Samenvatting geschiedenis
1.1
A. GESCHIEDENIS
1. Rechtsgeschiedenis = metajuridica
2. De wisselwerking ‘recht’ – ‘geschiedenis’
3. Continuïteit
4. Historische kritiek
5. Historische achtergrond
We gaan als een historicus iets zeggen over de evolutie vh recht
Recht is van belang goed te kennen
Een jurist moet als een historicus denken, dus goeie historische basis hebben
RECHTSGESCHIEDENIS = metajuridica
1. Niet het ‘positieve’ recht (praktische toepassing)
a. Wel de interactie van recht en macht, politiek, techniek, religie, klimaat, …
b. Beschouwend, kritisch, reflecterend, contextualiserend…
2. Vanuit historisch-wetenschappelijke invalshoek
a. Vergelijk: rechtssociologie, rechtsfilosofie, rechtseconomie, rechtspsychologie,
… (interdisciplinair)
b. Uit het juridische paradigma stappend
i. bv. nemo censetur ignorare legem (iedereen wordt geacht de wet te
kennen)
3. Rechtsgeschiedenis in de opleiding rechten
a. Als ‘inleidende duiding’
b. Als wetenschappelijke vorming
c. Als resultaat van de ‘Historische Rechtsschule’
i. Carl Friedrich von Savigny (19de eeuw): Recht drukt de ‘Volksgeist’
uit
Metajuridica -> we kijken nr het recht vanuit de geschiedenis
waarom is het vndg zo, wrm geëvolueerd, wel omdat de macht anders is, diegene
die iets te zeggen heeft iets anders, dus rechtssyteem verandert ook
-> macht veel invloed op recht, vandaag de dag vooral via politieke organen, maar ook
de economie, in veel landen ook religie.
In België vrijheid van religie, maar sommige religies mogen toch wel meer dan anderen,
dus niet echt volledig onderscheid van macht en kerk, want dus de grote religies hebben
dus iets meer te zeggen dan anderen.
Bv) pastoor wordt betaald dr overheid, maar een boeddistische niet. Wij gaan kijken via
de geschiedenis wrm de dingen nu zo zijn, en of later ze ook zo zullen zijn
Positieve recht -> wat zijn de regels die hier en nu gelden
Materiële bronnen van het recht zorgen voor inhoud vh recht, zoals bv klimaat, economie,
religie,…
Geschiedenis= wetenschappelijke benadering vh recht, we komen hier weer terug naar
metajuridica
Paradigma= geheel van veronderstellingen waarop de wetenschap gebpuwd is,
basisveronderstelling, is een samenhangend geheel van opvattingen,
overtuigingen, theorieën, bewijzen en modellen die het vigerende/dominante
denkkader aangeven binnen bepaalde wetenschapsdomeinen.
Iedereen wordt geacht alle regels te kennen, maar in feite kennen we niet alle regels ->
boetes, straffen,
Interdisciplinaire vakken, tonen ons dat je dingen in context moet zien, zoals bv
taalgebruik in rap en in een rechtbank, is niet perse aanzetten tot haat
1
,Door de geschiedenis te vertellen gaan we begrijpen hoe we zijn waar we nu zijn, hoe het
recht tot hier is geraakt.
Je kan maar het recht kennen, als je de geschidenis vh recht kennen en onderzoeken.
Historische rechtsschule zegt dat je geschidenis moet bestuderen, grondlegger von
Savigny, heeft ook romeinsrecht geschreven, en ontwikkeling vh rechtssysteem
Recht is de uitdrukking ve maatschappij, de emanatie van wat het volk denkt, voelt en wil
Het recht is de uitdrukking vd volksgeest, van wat er leeft ih volk.
Wisselwerking recht/geschiedenis - rechtswetenschap/geschiedeniswetenschap
Geschiedenis “dient” recht
* Toepassing van de norm in de tijd (HEURISTIEK)*
Bv. wetshistoriek in ‘geconsolideerde’ wetgeving; non-retroactiviteit;
overgangsbepalingen
Locus regit actum (een regel van IPR)
= locus regit formam acti plaats bepaalt vorm vd handeling
ANALOGIE: tempus regit formam acti tijd,…
Bv. Testament voor pastoor vóór 1789
• Inhoud: Wie krijgt wat? Mag een testament?
• Vorm: na Franse Revolutie slechts 3 geldige testeervormen
… oude blijven (formeel) geldig
Voorbeeld van Napoleon, oud testament voor 1789 en nieuw, pastoor en notaris
als het geldig was in het verleden, blijft het geldig in de nieuwe wet
VORM WORDT BENADRUKT, VORM INHOUDELIJK ANDER VERHAAL
Bv inhoud kan wel moeten worden aangepast naar het ogenblik van de dood en niet wnr
het geschreven is
DUS FORMELE HELDERHEID TERUG IN TIJD
MATERIELE HELDERHEID MOMENT VAN OVERLIJDEN
Geschiedenis “dient” recht
* Toepassing van de norm in de tijd (HEURISTIEK)
Bv. wetshistoriek in ‘geconsolideerde’ wetgeving; non-retroactiviteit;
overgangsbepalingen
* Correct (evolutief) begrip van de norm (INTERPRETATIE)
Bv. Wetshistorische (voorbereidende doc.) en rechtshistorische interpretatie
* Historisch argument (INHOUD RECHT)
Bv. rol archieven voor ‘verworven rechten’
* Historische expertise (INHOUD FEITEN)
Bv. Negationismeprocessen
Geschiedenis “dient” recht
Recht “dient” geschiedenis
* Instellingen: dragers van de (politieke) macht (bv. dynastieën via erfrecht)
* Bronnen
OPMERKING: Rechtsbronnen v. historische bronnen
Formele en materiële rechtsbronnen
Bv. parochieregisters-registers burgerlijke stand,
testamenten, boedelbeschrijvingen, erfenisaangiftes
gerechtelijk: getuigenis, vonnis
2
,1.2, 2.1 (grotendeels herhaling 1.1)
1. Rechtsgeschiedenis=metajuridica
2. Geschiedenis en recht dienen elkaar
3. Continuïteit
4. Historische kritiek
5. Historische achtergrond
Goede jurist denkt als historicus en omgekeerd: altijd tijdlijn voor ogen hebben om recht
op die tijdlijn te kunnen plaatsen
Soms kan je wet retroactief toepassen, zoals vaak in fiscaliteit, mr bv strafrecht anders
(hardere straf altijd terug naar verleden, zachtere kan wel retroactief)
‘Tempus regit actum’
Overlijden= rechtsfeit bv) overerven van vastgoed, het erfrecht treedt automatisch in
werking
Maar moeder had bv testament, dus laatste wil (dus rechtshandeling), elk van de twee
zonen, van haar twee zonen, dus elk gedeeld door 6
Stel moeder had in 18de eeuw dat testament afgelegd voor de pastoor voor FR, maar na
1804 zijn er inhoudelijk andere regels
Stel 2 vragen:
Is dat testament geldig? -> dubbele vraag: Formeel (vormelijk) geldig? Materieel
(inhoudelijk) geldig?
Formeel wel, want was geldig toen het werd opgesteld, is wat daarin staat ook oke
volgens de wet?
