Recht
Deel 1 algemene inleiding tot het recht
1. Recht: begripsomschrijving
Definitie recht = recht is een geheel van gedragsregels, die afdwingbaar gesteld zijn door de
overheid.
Regels: 1+1=2 (behoort niet tot het recht)
Gedragsregels: wat wel anders kan, maar niet anders mag
→ Voorbeeld: stoppen voor een rood licht, we kunnen wel door een rood licht rijden, maar het
mag niet.
→ 1+1 is ALTIJD 2 en kan nooit anders dan 2 zijn.
→ Niet mogen smakken aan tafel (we kunnen het, maar mogen het niet, moeilijk een
rechtsregel genoemd, er ontbreekt iets).
Alle rechtsregels zijn wel gedragsregels, maar niet alles gedragsregels, zijn rechtsregels.
Gedragsregel: is pas een rechtsregel als die afdwingbaar is (= sanctioneerbaar gesteld) door de
overheid.
→ Als je bijvoorbeeld de regel ‘niet smakken’ overtreedt, dan is die niet afdwingbaar door de
overheid. Dus --> geen rechtsregel, wel gedragsregel.
Afdwingbaar gesteld betekent niet gemaakt door de overheid. Rechtsregels kunnen ook door
anderen worden gemaakt. Bijvoorbeeld regels in je huurcontract --> die zijn gemaakt door
verhuurder, niet door overheid.
Toch zijn het rechtsregels omdat als je ze overtreedt, je gesanctioneerd kan worden door de
overheid (door een rechter). Bijvoorbeeld het moeten betalen van een schadevergoeding.
,= klassieke indeling van het recht
Indeling = 3 kasten met schuifjes (groepje rechtsregels welbepaald onderwerp). = RECHTSTAKKEN
Publiekrecht: gaat niet over de verhouding tussen burgers onderling, maar eerder over overheid
(verschillende machten die gezag uitoefenen; wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).
Bepaald verhouding tussen overheid en burger
Privaatrecht: niet verhouding tussen overheid en burger, maar burgers onderling
Grootste schuif is burgerlijk recht. Die valt uiteen in aantal subtakken.
Zie cursus voor omschrijvingen. (toepassingsgericht).
Voorbeeld
a. In opgave woord boete = voorbeeld straf (strafrecht)
b.
c. ...
d. ...
e. ...
f. ...
g. ...
In opgave woord schade = voorbeeld burgerlijk recht
Modelantwoorden online
Ander voorbeeld:
,Antwoord: Huwelijksvermogensrecht
Opmerking:
→ Zeg niet schuif, maar rechtstak
→ Zeg niet kast, maar publiekrecht, privaatrecht of gemengde rechtstakken
4.3 Indeling op basis van de normerende waarde van de rechtsregels
→ Niet alle rechtsregels moeten altijd worden nageleefd, de overheid staat toe dat je ervan
afwijkt
Aanvullend recht: recht waarvan je mag afwijken, op voorwaarde dat de partijen een andere
regeling hebben getroffen.
→ Voorbeeld: recht met betrekking tot huwelijksvermogensstelsel
Wettelijk huwelijksvermogensstelsel
Als je trouwt gebeurt er iets met je goederen, ze worden ingedeeld in 3 groepen.
Eigen vermogen echtgenoot 1 Gemeenschappelijk vermogen Eigen vermogen echtgenoot 2
Wat zit erin? Wat zit erin? Wat zit erin?
→ Goederen van voor het → Beroepsinkomsten → Goederen van voor het
huwelijk (lonen) huwelijk
→ Erfenissen → Erfenissen
→ Schenkingen → Schenkingen
= aanvullend recht, recht waarvan je mag afwijken, op voorwaarde dat je vooraf een andere regeling
hebt getrokken.
Hoe trek je andere regeling?
→ Bij de notaris, via afsluiten van een huwelijkscontract
Bijvoorbeeld: huwelijkscontract met scheiding van goederen: geen gemeenschappelijk vermogen,
maar enkel eigen vermogen echtgenoot 1, en eigen vermogen echtgenoot 2
, Beroepsinkomsten behoren dus tot eigen vermogen.
Dwingend recht: recht waarvan je niet mag afwijken
- Dwingend recht van openbare orde: afwijking hiervan wordt gesanctioneerd met absolute
nietigheid
Voorbeeld: monogamie in het huwelijk = je mag maar met 1 persoon tegelijk getrouwd zijn
Voorbeeld: het volledige publiekrecht
- Dwingend recht dat niet van openbare orde is: afwijking hiervan wordt gesanctioneerd met
relatieve nietigheid
Gemeenschappelijk: afwijking zal worden gesanctioneerd met nietigheid
Verschil: soort nietigheid (absolute nietigheid en relatieve nietigheid)
Absolute nietigheid = om het even wie, die weet heeft van het feit dat je aan het afwijken bent van
dwingend recht, mag aan de alarmbel gaan luiden en zeggen dat je iets doet wat niet mag, en dat
het nietig moet worden verklaard.
Relatieve nietigheid: kan wel worden ingeroepen, laar niet door om het even wie, enkel door
specifieke personen, enkel personen die worden beschermd door de regel.
Voorbeeld: huwelijkstoestemming moet vrij zijn van wilsgebreken
(Je mag niet onder druk zijn gezet bij het geven van je huwelijkstoestemming. Mocht je wel onder
druk zijn gezet, is dat een wilsgebrek, en zal je huwelijk worden gezien als nietig, want afwijking van
dwingend recht. Dit is dus relatief, niet iedereen kan zeggen dat dat een wilsgebrek is, enkel de
persoon die onder druk is gezet, heeft geleden onder druk).
Oefeningen bekijken!
2. Rechtsfeiten
Rechtshandeling: menselijke handeling met beoogd rechtsgevolg
Oefening: