- Op zichzelf staande taalstoornissen (SLI)
- Niet op zichzelf staande taalstoornissen t.g.v. duidelijke oorzaak (niet specifiek)
Specifieke taalstoornissen (SLI): exclusie (1)- en discrepantiecriteria (2) gebruiken
1. Uitsluiting oorzaken
2. Wanverhouding tussen bv. taalniveau en leeftijd (CL)
Grens specifieke en niet-specifieke TOS onduidelijk
- Bv. toch SLI indien non-verb. IQ van 80 en verb. IQ van 58, zelfs indien totaal IQ van 70
Zuivere vorm van SLI eerder beperkt; vaak ook lichte problemen op andere gebieden: bv. aandacht,
schoolse vaardigheden
Verschillende subtypes van SLI? Zie later
2.1.2. Begripsbepaling
- Wisselende gradaties van taalproblemen
- Verschillende termen in de loop van de tijd
- Criterium Stark & Tallal: taalbegrip 6 m. achter
en taalproductie 12 m. achter op verstandelijke
leeftijd, dan spreken we van een SLI
Dysfasie wordt niet meer echt gebruikt, wel in het RIZIV
2.1.3. Prevalentie
Zeer uiteenlopende getallen
- Lahey: 0.1 %
- Silva: 1 %
- Tomblin et al: 7 %
- Andere bronnen: 3 à 15 %
Sterk afhankelijk van het gehanteerde criterium: hoe ver afwijken van het gemiddelde?
- 1 SD ? = 16 à 17 % behandeling
- 1.5 SD ?
- 2 SD’s (≤ pc 3)? = zeer streng (RIZIV)
Groeiende consensus:
, - Pc 10 of lager (= -1.25 SD) op minstens 2 aspecten
2.1.4. Voorbijgaand/persisterend?
- Normale variatie (taalvertraging) of stoornis?
- Meerdere onderzoeken: helft kinderen met taalachterstand
op 2 à 3 j., achterstand opgehaald voor 5 j. (Dale et al, 2003)
o Moeilijk te voorspellen bij wie taalprobleem
persisteert (zal blijven bestaan)
Onderzoek van Bishop & Edmundson (1987):
- N = 87 kinderen (4;0 j) met SLI
- 44 % van de 4-jarigen is sterk verbeterd na 1.5 jaar
- SLI = kinderen met persisterende taalstoornis
Vervolgonderzoek Stothard et al. (1998):
- Kinderen opnieuw onderzocht op 15 à 16 j.
- En vergeleken met normale controlegroep
- Geen verschil m.b.t. taalbegrip en
woordenschat
- Wel verschil m.b.t. fonologie en lezen en
schrijven
Vergelijking schoolresultaten van deze groepen: SLI-
groep lagere scores (Snowling et al., 2001):
Opleidingsniveau: 30% r-SLI groep in ASO 50% controlegroep
Effect op veel langere termijn: verband taalproblemen vroege kinderjaren en
- Latere leeftijd
- Lezen en schrijven; T.O.M. (theorie of mind: andere mensen kunnen
andere gedachten hebben als jezelf, inlevingsvermogen)
- Geestelijke gezondheid
- Verdere studies
- Werkloosheid
- Relaties
Voorbijgaand onderscheiden van persisterend?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur floormichiels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.