Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Arbeidsrecht 24-25 €15,48
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Arbeidsrecht 24-25

 1 vue  0 fois vendu

Samenvatting van alle lessen gegeven in het jaar . Alle presentaties + eigen notities. Verder ook aangevuld met bespreking van opdrachten.

Aperçu 4 sur 153  pages

  • 21 décembre 2024
  • 153
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
lyseooms21
Module 1: inleiding
ARBEIDSRECHT = recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband 
Ondergeschikt verband !

DUBBELE ONGELIJKHEID : feitelijke ongelijkheid en juridische ongelijkheid

• Feitelijke ongelijkheid : ongelijkheid in onderhandelingspositie van werknemer en werkgever bij
aangaan van arbeidsovereenkomst: veronderstelling dat de werknemer zich in een inferieure
onderhandelingspositie bevindt ten opzichte van de werkgever

• Juridische ongelijkheid : werknemer bevindt zich in een juridische ondergeschiktheid ten
opzichte van de werkgever TEGENGEWICHT : functie van het arbeidsrecht : tegengewicht vormen
ten aanzien van de superieure positie van de werkgever

→ Beschermt de positie van de werknemer
→ Regelt en kanaliseert tevens de verhoudingen tussen de betrokken partijen

A. ARBEIDSOVEREENKOMST ALS BIJZONDERE OVEREENKOMST

• Romeins recht: arbeidsovereenkomst al huurovereenkomst (na aanneming en huur van
goederen)

• Franse revolutie 1789: vrijheid van nijverheid en arbeid gepropageerd

• Arbeidsrecht in BW 1830 (Code Civil), slechts 2 artikelen:

o 1780 BW: “overeenkomst is voor bepaalde tijd/bepaald werk o 1781 BW: “ bewijsvoordeel
werkgever bij loongeschillen”
o Voor het overige administratiefrechtelijke bepalingen

▪ Vb. Regels rond werkboekje: ‘Werkgever moet werkboekje invullen en bewaren. Je mag pas gaan werken
bij een andere werkgever als je je werkboekje hebt’ = belangrijk drukkingsmiddel voor de oude werkgever
die het boekje niet kan geven (!)

• Nadien ontwikkeling naar beschermend (dwingend) arbeidsrecht & groei collectief arbeidsrecht:

o Dwingend AR als gevolg van Juridische en feitelijke ongelijkheid werkgever en werknemer.

▪ Feitelijke ongelijkheid: vgl. consumentenrecht: geen onderhandelingsregime – werkgever stelt eenzijdig
contract op waarvan de werknemer deze moet ondergaan soms zonder kennis van zaken

▪ Juridischeongelijkheid:

o Extra reden voor dwingend recht: sommige bepalingen omwille van algemeen belang
(veiligheid/ welzijn).

▪ Bijv.asbestverhaal:beschermendekledijdrageninchemischebedrijvenanderskanditleidentot kankergolf

o Groei collectief arbeidsrecht vaak ingevolge sociale onrust (bijv. stakingen)
• Maar nog steeds blijft algemeen contractenrecht aanvullend van toepassing waar geen bijzondere
regels zijn.

,B. ARBEIDSRECHT EN SZR ALS POTEN VAN HET SOCIAAL RECHT
Sociale zekerheidsrecht?

• Alle regelingen die werknemers en zelfstandigen de mogelijkheid bieden om in voldoende
middelen te kunnen voorzien voor het levensonderhoud, ook wanneer ze dat zelf (eventueel
tijdelijk en/of gedeeltelijk) niet kunnen.

• Bijvoorbeeld: ziekte- en invaliditeit, werkloosheid, gezinsbijslag, pensioen,... Verwevenheid met
arbeidsrecht?

• Ziekte: verschuiving inkomen van werkgever (gewaarborgd loon) naar sociale zekerheid (RIZIV)

• Tewerkstelling en ontslag: Tewerkstelling als voorwaarde voor werkloosheidsuitkering (muv
uitkering na studies), hervatten werk als einde werkloosheidsuitkering.

• Pensioen: einde arbeidsovereenkomst als loopbaanduur en/of leeftijd => geen loon meer, maar
pensioen.

• Arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht ontwikkelen samen (zie verder historische inleiding)

→ Vanuit de arbeidsovereenkomst bouw je rechten op het vlak van sociale zekerheid



C. ARBEIDSRECHT EN SZR ONTWIKKELEN ZICH SAMEN
• Aanvang Belgische wetgeving: onbeschermde zwakke werknemers: • Oorzaken:

• Romeinse tijd en middeleeuwen: sterke “werkersorganisaties”: corpora/ gilden

• ➔ afgeschaft bij Decret d’Allarde (doel bevrijden arbeid) nadien ook coalitieverbod (Napoleon):

• Status 1830:

• Waarom verbod? Dergelijke coalities hadden eigen toegangsregels: het was een gesloten
systeem. Je kon slechts intreden als je eerst leerling werd van iemand die al in de gilde zat: zij
namen vaak hun kinderen/familie/vrienden als leerling. Was je geen close community, dan kwam
je daar normaliter niet in

• Nadeel: extreem economisch liberaal perspectief: een contract met slechts twee partijen: de
werknemer en werkgever die zelf de voorwaarden vastleggen van de arbeidssituatie Werknemers
staan tegenover een veel sterkere werkgever.

→ WN alle coalities verboden ➔ WG enkel als doel= verlaging lonen.

• Geen beschermende wetgeving (economisch liberalisme) (vgl. film Daens).

• Zuivere contractvrijheid MAAR grote stedelijke arbeidspool zorgt voor overaanbod werknemers➔
vervangbaarheid.

• Werknemers konden zich pas verenigen pas in 1867.

,• Probleem: geen algemeen stemrecht: konden geen meerderheid halen in het parlement.

• Beperkt stemrecht (dus ook beperkte vertegenwoordiging)



VANAF 1886 EERSTE WETTEN
• Oorzaken: sociale onlusten

→ oprichting BWP (socialisten)

→ Katholieke werknemersbonden (Daensisten →Christene volkspartij))

o De opkomst van de socialisten werd door de liberale en katholieke partij aanschouwd als een
bedreiging: als reactie gaven zij een aantal toegevingen om te voorkomen dat de arbeiders zich
naar de socialistische kant zouden begeven

o Kwam tot uiting in Rerum Novarum (1891): het katholieke antwoord op het 19e-eeuwse
'arbeidersvraagstuk'. Het document bepaalde het katholieke standpunt tegenover de groeiende
aanhang van het socialisme.

→ Toegevingen = focus arbeidsreglementering:

• 1887 loonbescherming.

• 1889: kinder- en vrouwenarbeid. → 1914: afschaffing kinderarbeid

• Pas vanaf 1905 zondagsrust.

• Na WO I: verdere uitbouw arbeidsrecht en aanvang sociale zekerheidsrecht ( Waarom?
Deelname arbeiders aan WOI – uit moreel oogpunt toegevingen doen als vorm van dank)

• 1919 werkloosheidsverzekering

• 1921: 48-urenweek + algemene 8u werkdag

• 1930: pensioenen

• 1936: betaald verlof + 40 uren werkweek (pas vanaf 1963 derde vakantieweek)

• Na WO II: verdere uitbouw sociale wetgeving (door sociaal overleg tijdens WOII vanuit Londen als
basis).

• O.a. institutionalisering van het paritair overleg.

, • Wat is paritair overleg?

• Collectief overleg bestaat op verschillende niveaus: binnen de onderneming (WG en WN
vertegenwoordigers) of op het niveau van een paritair comité (WG vertegenwoordigers en WN
vertegenwoordigers)

• Paritair comité = per sector – de vakbonden maken regels voor de werknemers van een bepaalde
sector die ook van toepassing zijn voor individuele contracten bijv. wanneer wordt het loon
geïndexeerd?

• Vanaf crisis jaren ‘80 ook soms stappen terug. Bijv. devaluatie Belgische Frank

• 2013: “gelijkschakeling “arbeiders en bedienden.

→ Sociaal recht is de laatste 120 jaar vanuit het niets uitgegroeid tot een zeer groot domein dat zich nog
steeds ontwikkelt.

• DeAOis regels !

een bijzondere overeenkomst: verbintenissenrecht blijft relevant, vooral voor IAR voor zover geen
afwijkende



D. ARBEIDSRECHT = EEN EIGEN RECHTSTAK
• Arbeidsrecht= verbintenissenrecht + correctie op het verbintenissenrecht o Regulering = herstellen
machtsverhoudingen

o “Arbeidsverhoudingen zijn machtsverhoudingen” (R. Blanpain) • Individueel arbeidsrecht=
dwingende wetsbepalingen

o contractuele partijen zijn niet gelijk
o bescherming tegen voortijdige afstand
o Gesanctioneerd door relatieve nietigheid (van de bepaalde clausule) + enkel in te roepen door
de werknemer

• Collectief arbeidsrecht= overleg juridisch vorm geven

o collectief tegengewicht tegenover werkgever o aansluiten bij realiteit onderneming

o Discussie: Arbeidsverhouding: contractueel of statuut ?
o Optie Europees continentaal systeem: contract blijft basis o Veel dwingend recht: the quest for
security

• Eigen rechtshandhaving: eigen rechtscolleges,

• Collectief arbeidsrecht: tussen publiek en privaat recht

o eigen bronnen= ten dele autonoom recht

o maar ook contractuele grondslag

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lyseooms21. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53249 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,48
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté