Recht
1.Inleiding
1.1. Wat is recht?
Geheel van bindende regels die ons in een bepaalde richting sturen
door afdwingbaarheid via het staatsapparaat (vb. rechtbank)
DOEL: samenleving ordenen (want we leven in een complexe
samenleving)
Het recht vereist gezag
Context-, tijds- en plaatsgebonden
o Vb. Context: aanpassing abortuswet (vroeger grote invloeden
van de kerk), echtscheidingswetgeving
o Vb. Tijd: doodstraf via guillotine, abortus is uit strafrechtboek
gehaald (onder bepaalde regels toegelaten), euthanasie uit
strafrechtboek gehaald (aangepaste regels)
o Vb. Plaats: lidstaten binnen VS waar doodstraf toegestaan is,
LGBTQ-wetten (huwelijk zelfde geslacht)
1.1.1. Recht moet de samenleving ordenen en in stand
houden
Staat niet los van …
Sociale belangen
o Vb. vrouwen mogen eigen bankrekening (vanaf ’76), sluiting
bedrijven (recht op werkloosheidsuitkering, …)
Politieke belangen
o Vb. verschillende partijen die elk hun mening hebben
(verlenging abortus, verkorting abortus) stemming om tot
consensus te komen
Filosofische belangen
o Vb. abortus recht op leven, eigen beslissing, etc. Euthanasie
Economische belangen
o Vb. rechten rond ziekenhuis financiering. Beperkt budget van
overheid beïnvloeden rechten
1.1.2. Het recht vereist gezag
Naleven van het recht
Afdwingbaarheid door sanctie
o Vb. Boete betalen bij te snel rijden of rijbewijs afgeven
Taak van de rechterlijke macht
o Sanctie opleggen om geschillen (tussen burgers) op te lossen
o Vb. echtscheiding (ruzie over kinderen)
Vandaag ook via bemiddeling
o Zoekt een oplossing die voor beide partijen acceptabel is
o Gaat sneller dan de uitspraak van de rechter
o Vb. auto-accident waarvan men klachten aan overgehouden
heeft
1
,2
,1.1.3. Recht kan onderscheiden worden van andere
normensystemen
Godsdienst
Boeken waarin bepaalde regels worden vastgelegd
verantwoording tegenover een God (vb. Bijbel, Koran, etc.)
Morele regels
Regels waarbij men zelf uitmaakt wat goed en slecht is
=individueel en krijg je mee vanuit de opvoeding
Beleefdheid
1.2. De bronnen van het recht
1.2.1. Bronnen van het recht
De wetgeving
= gezamenlijk besluit van regering en Staten-Generaal volgens een
grondwettelijke procedure
= normen of regels die in een schriftelijke vorm uitgedrukt zijn en
die een algemene en blijvende draagwijdte hebben (Vb. grondwet,
federale wet, …)
De rechtspraak
= geheel van rechterlijke beslissingen (Vb. alle uitspraken van de
rechtbanken)
De rechtsleer
= artikelen over rechtsonderwerpen en rechtsproblemen die juristen
in tijdschriften en boeken schrijven
Algemene rechtsbeginselen (1) en Billijkheid (2)
1= basisprincipes die niet uitdrukkelijk opgenomen zijn in een
wettekst, maar die in de samenleving van essentieel belang zijn
2= wat rechtvaardig of redelijk is gezien de omstandigheden
De gewoonte
= gebruiken die in de samenleving als bindend beschouwd worden
omdat zij gedurende een lange tijd openbaar en zonder
onderbreking worden gevolgd.
o Vb. in een café naar het toilet gaan zonder iets te consumeren
was vroeger een gewoonteregel
1.2.2. Normenhiërarchie
1. De internationale normen
2. De Grondwet (GW) (= basis van ons land en systeem)
o Iedereen gelijk voor de wet (non-discriminatie)
o Fundamentele rechten (onderwijs, woning, etc.)
o Wetten die parlement wil invoeren, moeten door Koning
getekend worden
3. De federale wet – Het decreet
o Federale wet
Geldt voor heel België
Vb. Wetgeving euthanasie is in elke gemeenschap idem
o Decreet= Vlaamse wet
3
, Geldt voor gemeenschap (Vlaanderen, Wallonië, Duitse
Gemeenschap)
Vb. Plaatsing kinderen, onderwijs wetgeving is in elke
gemeenschap verschillend
4. De ordonnantie
o = Brusselse wet
5. KB en besluiten van de deelregeringen
o = koninklijk besluit
o = verdere uitwerking van een wet
o Vb. A-, B- en C-handelingen
6. MB en besluiten van ministers deelregeringen
o = ministrieel besluit
7. Provincie- en gemeenteraadsbesluiten
1.2.3. Internationaal en Europees niveau
Verdragen (Vb. IVRK of EVRM)
o IVRK= Internationaal Verdrag voor Rechten van het Kind
Is UNIVERSEEL
1.2.4. Nationaal niveau
De Grondwet
Federale wetten: federaal parlement (wetgevende macht)
o Uitvoerende macht: Koninklijk Besluit (KB) en Ministerieel
Besluit (MB)
Gemeenschap- en Gewestdecreten en ordonnanties: Vlaamse raad
o Uitvoerende macht: Besluiten en verordeningen van
deelstaatregeringen en Ministerieel Besluit (MB)
Provinciale en gemeentelijke verordeningen
Wat onderaan staat, mag niet in tegenstrijd zijn met wat erboven
staat!
o Vb. Grondwet: recht op vrije meningsuiting Wetgeving mag
NIET zeggen: geen recht op vrije meningsuiting
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur axelleverhaegen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.