Culturele Antropologie
Deel 1: Cultuurmaterialisme
I. Materiële verklaring van culturele verschillen
Cultuurmaterialisme case 1
Waarom bestaat er vrouwen emancipatie in Westen?
Nieuwe trend gedreven door ideeën, denken in W zo geëvolueerd tot op punt dat wij vandaag
kunnen zeggen: “wij kennen het belang v vrouwenemancipatie”, “wij zijn woke, bewust v koloniale
verleden”.
<> Materialisten geloven niet dat ideeën revolutioneren, het is door verstedelijking/urbanisatie.
- Leven wordt duurder (hoger dan platteland)
- Kinderaantal naar beneden (omdat kosten stijgen)
- Vrouw moet werken in fabriek voor geld, ontmoet daar ander vrouwen en de vrouw staat los
van haar gezin.
Vs. de agrarische samenleving: vrouw als barend en domestiek, vast aan huis/gezin
2 types in culturele materialisme
= beweren dat cultuur louter product is v materiele oorzaak.
- Actor-materialisten:
o Zeggen dat altijd veel ideeën hebt, je maakt selectie die gemotiveerd is door de rede
van een actor.
o Sterk in economie, sociale psychologie, bv. speltheorie, behaviorisme
- Structuur-materialisten:
o Kijken naar materiële relaties (geen mensen/actoren) en zien materiële structuur
vóór de culturele.
o Eco rel: verhouding tss hulpbronnen, noden v mensen.
o Historisch: verklaren wereldgesch vanuit materiele rel, wie prodmiddelen heeft (=
kennisplekken: scholen, fabrieken) bepaalt het denken.
= een bep. groep/klasse binnen die sociale structuur.
Culturele praktijk: case 2
Culturele praktijk (gebruik, institutie)
- Matrilineair: je erft via familie v moeder
- & Matrilokaal: je woont bij familie v moeder
o Eigendom gaat niet naar kinderen v man <> maar naar zijn zus
o Mannen zijn zelden thuis => eigendom geassocieerd met degene die thuis blijven
- Unilineaire (= patri)
o Landeigendom, tuinbouw: man is verdediger v land
- Non-unilineair, bv. dubbele verwantschap
o Titel wordt matrilineair overgedragen
o Eigendom wordt patrilineair overgedragen
1
,Wegens materiele condities (aanpassing): vb. Ashanti en Mossi koningen: vermijden
machtsconcentratie v titel-erfgenaam, niet titel als rijkdom erven (=> dmv het op te splitsen)
Culturele praktijk: case 3
- Shosone Indianen en Khoi-San jagers:
o Weinig territoriale gebruiken
o Volgen rondtrekkend groot wild (materiele condities)
- Aborignials:
o Meer territoriale gebruiken: voorouderlijke relikwie, Churinga
o Jagen in nabij liggend terrein, klein wild (materiele condities)
Jared Diamond - Guns, Germs and Steel.
- Waarom opkomst v W? Euraziatische continent heeft planten en dieren voor
landbouwsamenleving. (Belastingen afdwingen)
- Hij gebruikt ‘beschaving’ => impliceert dat er culturen zijn die niet ‘beschaaft zijn’
- Culturele praktijken gelinkt aan wat homo sapiens voor duizenden jaren al meedragen: ze
blijven bestaan en zijn aangepast aan human nature
- Waarschuwing voor trends/bewegingen die dat ontkennen: praktijken die aangepast zijn aan
onze biologische noden
II. Actor-materialisme (Barth)
- Gebruiken aangeleerd (= actor)
- Past aan aan materiële omstandigheden, adaptief (= materieel)
Speltheorie en agency
Barth: (alles is gevolg v actor)
- Primair zijn motieven v actor => sociale structuren en instituties = secundair
- Alle nadruk op agency: om cultuur te begrijpen moet je kijken naar motieven v actoren.
- Waarschuwt voor cutluurstudies die zich focussen op instituties, deze bestaan namelijk niet.
o Het enige dat bestaat zijn de actoren, zij maken de instituties.
- Ook machtsrel bestaan niet, alleen secundair + niet primair => zijn gevolg v menselijke acties
- Markt ontstaat omdat mensen willen kopen en verkopen, niet omgekeerd
Fur landbouw:
- M en V aparte oogst/velden + opbrengsten ook verdeeld
- Invloed Arabisch schiereiland (en ook Z v Sudan) => veeteelt
o Maar na keuze v overgang naar veeteelt: nood aan complementaire taken
o Materiële nood: karnen en vee hoeden. M en V moesten samenwerken
- Nu een ‘Arabische’ M/V relatie maar niet door invloed v Arabische cultuur
o Geen culturele invloed (v Arabisch schiereiland) maar een materiële noodzaak (de
Fur hadden nood aan nieuwe vorm v landbouw en namen inspo v Arabische veeteelt)
Idealistische kritiek: toch structuur in agency?
Is er in agency geen culturele structuur? Bij nieuwe veetelers komt de vraag v:
- Wie heeft beslissingsmacht?
2
, - Er moet uiteindelijk toch een invloed geweest zijn v mentale wijziging (islamitisch geloof) om plaats v
vrouw te veranderen?
Praktijk vereist mentale wijzing bij vrouw, rel M/V niet louter materieel/agency; er zit structuur in cultuur die
invloed uitoefent (man hoedt het vee & vrouw karnt/verkoopt boter op markt).
~ Sociale hiërarchie tss clans in termen van land/ zee ideële, structuur blijft doorspelen. Zicht op zee is meer
macht dus ideële structuur bepalen macht en status. => Je kan niet alles met materialisme verklaren.
