ Reflexen: correct uitgevoerd en beoordeeld
afhangen, voelt koud, trofische veranderingen
o Kniepeesreflex Tekens van veneuze insufficiëntie: ulcera + zones van
o Achillespeesreflex bruine verkleuring (CVI), pijnlijk + gezwollen + bleek (DVT),
roodheid + warmte + zwelling (tromboflebitis)
Diabetes controle + pijn bij palpatie kuit + inspectie varices rechtopstaand
□ De student inspecteert de tenen en de voeten
□ De student doet een monofilament test – optioneel E/A index = 1.2: > 0.9 normaal, 0.5-
0.9 vaatlijden, <0.5 ernstig vaatlijden
□ Geeft aan glycemie te willen testen
EXTRA – tekens van art./ven. Insufficiëntie → uitleg indien normaal
□ Test van Trendelenburg = evaluatie vd kleppen → v saph magna occluderen 90° + rechtstaan: traag vullen
□ Houding gebonden kleurveranderingen = art. insuff. OL → benen 60° + afhangen: traag bleek, snel kleur
□ Test van Allen: art. insuff. BL → a ulnaris/radialis occluderen in vuist + loslaten: snel kleur + bijkleur (3-5s)
2