HUISARTSGENEESKUNDE & GERIATRIE
1. GERONTOLOGIE EN GERIATRIE
- Verschil
o Geriatrie = medische zorg voor ouderen
▪ Doel: zorg te bieden aan oudere pt met focus op behandelen van ziekten en
verbeteren gezondheid
▪ Stduent: dit zullen we in klinische stages tegenkomen
o Gerontologie = instelling: WE studie
▪ Doel: onderzoek te doen naar verouderingsproces om het beter te begrijpen hoe
het ouder worde het lichaam, geest, samenleving beinvloed
- Vanaf ‘88: geriatrie als specialisatie die acute of korte zorg opneemt (voordien: interne
geneeskunde)
GERONTOLOGIE
- = WE van het ouder worden
- Al langer mee bezig → voor het eerst beschreven in de oudheid
- Meer aandcht en positiviteit na WOII
- Verschillende disciplines
o Epidemiologisch
o Sociologisch
o Biologisch
o Psychologisch
o Neurowetenschappelijk
EPIDEMIOLOGISCH
- Voorkomen & verspreiding ziekten binnen en tussen populaties
- VOORkomen van ziekte en spreiding = doel
- WHO: wereldbevolking is aan het verouderen
o Meer en meer mensen >60 jaar (2050: 22%)
o De groei gaat als maar sneller → vnl snelst in niet europese omgeving (bv.
india)
- Demografie:
o over de tijd klassieke pyramide met 2 inkepingen: WOII
o 2001: veel 40 jarigen aan het werk
o 2031: al deze mensen op pensioen
- Levensverwachting: nog altijd duidelijk verschil tussen afrikaanse en ontwikkelde
landen
o Maar gem leeftijd neemt wereldwijd toe
o Vrouwen worden ouder, maar curves komen dichter tegen elkaar
o Dit heeft met maatschappelijke welstand, eetgewoonten etc te maken
▪ Dus bv als je in Monaco geboren bent: koploper
levensverwachting
- Oudheid heeft te maken met je algemene fysieke conditie + de manier waarop
je in het leven staat
1
, - Gezond ouder worden
o 36% gedrag → ku we beinvloeden met levensstijladviezen: rookstop, veel bewegen =
preventie
o 24% sociale omstandigheden & psychologische
toestand
o 22% genetica
o 11% zorg → focusgroep: om gezond ouder te
worden start heel vroeg
o 7% omgeving
- Het is wisselwerking: meerdere factoren samen
BIOLOGIE
- = natuurwetenschap die zich bezighoudt met de studie van
het leven en levende organismen, met inbegrip van hun
structuur, mechanisme, functie, groei, oorsprong, evolutie,
verspreiding en taxonomie
- Different shades of grey
- Verschillen tussen oud en jong
o Niet verouderingsgebonden:
▪ Genen
▪ Intrinsiek
• Cumulatieve veranderingen na geboorte
• Entropie (ontaarding van systeem)
• Bestrijdbare kwaal – herstellen van defecten
• Nut van verouderen
• Natuurlijk proces
bv IQ, verschillende blootstellingen, selectieve overleving
o Echte veroudering: verouderingsgebonden
▪ Primaire veroudering
• Intrinsiek: onafhank omgeving
• Extrinsiek: afhank omgeving
▪ Secundaire verouderingen
NIET VEROUDERINGSGEBONDEN
- Biologische verouderingstheorien
o Vrije radicalen theorie (mitochondriaal) → Reactief
oxygen species (ROS) geproduceerd in de
mitochondria, veroorzaakt schade aan andere
macromolecules ( lipiden, proteinen en
mitochondriaal DNA) )
o Telomeer theorie (inkorten)
o Slijtage theorie → DNA slijtage en fouten in mutatie
Waarschijnlijk is het een combinatie van deze theorien
2
,VEROUDERINGSGEBONDEN
- Beinvloedbaar
o Fitheid en functioneren
o Als nu heel fit: later van genieten
- Fysiologische veranderingen
o Afname van spiermassa
▪ Spiermassa afneemt:
mobiliteit vermindert => op
den duur niet meer
zelfstandig veilig bewegen
o Afname van botdichtheid
o Verminderde cardiovasculaire -
pulmonaire functies
o Basis is de cellulaire veranderingen bij veroudering
- Impact op ziekteprocessen
o Hoge prevelantie van chronische ziekten zoals osteoporose, DM, CV aandoeningen
GERIATRISCHE SYNDROMEN
- = klinische condities die vaak voorkomen bij ouderen en worden gekenmerkt door meerdere
oorzaken en complexe zorgbehoeften
- Voorbeelden: Frailty, vallen, incontinentie, cognitieve stoornissen….
- Multifactoriële oorsprong: combi van medische, psychologische en sociale factoren
Frailty: fragiliteit
- Def: Toestand van verminderde reserve en weerstand tegen stressoren, die het risico op slechte
uitkomsten verhoogt
- = gelinkt met Multimorbiditeit: Veel ouderen hebben meerdere chronische aandoeningen die
elkaar beïnvloeden
- Behandeling en management: Holistische benadering, gericht op functioneel herstel en kwaliteit
van leven
o Fragiliteit corrigeren gaat bijna niet => voorvormen fragiliteit ontdekken & aanpakken
o Bv niet sarcopenie aanpakken, maar als je ziet dat spiermassa afneemt, proberen deze
te laten toenemen nog voor je in het stadium van sarcopenie zit
COMPREHENSIVE GERIATRIC ASSESSMENT (CGA)
- = belangrijk om totaalplaatje van patient te krijgen
- Doel: Multidisciplinaire aanpak om de medische, functionele, en psychosociale behoeften van
oudere patiënten te beoordelen
- Onderdelen: Evaluatie van fysieke gezondheid, cognitieve status, mobiliteit, dagelijkse
activiteiten, en sociaal netwerk
- Voordelen: Verbeterde gezondheidsuitkomsten, verminderde ziekenhuisopnames, en betere
kwaliteit van leven
3
, PSCYCHOLOGIE
COGNITIEVE EN EMOTIONELE VERANDERINGEN
- Cognitieve veranderingen: Veranderingen in geheugen, verwerkingssnelheid en probleem-
oplossend vermogen
- Risico op psychische aandoeningen: Hogere prevalentie van depressie, angst, en dementie
- Belang van mentaal welzijn: Impact van sociale isolatie en eenzaamheid op de gezondheid
SOCIOLOGIE
- = studie van sociale relaties tussen mensen
- Sociale uitdagingen
o Veranderingen in sociale rollen: gepensioneerd, verlies van vrienden en fam,
verminderde sociale activiteit
o Belang van sociale integratie: verband tussen sociale steun en gezondheid
o Ageïsme en maatschappelijke percepties van ouderdom
- Verschuivingen in de samenleving: Zorgstaat
o Vergrijzeing: verzorginsstraat onder druk, toegenomen vraag naar zorg
o Gevolgen: afhankelijker van het persoonlijk netwerk
- Veroudering heeft invloed op sectoren in de samenleving
o Consumptie: andere manier consumeren, maatschappij past zich aan aan vergrijzing,
maar zal er ook een stukje van profiteren
o Maatschappelijke deelname
o Zorgverlening
o Woonvoorzieningen: meeste oudjes wonen niet meer alleenstaand maar in kleinere
zorgflats, rusthuizen
- Invloed op samenleving thuis
o Persoonlijke relaties: partner: vraagt deze zorg of helpt deze met zorg
o Contact met fam en omgeving: hulp of mantelzorg: op generatie ertussen komt veel druk,
niet altijd mogelijk en mantelzorgers worden ingeschakelt
o Sociale relaties: vriendenkring
o VEREENZAMING
BELANGRIJKE LEERPUNTEN
- Belang van een holistische benadering van ouderenzorg
- Belang van multidisciplinaire samenwerking: Geriatrische zorg vereist een teamaanpak.
- Open discussie: Wat ku we doen om de zorg voor ouderen verder te verbeteren?
ETHISCHE OVERWEGINGEN IN DE ZORG
- Autonomie en gedeelde besluitvorming
o Belang van respecteren van voorkeuren van oudere pt
- Palliatieve zorg en levenseinde beslissingen
o Morele dilemmas bij het staken of starten intensieve behandelingen
- Ageisme in zorg: ongelijke behandeling van ouderen obv leeftijd
4