GGG HOOFDSTUK 2: ALGEMEEN - PSYCHIATRISCHE STOORNISSEN
2.1 DEFINITIE
Psychiatrische ziekte = Ziekte met psychische symptomen en/of door psychische
oorzaken die gepaard gaan met lijden en/ of sociaal disfunctioneren.
Niet altijd mogelijk om oorzaak aan te duiden, daarom spreken we eerder van
psychiatrische stoornissen.
Symptomen = klachten of verschijnselen.
Bv. Verwardheid, geheugenproblemen, hallucinaties, …
Onderscheid tussen lichamelijke en psychische ziekten is niet altijd duidelijk:
- Door lichamelijke problemen psychische klachten krijgen.
Bv. Vitamine d tekort depressie
-
Door psychische problemen lichamelijke klachten krijgen.
Bv. Anorexia Maandstonden vallen weg
In psychiatrie nadruk op psychische symptomen en oorzaken.
Psychische functies worden ingedeeld in 3 hoofdgroepen:
1. Cognitieve functies = Denken
Aandacht, bewustzijn, geheugen, …
Bv. Alzheimer
2. Affectieve functies = Voelen
Emoties
Bv. Borderline
3. Conatieve functies = Willen
Gedrag, motivatie, psychomotoriek
Wisselwerking tussen individu en omgeving.
Verschil klachten en psychiatrische stoornis:
- Klachten:
o Reactie op iets wat je meemaakt
o Gaat na een tijd vanzelf over
Bv. Relatiebreuk
- Psychiatrische stoornis:
o Evenwicht is langdurig verstoord
o Negatief effect op het functioneren op verschillende
levensdomeinen en sociale rollen.
Bv. Schizofrenie
2.1.1 5G – SCHEMA
, Gebeurtenis Gedachten Gevoelens Gedrag Gevolgen
Voorbeeld: Op Dit is de enige Opluchting, Ik benader de Ik heb de
een feestje die ik ken, laat enthousiast persoon. persoon beter
zitten naast ik een praatje leren kennen.
iemand die ik maken.
maar een beetje
ken. Ik ken hem niet Onzeker, angst, Ik mijd de Ik leer geen
goed genoeg om gespannen, persoon en stel nieuwe mensen
een praatje te minderwaardig me verlegen op. kennen.
maken en denk
dat ik niet leuk
genoeg ben.
2.2 PSYCHIATRISCHE DIAGNOSTIEK
Doel diagnostiek:
- Vaststellen of er sprake is van een stoornis (+ welke en het beloop)
- Mogelijke oorzaken
- Aangewezen behandeling
Psychiatrische diagnostiek = anamnese + onderzoek
Hoe diagnose stellen:
1. In kaart brengen van de klachten + vaststellen
Via anamnese door somatische specialist (doet ook lichamelijk onderzoek)
2. Psychiater gaat in gesprek met patiënt
3. De gerapporteerde en/ of waargenomen symptomen worden geclusterd tot
één of meerdere ziektebeelden of stoornissen.
! Psychiater doet geen lichamelijk onderzoek, zij zijn beperkt van wat de patiënt
hun vertelt.
Verschillende soorten anamneses:
- Algemeen psychiatrische anamnese: Screening van andere psychiatrische
stoornissen.
Losse babbel met onderliggende structuur.
- Biografische anamnese: Gezin van oorsprong, levensgeschiedenis,
zelfbeschrijving, …
- Sociale anamnese: 3 milieus (thuis, opleiding en/ of werk, vrije tijd)
Bv. Waar werk je, heb je een relatie, …
- Somatische anamnese
Bv. Kan u me beschrijven waar u juist pijn heeft en wat u voelt, …
- Speciële anamnese = Geschiedenis van de psychiatrische aandoening.
Bv. Wat zijn de klachten, waar wordt je in belemmert, …
Problemen anamnese:
- Vaak onvoldoende, onvolledige of onbruikbare info van patiënt zelf.
Doordat patiënt de waarheid niet vertelt of door stoornis.
Oplossing:
- Heteroanamnese: Gesprek met derden, enkel mits toestemming.