Ademhalingssyteem:
Functie:
- in stand houden van adequate gaswisseling (O2, CO2; producten van metabolisme)
→ aanvoer O2 en afvoer CO2
→ rustig ademen: we verbruiken ongeveer 300ml zuurstof/minuut
→ als we zitten: we produceren ongeveer 250ml CO2/minuut
Structuur:
- Ademhalingspomp
• Statische longvolumes: FRC, TLC, RV
FRC (= functionele residuele capaciteit): het niveau waarop we ademen =
hoeveelheid lucht na een normale uitademen —> min of meer vast (onder
invloed van emoties, angst … kan het variëren)
→ enkel FRC kan bëinvloed worden!
TLC (= totale longcapaciteit): tussen de 6-8L → Bepaalde factoren die verschillen
geven:
- longvolume is bij mannen groter dan bij vrouwen
- lengte v/e persoon
RV (= residueel volume): wanneer je helemaal uitademt, gaat er altijd lucht
blijven in de longen
• Ademminuutvolume (V’E) = ademfrequentie × teugvolume (15-150 L/min)
→ bij maximale inspanning → 70% van uw ademminuutvolume → longen gaan
altijd een reserve hebben (bij gezonde longen)
je zou dit kunnen meten door een berekening:
vb. een fietsproef → spirometrie = meting waarbij we meten hoeveel lucht
iemand in één maal kan uitblazen EN we meten dan ook hoeveel iemand in de
eerste seconde uitblaast → één seconde waarde x 40 = theoretische
ademminuutvolume
bij longpatiënten gaat het ademminuutvolume de beperkende factor zijn
(vernauwende luchtwegen):
→ astma
→ COPD = longaandoening die voornamelijk wordt veroorzaakt door roken op
latere leeftijd (ongeveer vanaf 50j) waarbij een chronische obstructie gaat
ontstaan → hebben een verlaagde ademminuutvolume
, → gemiddelde ademhalingfrequentie = 15x/minuut
→ teugvolume = gemiddeld 500ml bij één teug
→ ademminuutvolume = gemiddeld IN RUST 7,5L/minuut ipv 15!
MAAR we kunnen dit wel enorm optrekken (daarom de 150L)
→ V’E = totale ventilatie/minuut
- Gaswisselingsorgaan: groot oppervlak (75 m2), dunne alveolo-capillaire wand
(0.5 μm)
→ zuurstof moet vanuit het gas/lucht in onze long, ook nog naar het bloed kunnen
uitwisselen → twee aspecten die belangrijk zijn:
- hoe groter het oppervlak, hoe meer plaats er is dat zuurstof naar andere kant kan
diffunderen
- hoe kleiner de wand, hoe makkelijker je er door kan
→ bepaalde aandoeningen gaan deze twee zaken kunnen beïnvloeden
Welke van beide is de gezonde long?
→ linker long = gezonde!
= veel kleine longblaasjes → in de wand van elk blaasje, liggen de bloedvaten (capillairen)
DUS elke stukje structuur dat je ziet op de foto maakt deel uit van gaswisseling!
→ rechter long = COPD = emfysemateus longweefsel
= afbraak van alveolaire structuur waar grotere delen zijn → minder alveolaire wanden →
veel kleinere gaswisselingsorgaan → oppervlak gaat kleiner zijn → minder diffusie
PARTIËLE DRUK:
Wet van Dalton:
= De partiële druk van een gas X (PX) in een gasmengsel is gelijk
aan de
totale gasdruk (PB) × volumefractie van dat gas (Fx): PX = Fx × PB
21% zuurstof i/d lucht x 760mmHG = 160mmHg ipv 150
→ verklaring: deel van ingeademde lucht gaat waterdamp zijn
Voor vochtige ingeademde lucht moet totale gasdruk verminderd
worden met de waterdampspanning: PI,x = FI,x × (PB- PH2O)
PB= standaard barometerdruk= 760 mmHg of 101.3 kPa
PH2O= waterdampspanning bij 37 °C en vochtigheidsgraad 100 % = 47 mmH
,NORMALE (IDEALE) LONG (waarde vanbuiten kennen!):
PI,O2 = partiële druk v/d ingeademde lucht van zuurstof
de concentratie v/e bepaald gas in een gasmengsel, gaan we
meestal uitdrukken als een partiël druk → de druk die dat gas
heeft, in de totaal druk
voor zuurstof: barometerdruk = 760 mmHG
→ de druk van zuurstof binnen de 760mmHG is al 150mmHG =
zuurstofrijke lucht die we inademen
pulmonale artie → komt van rechter hart en voert het
bloed aan dat vanuit het lichaam terug richting het hart
is gestuurd = gemengd veneus bloed waar niet veel
zuurstof meer in zit (omdat het reeds is uitgewisseld) en
waar ondertussen CO2 is bij toegevoegd
Bloed passeert de long en er gaat contact zijn van een
zone met een hoge PO2 en bloed dat langs stroomt met
een lage PO2
→ diffusie = passief proces dat verloopt adhv verschil in
drukgradiënt → hoe groter het verschil tussen
zuurstofdruk aan de ene kant en andere kant, hoe makkelijker het gaat diffunderen
→ proces gaat duren tot evenwicht is bereikt aan beide kanten
PA,O2 gaat nog altijd 100 zijn in alveoli omdat er continu
zuurstof wordt uitgewisseld
op einde: gaat nogsteeds dezelfde waarde hebben
doordat het evenwicht is bereikt
→ wordt uiteindelijk doorgestuurd naar linker hart en
uiteindelijk i/h lichaam gaat worden rondgepompt
ANATOMIE V/D LUCHTWEGEN:
- ingeademde lucht gaat via neus of mond de
larynx passeren (waar dat de stembanden
passeert) en komt zo in de trachea
→ bovenste luchtwegen = extra-thoracaal
- als we kracht zetten (bijvoorbeeld bij het
uitblazen), gaan we de thorax comprimeren en
komt het intra-thoracaal deel volledig onder de
druk te staan, van de druk die we creëren & het
extra-thoracaal deel niet
, - Grote luchtwegen hebben C-vormige kraakbeenringen. Dieper in de luchtwegen
neemt dit af en is er toename van glad spierweefsel.
→ trachea heeft blauwe kringen (op foto) = kraakbeen → nodig om de trachea open te
houden bij hogere druk (bijvoorbeeld hoesten) (stevigheid!)
→ dieper i/d luchtwegen: diameter v/d luchtwegen gaat opengehouden worden door het
longweefsel dat errond ligt → longblaasjes zijn vastgehecht aan longweefsel en die trekken
de luchtwegen open (hebben een soort trekkracht) → daar ga je veel minder kraakbeen
vinden ter versteviging
Rechter long:
• 3 longkwabben
• 2 groeves of fissura
→ rechter long is groter dan linker long omdat hier normaal het hart ligt (in het
mediastinum)
Linker long:
• 2 longkwabben
• 1 groeve of fissur
ADEMHALINGSPROCES:
- rondom de longen, zitten er twee vliezen (pleura):
→ je hebt dus eigenlijk de thorax met de ribben (die hier niet
afgebeeld staan) en die plakken als het ware tegen elkaar maar
hiertussen zit dan nog een soort vlies
(moet je zien als een zak die gevuld is met een heel kleine
hoeveelheid vloeistof die rond de longen ligt) → hierdoor gaat
de long steeds de bewegingen van de borstkas volgen! (door de
twee pleura)
- i/d intrapleurale zone → altijd negatieve waarde
= constant een kracht die de long openhoudt
vb. als je je mond opendoet, maar je bent volledig ontspannen komt er
geen lucht binnen maar gaat er ook geen lucht naar buiten
→ verklaring: op dat moment geen drukverschil hebben tussen de druk in
de longen en de buitendruk
- als we gaan inademen, gaan we de borstkas vergroten en gaat er een
kleinere druk in de longen zijn dan i/d buitenlucht, waardoor lucht naar
binnen gaat
- naar het einde v/d inademing toe, houdt je je borstkas met jouw spieren
op een groter volume, maar de druk i/d long tov de buitenlucht gaat weer
ongeveer 0 zijn
- als we willen uitblazen, gaan onze ademhalingsspieren ontspannen, borstkas gaat
krimpen, wat er voor zorgt dat de druk wat gaat groter i/d longen tov buitendruk
(overdruk i/d longen) → gevolg: lucht gaat naar buiten stromen = uitademen
(denk aan een ballon!)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninoheremans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.