Methodologie van de sociale wetenschappen semester 1
H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?
1.1 Inleiding
Sociaalwetenschappelijk onderzoek is overal, het is niet meer alleen het
monopolie van professoren of studenten aan een universiteit, het is aanwezig in
heel het dagelijkse leven. Het verrichten ervan gebeurt aan gespecialiseerde,
bureaucratische instellingen zoals universiteiten, met onderzoeksgeld dat door
overheden of privébedrijven ter beschikking wordt gesteld.
Methodologie verwijst naar de wijze waarop het hele proces van
wetenschapsbeoefening functioneert, en houdt dus niet alleen de kennis en
beheersing van methoden en technieken in.
Vb : survey opstellen (logica nodig, impliceren van kennis over technieken
(steekproef, vraagverwoording,…)
1.2 Enkele voorbeelden
1.2.1 De opwarming van de aarde : An inconvenient Truth versus The
Great Global Warming Swindle
De opwarming van de aarde is een wereldwijde bezorgdheid, ingrijpen kan door
de oorzaken van de klimaatveranderingen direct aan te passen of door de
funeste gevolgen ervan in te perken.
AIT : klimaatopwarming gaat zorgen voor menselijke drama’s. wij zijn hier
verantwoordelijk voor.
TGGWS : kritische kanttekeningen bij de rol die de mens speelt bij
klimaatopwarming.
Beide visies maken gebruik van wetenschappelijk bewijsmateriaal, maar
toch komen ze tot twee diametraal tegenovergestelde conclusies.
Moderne wetenschapsbeoefening is geen proces dat gedreven wordt door
onpartijdige en rationele dialoog alleen, maar ook door machtsverhoudingen,
maatschappelijke en/of politieke inmenging; ideologische assumpties en
agressieve retoriek.
Wetenschapsbeoefening van Oreskes en Conway over misbruiking :
1) Waarschijnlijkheid van wetenschappelijke claims
2) Het tegensprekelijke debat (wordt vaak misbruikt door klimaatsceptici)
1.2.2 De “war against Crime’ in New York : werkt het?
New York is aan het verrotten, oplossing :
Broken windows theorie door Wilson en Kelling
Toename verval buurt -> toename bekommernis voor veiligheid van inwoners &
verminderde deelname handhaving -> toename criminaliteit -> verdere
achteruitgang buurt -> potentiële criminelen van buiten de buurt nemen de buurt
in.
, Er is een gebrek aan sociale normen en aan controle om aan die normen te
conformeren
Begin met kleine criminaliteit en onhoffelijkheden in buurten aan te
pakken.
Burgemeester Giuliani bracht de theorie in de praktijk : criminaliteitscijfers dalen
-> politiek sterk punt voor de campagne van hem… is er dan wel causaal
verband?
3 voorwaarden causaal verband :
1. Er moet een zeker statistisch verband zijn tussen gebeurtenis A en B
2. Gebeurtenis A moet voorafgaan aan B
3. Statistische verband tussen A en B mag niet te wijten zijn aan een derde
gebeurtenis C die dat verband teweegbrengt.
1.2.3 Botsende beschavingen
Periode na Koude Oorlog. Huntington komt met artikel waarbij beschaving
relevant wordt om potentiële conflicten te traceren en te duiden. Hij maakte
onderscheidingen van beschavingen op basis van culturele en geografische
kenmerken. Conflicten tussen 2 beschavingen krijgen steeds een andere
invulling, inzet en betekenis afhankelijk van de SPEC omgeving waarin ze
plaatsvinden. Hij houdt dus geen rekening met de specificiteit van elk conflict.
Hij stuurt je perceptie van de werkelijkheid.
1.2.4 polls bij verkiezingen : verteken(en)d?
Tegen dat de verkiezingen eraan komen zien we het verschijnen op elk medium.
Er gaan surveyonderzoeken rond die mensen beantwoorden. Deze vragen
peilen naar de methodologische kwaliteit van de steekproeftrekking en de
vraagverwoording van de enquête - aspecten die ervoor zorgen dat zo een studie
al dan niet het predicaat “wetenschappelijk” verdient. Zo geeft een peiling
vooraf een vertekend beeld want er is meer den de helft van de bevraagde die
niet antwoord. Ook de vraagverwoording kan antwoorden beïnvloeden.
1.2.5 De wetenschapper als bokser?
Sinds begin 20ste eeuw is er vanuit de sociale wetenschappen interesse voor het
leven in de grootstad. Voorbeeld hiervan is Frans socioloog Loïc Wacquant, die
is opgegroeid in de middenklasse van Frankrijk en nu zijn leven verder zet als
boxer in zwarte getto’s in de VS. Hij nam er notities over de interacties in en om
de gym en over zijn persoonlijke ervaringen. Hij verteld over mensen die in de
ondercultuur leven en zo opgroeien in gettocultuur.
Hij deed aan observerende, participerende participatie hierdoor kreeg hij
als sociale wetenschapper toegang tot de leefwereld van een anders zeer
moeilijk bestudeerbare populatie. Die wordt dan van binnen uit beschreven,
alsof de wetenschapper er zelf toe behoort.
Kwalitatief onderzoek : verzameling van benaderingen binnen de sociale
wetenschappen die niet hoofdzakelijk gebruikmaakt van cijfermateriaal en
bijhorende statistische analyses, maar zich bedient van andere vormen van data
verzamelen, zoals participerende observatie, focusgroepen of diepte-interviews.
Ambitie : menselijk handelen in context brengen.
,1.2.6 verband tussen gamen en agressie
Via grafisch ontwikkelen is het mogelijk om steeds realistischere virtuele
spelwerelden te creëren, dus ook meer realistisch geweld.
Media-effectonderzoek : gaat na wat de effecten zijn van het kijken of
praktiseren van bepaalde media. Ondertussen kan dit veld terugblikken op een
eerbiedwaardige traditie van theoretische inzichten en een brede waaier van
onderzoeksstrategieën, waarbij methodes en ideeën die bij de studie van
effecten van tv kijken werden gebruikt, ook toegepast worden in de studie van
het effect van gamen op agressie. MAAR er bestaat geen consensus, geen effect
om het probleem te kunnen verklaren.
Hoe agressie gemeten wordt verschilt ook van studie tot studie.
Naturalistische validiteit : verwijst naar de mate waarin je bevindingen uit een
gecontroleerde, artificiële context kan doortrekken naar real life contexten. (zien
we vaak in labo’s).
1.3 De wetenschappelijke aanpak
1.3.1 Wetenschap : een specifieke benadering
Wetenschappelijke inzichten zijn gebaseerd op toepassen van regels en
procedures die de kwaliteit en het waarheidsgehalte van die inzichten
maximaliseren.
Wetenschap levert kennis op die superieur is aan lekenkennis, omdat de
methodes, principes en basisprocedures van wetenschapsbeoefening garanties
bieden dat uitspraken die niet stroken met de waarheid, de kritische toets niet
doorstaan en uiteindelijk verworpen worden.
Bij ieder onderzoek moeten keuzes gemaakt worden over bv :
Over de wijze van data verzamelen
Over de gebruikte theoretische inzichten
Over de omschrijving en invulling van centrale concepten
Over de te onderzoeken populatie
Over de wijze van rapporteren
Allemaal keuzes die weloverwogen moeten gebeuren en die
beargumenteerd moeten worden.
Methodologie is niet hetzelfde als methoden :
Methoden verwijzen naar het geheel van specifieke technieken die je in
wetenschappelijk onderzoek gebruikt om onderzoekseenheden te
selecteren, er gegevens over te verzamelen, die gegevens te analyseren
en de resultaten te rapporteren
Methodologie : kijk 1.1
1.3.2 alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid
= persoonlijke ervaringen, populaire media en ideologische overtuigingen of
waarden.
Geen van die bronnen kan echter met de kennis en inzichten concurreren
die je uit wetenschappelijk onderzoek opdoet.
, Selectieve observatie beïnvloedt je persoonlijke ervaringen : het verwijst naar
het feit dat je speciaal gaat letten op bepaalde mensen of situaties en van
daaruit veralgemeningen maakt. Meestal gaat het om mensen en situaties die je
vooringenomen ideeën of standpunten bevestigen.
Media-info moet kritisch benaderd worden, er worden wetenschappelijke
inzichten gecombineerd met info zonder wetenschappelijk statuut, of zelfs valse
info.
1.4 Wat te verwachten van methodologie?
1ste bouwsteen : een theorie of theoretische inzichten die gebaseerd zijn op
empirische data of gegevens uit de werkelijkheid waarover die theorieën een
uitspraak willen doen.
1. Onderscheiding op basis van leveltheorieën :
Micro : (inter-) individuele niveau
Meso : zit er tussen in, bij bv op niveau van organisaties of
bedrijven
Macro-level : begrijpen van patronen op het niveau van ruimere
sociale systemen zoals staten of instellingen, maatschappelijke
systeem
2de bouwsteen : data of gegevens over de werkelijkheid.
Sommige gegevens zijn onmiddellijk waarneembaar zoals geslacht of
agressie andere kenmerken uit de sociale werkelijkheid behoeven
gespecialiseerd meetinstrumenten om ze te kunnen observeren (vb : IQ
test).
Bij beide gaat het om empirische data : alle data zijn gegrondvest in
zintuiglijke waarneming.
Empirische observaties kunnen kwantitatief of kwalitatief aard zijn :
Kwantitatieve data: cijfers
Kwalitatieve data : gegevens in de vorm van teksten, objecten of
foto’s