Verbintenissenrecht
Handboek: nieuw algemeen contractenrecht maar de essentie zijn de
lessen!
Kennen: lessen+ slides+ wetteksten (in 2025 zal een nieuw BW boek 6
buitencontractuele aansprakelijkheid in werking treden). Zie kopie boek 6
op canvas.
Examen pas in juni dus zeer veel!
Inleiding
Wat is een verbintenis? Zie art 5.1 BW. Het gaat om een rechtsband,
dus een verhouding tussen twee personen (schuldenaar/passiefzijde en
schuldeiser/actiefzijdec) waarbij de ene recht heeft op de prestatie van
een ander. Bv ik verbind me ertoe om 10K te betalen, dus ik ben
schuldenaar tov de andere die de schuld kan eisen. Die verbintenis kan
een verschillend voorwerp hebben: om iets te geven, te doen of niet- te
doen (bv je verbindt u om bepaalde info niet bekend te geven denk aan
de mol) of garanderen (denk aan verzekering of borg). Als je de prestatie
niet nakomt (bv je zegt wie de mol is) wordt er een forfaitaire
schadevergoeding aan gekoppeld. Je hebt ook verschillende soorten:
1. Inspanningsverbintenis: je handelt als een normaal en voorzichtig
persoon. Een arts kan het resultaat niet garanderen.
2. Resultaatsverbintenis: je verbindt u echt tot een bepaald resultaat.
Zodra het resultaat niet wordt bereikt is er een wanprestatie,
contractbreuk.
3. Garantieverbintenis: deze verbintenis moet je zelfs in geval van
overmacht na te komen. Verschil tussen resultaatsverbintenis is dat
je hier wel aansprakelijk bent bij overmacht.
Wederkerig contract: De verbintenissen kunnen ook wederkerig zijn
zoals een koopcontract. Een bepaalde partij kan zowel schuldenaar als
eiser zijn. Je verkoopt bv u gsm aan een vriend. Bram heeft een
verbintenis om 500 te betalen dus hij is schuldenaar, ik ben schuldeiser
en kan de 500 eisen. Anderzijds moet ik ook een prestatie verrichten en
de gsm geven aan Bram, in dat geval is hij de schuldeiser. Je kan dus
beide zijn. De koper en verkoper hebben een verbintenis.
Bronnen: 1. een belangrijke bron is een contract waaruit verbintenissen
kunnen uitvloeien. Het kan ook een eenzijdige rechtshandeling zijn, denk
aan een beloning de gevonden hond, zonder dat iem daarmee akkoord
moet gaan. 2. Ook zijn er oneigenlijke (=quasi) contracten, dit zijn
specifieke vormen van verbintenissen zoals de onverschuldigde betaling
1
,(= foute storting). 3. De buitencontractuele aansprakelijkheid, dus de
verbintenis tot schadeherstel is ook een bron. 4. Verbintenissen kunnen
ook uit de wet zelf voortvloeien.
Rechtmatig vertrouwen als bron? In ons recht wordt het niet als een
autonome bron aanvaard hoewel er sommige toepassingen zijn zoals het
schijnmandaat. Het is een discussiepunt.
Natuurlijke verbintenis (art 5.2 BW): Een verbintenis is afdwingbaar.
Je hebt ook een natuurlijke verbintenis (bv de verjaarde schuld) naast een
civielrechtelijke die niet afgedwongen kan worden. Bv je gaat 10K betalen
maar de schuldeiser wacht 11J om de schuld in te vorderen door naar de
rb te gaan. Deze gaat zeggen dat het verjaard is en er geen aanspraak
meer op kan zijn. Stel er wordt niet naar de rb gegaan maar na 11j betaal
ik spontaan: in principe moest het niet meer. Dan doet u uitvoering aan
een natuurlijke verbintenis want die was niet langer afdwingbaar. Het
werd een natuurlijke verbintenis.
In de familiale context is de natuurlijke verbintenis er ook vaak; stel na 2j
stopt de relatie maar de ene heeft altijd boodschappen enz betaald. Als
het normale uitgaven zijn, dan is het een soort natuurlijke verbintenis
bepaald door een solidariteitsgevoel. De kosten kunnen dus niet
teruggevorderd worden. Verjaring heeft hier niets mee te maken.
Verbintenissenrecht Vs goederenrecht: het onderscheid is dogmatisch en
te relativeren. Er kunnen in het zakenrecht ook verhoudingen tss twee
partijen zijn bij vruchtgebruik bv. Niet echt kennen.
Juridisch kader: sinds november 2020 is er een nieuw BW. Het oude is
voor sommige domeinen nog van toepassing maar stilaan wordt het
vervangen. BOEK 6 PAS VANAF 1 JANUARI 2025! Hoewel het ook een bron
van verbintenissen is staat het niet in boek 5. Met boek 7 zijn ze ook nog
bezig. We gaan boek 1, 5,6 en 8 zien in deze lessen. Buitencontractuele
aansprakelijkheid is niet in boek 5 opgenomen hoewel het wel een bron
van verbintenis is (=boek 6). Als een contract na 1 jan 2023 werd
gesloten dan zijn het de nieuwe regels, het is enkel van toepassing op
nieuwe handelingen. Stel je sluit in 2022 onder het oude recht een c en je
gaat een bepaalde handeling op basis daarvan richten na de
inwerkingtreding van het nieuwe BW, dan zal het oude recht van
toepassing blijven (=overgangsrecht). Van oude contracten zijn de oude
regeling nog van toepassing.
Algemeen contractenrecht
Contract (art 5.4 BW): of een overeenkomst is de wilsovereenstemming
tussen personen mh oog op rechtsgevolgen te doen ontstaan (=
2
,verbintenissen vaak). Contracten kunnen ook gesloten worden zonder dat
er echt een verbintenis is, bv een contract tot beëindiging van een ander
contract. Het rechtsgevolg is de beëindiging, wat niet echt een verbintenis
is maar eerder een bepaalde toestand vastlegt. Een contract is bindend,
dat is de kern anders heeft het geen waarde. Een contractbreuk kan
gesanctioneerd worden, er kunnen dan dwangmaatregelen opgelegd
worden.
Verwar een contract niet mh contractueel document. Het moet niet per se
op papier staan. In Be is een mondeling contract mogelijk. Kan u dat
bewijzen dan?
Contract kan een bron van verbintenis zijn en dus om iets te geven, te
doen, niet te doen of te garanderen. Een vb van iets niets te doen: niet-
concurrentieverbintenis; stel bv iemand koopt een bekende bakkerij van
een bekende naam dan wil de koper dat er naast geen nieuwe bakker
komt. Er wordt dan besloten dat er geen nieuwe bakker zal komen in 3j
binnen 20KM.
Het belang vh contractenrecht: dit is eerder evident. Als je maar een
broodje koopt sluit je een koopcontract. Je sluit dagelijks contracten. We
zouden geen handel kunnen drijven zonder. We moeten er ook op kunnen
vertrouwen dat we krijgen voor wat we betaald hebben anders hebben we
geen rechtstaat of een goedwerkende eco. Het is ook gekoppeld aan de
vrijheid van ondernemen. Het laat ook toe om bepaalde risico’s met
andere aan te gaan. Als er bv een brand uitbreekt wie moet de
verzekering op zich nemen dan? Het is een risicoverdeling tss partijen in
een contract. Het is ook belangrijk vd realisatie van persoonlijke (en
maatschappelijke) doelstellingen zoals een huis kopen. Er is een spanning
tss het eigenbelang (vd onderneming) en dat van andere (zwakkere
consument). Een onderneming kan in eigen belang handelen en grote
schadevergoedingen eisen, dus er is een spanning. Dus er is ergens een
min bescherming dmv consumentrechtelijke regels.
Relativering: Het 1.algemeen contractenrecht is anderzijds ook relatief.
Het is een dik boek, maar daarmee weet je nog niet alles. Er is ook zoiets
als 2.specifiek contractenrecht. Bij een koopovereenkomst is het
algemene contractenrecht van toepassing maar er zijn ook bijzondere
regels (2e sem). 3.Er is ook business to business wetgeving (b2b) tussen
bedrijven of consument to business (b2c) wetgeving om consumenten te
beschermen. 4.Contractueel doc: Je moet ook kijken nh gene wat in het
contract geschreven is, als er een is. Mogelijk moet je ook naar
5.secotorregulering kijken want voor bepaalde sectoren gelden speciale
regels.
3
, Als er een probleem is met een contract moet je eerst het contract
opvragen, nalezen en zien wat voor contract het is. Het kan zijn dat er een
specifieke set van regels van toepassing zullen zijn bv de koopregels. Je
moet alle elementen samennemen om op het contractueel kader een
zicht te hebben. Het algemeen contractenrecht geldt als er geen
bijzondere regel is.
Meergelaagdheid; we hebben vooral onze Belgische regels, maar ook
internationale en Europese regels. Heel wat vd
consumentenbeschermingsregels zijn van EU afkomstig, het is dus
soortgelijk in Eu. Het kan in Be regelgeving worden omgezet. Er is ook een
regionalisering: de gewesten kunnen bv inzake huur optreden.
Het leven van een contract (ex!): Een contract heeft verschillende
fases: precontractuele fase waar partijen onderhandelen over een
contract bv. Ook dan gelden er al regels. Wanneer ontstaat het c? We
hebben een contractsluiting en erna moet het uitgevoerd worden. C
moeten geïnterpreteerd worden als het onduidelijk is of aangevuld worden
bij leegtes. Er kan ook spraken zijn van een wanprestatie en wat zijn de
sancties dan? Zie tijdlijn, deze is belangrijk voor de gevolgen.
Soorten contracten:
1) Consensuele contracten (art 5.5 BW): deze komen tot stand door de
loutere wilsovereenstemming bv ik verkoop m'n gsm aan een
vriend. Dit kan gwn mondeling en is niet onderworpen aan
vormvereisten.
2) Vormelijke contracten (art 5.5 BW): Soms is een vormvereiste wel
noodzakelijk vd geldigheid, denk bv aan een huwelijkscontract of
een hypotheek. Een klassieke schenking vereist in principe ook een
notariële akte. Als je deze vereiste niet naleeft is er geen geldig c.
3) Zakelijke contracten (art 5.5 BW); er is dan een overdracht van een
goed vereist. Bv bewaargeving van mijn gsm. Dan heeft de andere
de verbintenis om het goed terug te geven en het c ontstaat pas als
het voorwerp gegeven is.
4) Wederkerige en eenzijdige contracten (art 5.6 BW): Je kan ook een
vergoeding vragen vd inbewaarhoiuding, dan is het een wederkerig
contract. Eenzijdige overeenkomst: dan heeft slechts één partij een
verbintenis en dan zou zijn als een gsm wordt gegeven zonder
vergoeding. De lening op intrest is een ander voorbeeld, want ik heb
de verbintenis om die lening terug te betalen. Er zijn rechtsgevolgen
aan de verschillende contracten. Bv de ontbindingssanctie kan
alleen bij een wederkerige overeenkomst. U heeft de tweede
persoon niet nodig om de rechtshandeling te doen ontstaan, je kan
uw met een eenzijdige wilsuiting verbinden (bv 500 beloning als je
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur florasenten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.