12.2 VERWARMING
INLEIDING
BEPALING VERMOGEN VERWARMING
Het enorme vermogen van een verwarmingsketel wordt berekend op basis van het
temperatuurverschil tussen binnen en buiten (bijvoorbeeld bij -10 °C buiten en 20 °C
binnen). Hierbij wordt rekening gehouden met transmissieverliezen deurwanden, ramen,
vloeren, en daken.
Voorbeeld
Woning van 15 m x 10 m x 4 m met enkel een gelijkvloers en een plat dak met 150 m²
bruto vloeroppervlakte en 40 m² ramen dan zijn de U’-waarden met de toeslag
inbegrepen:
wand 160 m²: U’w = 0,162 W/m².K + 0,032 W/m².K = 0,194 W/m².K
vloer 150 m²: U’v = 0,163 W/m².K + 0,032 W/m².K = 0,195 W/m².K
dak 150 m²: U’d = 0,1341 W/m².K + 0,032 W/m².K = 0,1661 W/m².K
ramen 40 m²: U’f = 1,45 W/m².K + 0,032 W/m².K = 1,482 W/m².K
en dan is het vermogen in W (J/S) door transmissieverliezen doorheen het
verliesoppervlak gelijk aan:
φT = 30 K . (U’w x Aw + U’v x Av + U’d x Ad + U’f x Af)
= 30 K . (0,194 W/m².K x 160 m² + 0,195 W/m².K x 150 m² + 0,1661 W/m².K x 150
m² + 1,482 W/m².K x 40 m²)
= 4335 W
Omdat er ook ventilatieverliezen (systeem A, B, C, D) en infiltratie/exfiltratie-verliezen
zijn, alsook onderbrekingen (’s nachts en overdag). Dit vermogen moet ook ongeveer
dubbel zo hoog zijn. Ook moet er rekening worden gehouden met het rendement van de
ketel (90% in de casus). Dus het nodige vermogen van de ketel is dan:
φketel = 4335 W x ,9 = 9633 W
> daarom hebben ketels in woningen meestal een vermogen van 10kW (grote woningen
20kW)
Vermogen van individuele radiator bepalen, met volgende waardes:
hal, toilet, slaapkamers: 70 W/m³
keuken: 77 W/m³
woonkamer: 85 W/m³
badkamer: 93 W/m³
Vb. badkamer van 2 m x 4 m x 2,5 m = 25 m³: φradiator = 25 m³ x 93 W/m³ = 2325 W
16
,COMFORT
Iedereen lokaal heeft een bepaalde comforttemperatuur. Tussen voeten en hoofd zit een
verschil van 3°C.
Verschillende verwarmingssystemen geven een verschillend soort comfort in functie van
de karakteristieke temperatuurgradiënt.
> bij klassieke verwarming (radiatoren en convectoren) is er een lagere temperatuur aan
de voeten en droge lucht.
> bij vloerverwarming is de temperatuur ongeveer overal even hoog en de RV 10% hoger
dan bij klassieke verwarmingssystemen. >> levert dus een hoger comfort.
REGELING
Meestal bestaat een woning uit 1 verwarmingskring. Bij grote woningen of
gebouwcomplexen kunnen er meerdere verwarmingskringen ingevoerd worden die elk
apart geregeld kunnen worden.
> zo kan men gebouwen met dezelfde functie, andere transmissieverliezen of met
dezelfde geveloriëntatie apart regelen.
Elke verwarmingskring die op de verwarmingsketel aangesloten wordt kan geregeld
worden door een ruimtevoeler (aangevuld met radiatoren).
De keteltemperatuur wordt geregeld door een buitenvoeler. Watervoelers meten de
keteltemperatuur, de temperatuur van het aanvoerwater naar de radiatoren en de
temperatuur van het sanitair warm water.
Deze regelingen werken het best automatisch voor optimaal comfort en efficiëntie. ’s
Nachts wordt de temperatuur verlaagd en 's ochtends tijdig verhoogd, met prioriteit voor
het opwarmen van sanitair water.
17
, RUIMTEVOELERS OF THERMOSTAAT
Ruimtevoelers of thermostaten worden op 1,6 meter hoogte geplaatst, meestal in de
woonkamer en afgeschermd van zonlicht. Er zijn twee soorten:
- ELEKTROMAGNETISCHE VOELER: Werkt met bimetaal dat kromt bij opwarming,
minder nauwkeurig en verhoogt het energieverbruik.
- ELEKTRONISCHE VOELER: Schakelt de ketel via een temperatuurgevoelige
weerstand, is nauwkeuriger en kan worden geprogrammeerd.
In andere ruimtes buiten de woonkamer zijn verwarmingselementen uitgerust met:
- HANDBEDIENDE KRANEN: Regelen handmatig de waterstroom door het
verwarmingselement.
- THERMOSTATISCHE KRANEN: Bevatten een gas dat verdampt bij warmte,
waardoor een klep het waterdebiet vermindert. Bij afkoeling gebeurt het
omgekeerde. Deze kranen worden niet geplaatst in kamers met een ruimtevoeler
of achter gordijnen.
BUITENVOELERS
De buitenvoeler wordt aan de gevel geplaatst, bij voorkeur aan de noord- of
noordwestkant, buiten invloed van zonlicht en luchtuitlaten. Hij regelt de
keteltemperatuur en daarmee de watertemperatuur voor de verwarmingselementen.
WATERVOELERS
deze meten de temperatuur van de ketel, aanvoerwater voor de verwarmingselementen
of het sanitair warm water, meestal gemonteerd op de leidingen.
WARMWATERVERDEELNETTEN
Het warmwaterverdeelnet voedt de verwarmingslichamen met warm water dat via een
circulatiepomp vanaf de ketel wordt rondgestuurd. Mogelijke systemen zijn:
2-PIJPSYSTEEM IN OPBOUW:
Een netwerk van stijve buizen gaat van de ketel naar elk verwarmingslichaam, waarbij elk
afzonderlijk verbonden is met aanvoer- en retourleidingen via een T-stuk boven de vloer.
Kenmerken
o De watertemperatuur is overal ongeveer gelijk.
o Het warmtevermogen kan worden bijgesteld met handmatige of thermostatische
kranen.
18