è Als het overeenkomt met de huidige wetgeving wel, maar ongelijke verdeling niet
bv) 9/10 mag niet nr de kerk gaan en je mag je kinderen niet verwaarlozen, want
kinderen mag je niet onterven
Formele nietigheid en materiele nietigheid:
Formele nietigheid voorbeeld: elke handeling ve koning is alleen maar geldig als een
minister medeondertekent, dus als een minister niet tekent niet geldig
In België hebben edellieden evenveel rechten als niet-edellieden
Bv als de koning en minister beiden tekenen dat een baron ofz minder moet betalen, is
dat formeel wel geldig, maat materieel niet want inhoudelijk verboden, want ied gelijk
voor de wet
Elk misdrijf is een rechtsfeit
Rechts(wetenschap) en geschiedenis(wetenschap) dienen elkaar
Geschiedenis “dient” recht
-Toepassing van de norm in de tijd (tempus regit actum* - wetshistoriek in
‘geconsolideerde’ wetgeving) (HEURISTIEK)
-Wets- (voorbereidende documenten) en rechtshistorische interpretatie
(INTERPRETATIE)
-Historisch argument constitutionalisme (‘verworven rechten’) (INHOUD RECHT)
Bv. Eind 18de eeuw: prijsvragen academie; rol archieven
-Historische expertise (INHOUD FEITEN)
Bv. Negationismeprocessen
Heuristiek = de kennis en de kunde om te vinden en te zoeken
Historische interpretatie, evolutieve interpretatie, zoals voorbeeld met diefstal bankkaart
3
, Door geschiedenis te kennen kan je beter begrijpen wat de inhoud van het recht is, zoals
voorbeeld Daens
Geconsolideerde wetgeving = mag je nieuwe wet met de nieuwe gevolgen toepassen
op het oude contract, bv in huurcontract
-> een wettekst waarin wijzigingen die ondertussen aan die wet zijn
gebeurd zijn ingevoerd, met ook de oorspronkelijke wet bij
Grondwet 1994 inhoudelijk amper anders dan 1831
Gecoördineerde wettekst = opnieuw geordende wettekst, mooi opnieuw
gestructureerd en geordend, herstructureren en logisch ordenen en opnieuw nummeren.
Concordantietabel = het huidige nummer artikel 10 is het vroegere artikel 6
Historische interpretatie
Rechtshistorische interpretatie in enge zin + wetshistorische interpretatie =
rechtshistorische interpretatie in brede zin
Wetshistorische interpretatie = hoe de wet tot stand kom
Definitie ve rechtshandeling= handeling met bedoeling de daaraan aan het recht
gekoppelde gevolgen teweeg te brengen, dit is mogelijk door WILSOVEREENSTEMMINGEN
FORMELE GELDIGHEID = kijken naar moment van totstandkoming akte
MATERIELE GELDIGHEID= kijken naar moment van de actie
Bvb formeel strafrecht handelt over de strafprocedure, terwijl materieel strafrecht handelt
over straffen
heuristiek-> juiste wet op juiste moment toepassen.
I
NTERPRETATIE: regel of wet is niet altijd direct duidelijk, bvb redelijkheid is niet objectief
Exegetische methode: enkel naar de tekst kijken, puur op taalkennis = grammaticale
interpretatie
Wetshistorische interprestatie = is hoe de wet tot stand komt. En een wet is een
algemene norm die moet worden nageleefd als algemene regel omdat de overheid dat zo
wil.
Wetshistorische interpretatie: Voorbereidende documenten van de (formele) wet
-Wetsontwerp of wetsvoorstel
-Memorie van toelichting (toelichting)
-Advies van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State
-Verslag van de parlementaire commissie
-Amendementen
-Ontwerp goedgekeurd in één kamer (monocameraal vs. bicameraal)
Via die bronnen zoekt de jurist de RATIO LEGIS
de reden van de wet; de regel toepassen zoals de wetgever het wilde
WETSONTWERP gaat uit van de regering, WETSVOORSTEL gaat uit van individueel
kamerlid
WETSHISTORIE = voorbereidende documenten van de formele wet
Verschillen, wnr regering inlicht komt er een
MEMORIE VAN TOELICHTING van pas= wrm men dat wetsontwerp inlicht, regering
motiveert met lange tekst waarom en hoe die wet tot stand komt
wetsontwerp komen ook bij de HUIDIGE raad van staten.
een adviesorgaan over dat wetsontwerp, een administratieve rechtbank, je komt
deze dus tegen in ontstaansgeschiedenis van een wet.
ADVIES AFDELING WETGEVING RAAD VAN STATE = experten die technisch-juridisch
advies geven dit is niet verplicht voor een wetsvoorstel (want komt van een enkel
kamerlid, enkel wetsontwerp)
Vooraleer het in de volledige kamer komt, komt het in de comissie. Tijdens de plenaire
procedure, waarbij alle kamerleden aanwezig zijn, zijn er amendementen
4