,2.2 De omstreden plaats van virussen
Virussen leven niet!
Voorplanten? -> ze hebben vermeningsvuldigingsmechanisme van gastheer nodig om te kunnen
vermenigvuldigen
→ Bevatten erfelijk materiaal
→ Erfelijk materiaal in eiwit envelop verpakt
→ Geen vermogen tot metabolisme (niet groeien of cellen aanmaken)
Dringt levende cel binnen en dwingt die cel om het virus te vermenigvuldigen (vb. corona in de longen)
BESLUIT: ze hebben een andere levende cel nodig !!!
3. De dierlijke cel
3.1 de dierlijke cel is een eukaryotische cel
Eukaryoten: bevatten een celkern en celmembraan
Prokaryoten: bevatten geen celkern en kernmembraan: het kernmateriaal ligt verspreid over het cytoplasma
3.2 dierlijke- en plantencellen: gelijkenis en verschil
DIERLIJKE CEL PLANTENCEL
Voeding: - Autotroof: kan voedingsstoffen zelf aanmaken via
- Heterotroof: voedingsstoffen opgenomen uit fotosynthese
omgeving maar moet nog verteerd worden - Bevat chlorofyl in chloroplasten
- Bevat geen chlorophyl
- Vertering
Bouw: - Heeft een celwand
- Heeft geen celwand - Minder lysosomen, wel chloroplasten
- Meer lysosomen - Grote vacuolen
- Enkel kleine vacuolen - Centriolen aanwezig
- Centriolen aanwezig
Celwand: bestaat uit cellulose en andere lange suikers
→cellulose = niet verteerbaar
→voedgingsstoffen zitten in cel
Herkauwers: verschillende magen, laatste maag heeft geen enzymes maar protozoa en bacteriën die de
celwand afbreekt
Mens: kan dit niet afbreken →celwand gaat NIET open = geen voedingsstoffen
(tenzij je het eten gaat koken => breekt de celwand af)
Knaagdieren: eten stoelgang opnieuw
→ celwand is nog niet open in de dunne darm. Ze eten hun stoelgang opnieuw omdat niet alle voedingsstoffen
bij de eerste keer eruit worden gehaald/
, 3.3 De bouw van de dierlijke cel
Zie extra blaadjes met schema!
3.4 het plasmamembraan
plasmamembraan omringt hele cel
3.4.1 de bouw en de functie
BOUW
Lipiden: dubbellaag fosfolipiden • hydrofiele kop (water minnend) → vormen buitenzijde vh membraan
• hydrofobe staart (water afstotend) → naar elkaar toegericht
Eiwitten • aan binnen-of buitenzijde van membraan op losse manier = perifere
• dwars door het membraan = integrale/ structurele eiwitten
Koolhydraten • buitenkant membraan
• eventueel met lipiden/ eiwitten gebonden
• vormen vingerafdruk (‘toegangscode’)
Fosfo → polair
Lipide → apolair
, FUNCTIE:
fosfolipidenlaag:
• verantwoordelijk voor continuïteit en stabiliteit
(herstelvermogen en fuseren van membraansystemen)
• soort omheining
Eiwitten:
• verantwoordelijk voor specifieke eigenschappen van membraan
(transporteiwitten, receptoren, antigenen…)
• compartimentalisatie = in de organellen kunnen verschillende metabolische functies van elkaar scheiden
en naast elkaar verlopen
→in eukaryote cellen door membraansysteem rond organellen
Koolhydraten:
• contact met buurcellen
• celcommunicatie
Plasmamembraan:
• transport (passieve en actieve rol in binnen- en buitensluizen van componenten in/uit de cel/organellen
• vorm en beweging cel
3.4.2 transport doorheen plasmamembraan
• elke uitwisseling van stoffen: door dit membraan heen + gecontroleerd worden!!!
• semi-permeabel: water kan celmembraan snel passeren maar opgeloste stoffen trager of niet
Dierlijke cellen: membranen van aangrenzende cellen liggen dicht op elkaar = makkelijke stofwisseling
+ fijne uitstulpingen (microvilli)
3 SOORTEN TRANSPORT:
a) passief
• spontaan, vergt geen energie
• richting: bepaald door concentratiegradiënt
• moleculen kn eenvoudig diffunderen door semi-permeabele fosfolipidelaag
gekanaliseerd via integrale eiwitten in fosfolipidedubbellaaag ( gefaciliteerde diffusie)
• osmose !!!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bageinmarie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.