Toepassing spelttheorie: Swat vallei, de Taliban
Barth concentreert zich op bep institutie: Pathanen en wesh (= feodale institutie) behoudt strijd in
vallei (Afghanistan – Pakistan).
- De landbezitters, Pathanen, moeten roteren in bezit => dus niemand heeft bezit
- Wesh alleen begrijpen via Speltheorie: bezit v land roteert, maar wat bepaalt het bezit? =>
d.m.v. een strijd tss leden v Pathanen-clan:
o Jaarlijkse strijd gaat erom dat je andere intimideert. Wanneer iemand beste stukken
wilt claimen, gaat die de eigenaar v vorig jaar uitdagen en eisen stellen
o Strijd is met intimidatie (minder m wapens).
o Hoe nabijer iemand is qua verwantschap, hoe meer die gaat opeisen = spel v vraag
en aanbod. => Zero-sum game: winst voor majority.
o Families die kleiner deel land ontvangen kunnen zich benadeelt voelen => conflict
- Non-zero sum game: positief voor beide (segmentary linage systems), alleen winnaars of
verliezers (alleen positief of negatief voor beide)
<> Kritiek v Assad (is neomarxist) en repliek
- Barth is iets vergeten: bij de Pathanen, een clan die alle macht heeft, spel wordt alleen door
Yusufzai clan gespeeld, zij zijn de landeigenaar. (kan niet aan rotatie meedoen als je niet lid
bent v Yusufzai).
- Kwestie waar neomarxist geen schrik voor heeft: hoe kan ik zorgen dat lokale bevolking (of
proletariaat) bewust is v hun onmacht?
o Boerenklassenbewustzijn is bewustzijn v die structuur, Soefi’s. Heeft boeren van deze
structuur bewust gemaakt. Gaan in rebellie tegen Yusufzai. => Religie helpt in
rebellie, verandering, ingrijp op ongelijkheid
=> Repliek Barth: diegene die rebellie hebben veroorzaakt; zijn speelbal v Yusufzai. Ze
kunnen heel makkelijk conflict maken dus rebellie direct opgelost. Kleinzoon v Akhund, Wali,
heeft toch rebellie gered door in te spellen op majority game. Maakte coalitie m alle
zwaksten en zorgden ervoor dat er geen rotatie meer is (compleet verdwenen).
o = wel agency na doorzien v ideële structuur (doordat Wali inzag dat het een spel was,
had hij het doorzien hoe die institutie (Wesh) werkte).
o Als we dit doorzien: zijn we bezig met ideële verklaring v cultuur
III. Marvin Harris en 3 causale structuren
Marvin Harris:
- ‘Waarom betekende tegencultuur v 60s geen nieuw tijdperk’?
o Culturele revolutie is geen infrastructureel
o Er waren geen verandering op vlak v ongelijkheid, het waren alleen ideeën =>
voeding voor de markt
- Pas wanneer infrastructuur wordt aangetast, veranderd wordt, kan er iets gebeuren
3
, 1. Suprastructuur: kunst, lit, architectuur, wetenschap = gevolg v familiale economie en politieke
2. Structuur: (pijl naar boven)
- Familiale economie (gezin, verwantschapssysteem, genderverhouding = structuur v
samenleving)
- & Politieke economie (staat, klassen)
3. Infrastructuur (pijl naar boven)
- Productiewijze (economie, milieu en technologie)
- & Reproductiewijze (demografie, bevruchtbaarheid)
Toepassing: evolutie v eco-politieke systemen
- Jagershorde
- Landbouwgemeenschap: dorp (ook afstammingsgroep m eigendom)
- Chefferies (chiefdom), koninkrijk
- Staat: rijk dat gestratificeerd is (afhankelijk v stand, klasse)
Niet afgelijnde categorieën, maar transitie, overlapping
Systeem 1: Jager en verzamelaar/plukker
Ecologische noden = spanningsrelatie tss bevolking en hulpbron
Cultuurmaterialisme: geschiedenis = economische wenteling doordat nieuwe technieken die gepast
reageren op verandering in ecologische noden. => Verklaren gesch v duizenden jaren.
Neolithicum (NST) kwestie: waarom kozen jagers en verzamelaars massaal voor landbouw vanaf
13.000 BP?
- 13.000 BP = interglaciale tijdperk: opwarming , zeepeil steeg, minder (grote) zoogdieren voor
jagers + dieren verdwenen ook door betere technieken (v jagers)
- Niet landbouw door ‘de vondst’ (= idealisme) verspreid want:
o Planten v graanzaden ≠ knollen (kennis bestond al, was niet uitgevonden)
o Landbouwer gebruiken plukkerskennis
- Neolithicum: moment waarbij plukkers vermeerderen fav gewassen kunstmatig
o Andaman lieten knollen rijpen. Toen kolonisten aankwamen, zagen ze dit =
landbouwkennis
o Menominee indianen strooiden wilde granen
o Aboriginals verbranden land voor snelgroeiende planten
Landbouwkennis is altijd al een kennis geweest v jagers => daarom kan je niet zeggen dat we moeten
wachten op ‘de vondst’. Idealisme verklaart weinig: je moet niet wachten op ‘de vondst’, die is er al.
Marc Cohen: niet om plotse vondst kan gaan, vermits de hele planeet rond dezelfde periode plots
voor landbouw koos = neolithicumkwestie.
Systeem 2: landbouwers
Als je kinderen laat speent; heb je zelf als vrouw minder vet en gaat de eisprong geen signaal krijgen
tot je stopt me spenen = lagere vruchtbaarheid = geval v vrouw v jager <> Sedentaire vrouwen
hebben meer kinderen
4