Algemene rechtsleer van
de Fré: een beknopte
samenvatting
1
,VOORWOORD
Beste vrienden, maten, vriendinnen en matinnen van het recht
Aangezien Jens ons ongezien slecht heeft gezet met zijn kutsamenvatting van Stuvia, zag ik mijzelf
genoodzaakt het hef in eigen handen te nemen. Zijn samenvatting -die zodanig groot is dat-ie een
eigen zwaarteveld heeft ontwikkeld in ons zonnestelsel- zal in de komende bladzijden worden
gedecimeerd naar wat ik alleszins een deftige samenvatting vind. Jens zijn klotesamenvatting zuiveren
kostte mij bloed, zweet, tranen, mijn sociale leven en een hele maandag op campus Dunant. Ik zou
graag een shoutout willen geven aan God om mij in deze moeilijke tijden niet te verlaten, mijn
geweldig harde playlist die ik zodanig hard heb geluisterd dat mijn trommelvliezen een existentiële
crisis kregen, en natuurlijk ook Nine die me gezelschap heeft gehouden tijdens deze verschrikkelijk
traumatische dag. Geniet van deze samenvatting en nog meer van Peeraer zijn examen!
Groetjes
Ik
P.s. deze samenvatting heeft wél paginanummers, een inhoudstafel komt er afhankelijk van mijn
mentale toestand op het einde van dit document (waarschijnlijk niet dus).
P.s.p.s. Ik claim geen verantwoordelijkheid als je ontiegelijk hard buist op dit examen maat.
P.s.p.s.p.s (NIET luidop voorlezen of je kat komt) Deel 3 titel 2 hoofdstuk 4 normen is wel heel kort
zou je kunnen zeggen, maar jullie moeten even jullie denkende mind kunnen prikkelen dacht ik.
2
, INHOUDSTAFEL
(jaja, ik gun jullie big time)
Deel 1: Wat is recht? p.4
Titel 1: Fundamentele transformaties van de mensenmaatschappij p.4
Hoofdstuk 1: Jager-voedsel verzamelaars p.5
Hoofdstuk 2: Chiefdoms p.5
Hoofdstuk 3: Rijken p.5
Hoofdstuk 4: Moderne Staten p.6
Titel 2: Kenmerken van het recht p.8
Hoofdstuk 1: Gericht op of voortvloeiend uit een normatieve ordening p.8
Hoofdstuk 2: Al dan niet van institutionele oorsprong p.9
Hoofdstuk 3: Afdwingbaar p.10
Hoofdstuk 4: Gericht op of voortvloeiend uit een ‘juiste’ ordening p.12
Deel 2: Functies en finaliteit van het recht p.19
Titel 1: Functies van het recht p.19
Hoofdstuk 1: Gedragsafstemming p.19
Hoofdstuk 2: Besluitvorming binnen de groep p.23
Titel 2: Finaliteit van het recht p.23
Hoofdstuk 1: Codificatie p.23
Hoofdstuk 2: Modificatie p.24
Deel 3: Normen en hun samenhang p.27
Titel 1: Wat is een (rechts)norm? P.27
Hoofdstuk 1: Descriptieve vs. prescriptieve normen p.27
Hoofdstuk 2: Talige uitdrukkingen van normen p.27
Titel 2: Algemene bestanddelen van rechtsregels p.30
Hoofdstuk 1: Normsteller p.30
Hoofdstuk 2: Normbestemmeling p.30
Hoofdstuk 3: Voorgeschreven gedraging p.30
Hoofdstuk 4: Modaliteiten p.32
Hoofdstuk 5: Geviseerde feitelijke situatie p.35
Hoofdstuk 6: Concretiseringsgradaties p.35
Titel 3: De samenhang van rechtsregels: recht als systeem? p.36
Hoofdstuk 1: Recht als dogmatisch systeem p.36
Hoofdstuk 2: Recht als sociaal systeem p.36
Hoofdstuk 3: recht als chaotische janboel p.37
Hoofstuk 4: Twee metaforen p.37
Dankwoord p.39
3
, DEEL 1: WAT IS RECHT?
Moeten we ons wel afvragen wat ‘recht’ is? Ja, want zonder begripsomschrijving bestaat het risico
dat onderzoeksresultaten verkeerd worden begrepen.
Je kan verschillende rechtstakken vergelijken met een familie (alleen zonder echtscheidingen enzo).
Twee opvattingen van recht:
- Essentialistische opvatting: één gemene zaak die telkens terugkomt (nog niet gevonden).
- Conventionalistische opvatting: wat telt als recht en wat niet wordt afgesproken (=conventie).
Recht is maatschappijafhankelijk.
- Hangt af van de wijze waarop een maatschappij naar het recht kijkt.
- Hangt af van standpunt dat men inneemt over het begrip ‘recht’.
- Hangt af van omschrijving die men aan het ‘recht’ geeft
- Hangt af van rechtstak die men voor ogen heeft of iets als recht geldt.
Bv: ‘Is abortus toegelaten volgens het recht?’
Religieus recht: ‘Nee’ (want Jezus van kruis afpijpen ofzo idk)
Belgisch recht: ‘Ja’ (want functionerend brein)
We moeten dus niet focussen op de essentie van recht (of recht in zijn universele & tijdloze geheel),
maar focussen op de verschillende kenmerken die men doorgaans met het rechtsbegrip in verband
brengt:
- geheel aan regels?
- gericht op normatieve ordening?
- rol handhaving? (Er moet een controle op zijn: strafrechtelijk apparaat)
- rol rechtvaardigheid?
TITEL 1: FUNDAMENTELE TRANSFORMATIES VAN DE
MENSENMAATSCHAPPIJ
Mensen zijn sociale wezens: ons leven krijgt betekenis in relatie tot anderen. We hebben basale
behoeften, verlangens en neigingen.
Wanneer we interageren met elkaar, komen twee noodzakelijke facetten van ons bestaan naar boven:
- Materiële facetten: ecologische, technologische en economische grondstoffen (en hun beperkingen)
- Ideële facetten: kennis, overtuigingen, waarden, concepten en gewoonten die ons gedrag vormen en
sturen...
Hun samenspel met sociale instituten en praktijken (bv. de sportclub, ruzie maken/oplossen) maakt
sociale ontwikkeling mogelijk.
Hoe groter een gemeenschap, hoe meer haar organisationele structuur uitgewerkt moet zijn.
Raoul Naroll zegt dat een groep vanaf 500 personen een leider nodig heeft en vanaf 1000 personen een gespecialiseerde organisatie van
functionarissen.
Elke gemeenschap neemt basisbehoeften voor haar rekening (water, huisvesting, voedsel,
bescherming…). Hoe meer gemeenschapsleden, hoe meer coördinatie nodig is (bv. door instituten)
Maatschappelijke organisatie wordt gekenmerkt door twee vormen van specialisatie:
- Horizontale specialisatie of heterarchie: macht en bevoegdheden verdeeld onder functionele
eenheden die elk op hetzelfde niveau staan.
planning inrichting, uitvoering = verdeeld over zelfde niveau
- Verticale specialisatie of hiërarchie: Verschillende niveaus die de planning, inrichting en de
uitvoering van activiteiten waarnemen.
planning, inrichting, uitvoering = verdeeld over verschillende hiërarchische niveaus
4