Algemene rechtsleer
DEEL I: Wat is recht?
Fundamentele vragen bij recht
1) Ontologische vraag: wat is recht, wat zijn de eigenschappen van het recht
2) Functionele vraag: wat zijn de functies van het recht
3) Structurele vraag: waaruit bestaat het recht
Inleiding: een moeilijke vraag
- „Noch suchen die Juristen eine Definition zu ihrem Begriffe vom Recht“ – Immanuel Kant (1724-
1804) = nog steeds zoeken juristen naar een definitie van hun rechtsbegrip
- Ook de definitie uit Basisbegrippen is niet perfect!
“een geheel van gedragsregelen en ermee samenhangende institutionele voorschriften, uitgevaardigd
en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag, met het oog op een doeltreffende,
rechtszekere en rechtvaardige ordening van de maatschappij.”
goede definitie voor positief recht, maar niet de rechtstheorie
- In sommige vakgebieden: geen behoefte aan een definitie (bv. chemie: een chemicus kan perfect
werken als chemicus zonder zich ooit af te vragen wat precies ‘de chemie’ is)
- In het recht: wel behoefte!
o.a. Rechter: moet ‘het recht’ toepassen (interpreteren en verder ontwikkelen)
moet rechtsregels van andere regels
Onderzoek naar ‘het recht’ riskeert verkeerd te worden begrepen zonder begripsomschrijving
- Twee opvattingen
Essentialistische opvatting: recht heeft een essentie (=kernelement dat altijd en overal
aanwezig is en dat toelaat ‘recht’ te onderscheiden van andere regels fenomenen)
vb. religie: recht is pas rechts wanneer dit van de godheid uitgaat
Conventionalistische opvatting: recht is een afspraak tss mensen
- Definities van recht: vergelijking met ‘families’
1
, Recht kent vele vormen: Statelijk recht, gewoonterecht, religieus recht, natuurrecht,
internationaal recht… → Die vormen zijn als familieleden van elkaar
Natuurrecht: recht is niet altijd een product van menselijke inzichten
Oom-tante gemeensch kenmerk: geloof in een mensoverstijgende recchtsorde
Niet per se gemeensch kenmerk die elk soort recht heeft
- Recht’? Geen essentiële kenmerken
Gevolg: “recht heeft geen essentiële kenmerken die altijd en overal waar zijn”
“recht is eender wat mensen door hun sociale praktijken identificeren en behandelen als
‘recht’” (Brian Tamanaha)
Recht = een conventie en dus ‘standpunt- of maatschappijafhankelijk
niet zozeer definitie, maar criterium wat als recht kan worden geïdentificeerd
Vb. spel: we veronderstellen dat alle spelen harde kern met elkaar delen, maar die is er
niet Alle spellen: bordspelen, kaartspelen, balspelen hebben op zich eigen kenmerken hoe
het spel gespeeld wordt
- Recht = ‘standpunt- of maatschappijafhankelijk
= hangt af van standpunt dat men inneemt over het begrip ‘recht’;
= hangt af van omschrijving die men aan ‘recht’ geeft
Of iets als ‘recht’ geldt, hangt af van het ‘familielid’ dat men voor ogen heeft
Vb. maatschappij 1: recht overeenstemmend met morele overtuigingen
ofwelin moraliteit seculier recht geen recht, want mist essentieel kenmerk ofwel seculier
recht wel recht men hun visie als uitgangspunt
Vb. maatschappij 2: rechts overeenkomstig de grondwet
conventionalistische opvatting, want recht is een conventie tss de grondwetgevers
neergeschreven in de GW
Vraag: ‘Is abortus toegelaten volgens het recht?’ → ‘het’ recht vs. ‘welk’ recht
Antwoord M1 (‘religieus recht’): ‘Neen, wie dat zegt, heeft duidelijk de essentie van recht
niet begrepen’
Antwoord M2 (‘Belgisch statelijk recht’): ‘Ja, althans onder bepaalde voorwaarden’
- Gevolgen conventionalistische opvatting
Recht = relatief naar plaats en tijd
Doorheen de tijd en geografische ruimte: verschillende vormen van recht
‘Recht’ is een sociale constructie (geconstrueerd door handelingen van mensen) met een
geschiedenis recht komt uit de sociale praktijken, veranderen die dan het recht ook
2
, Hierdoor onmogelijk algemene altijd geldende definitie van recht te geven
door op deze vragen te antwoorden krijgen we inzicht over recht als maatschappelijk
verschijnsel
Moeten we nu zwijgen over ‘recht’? Neen: wel andere focus
niet op essentie van recht (of recht in zijn universele en tijdloze geheel)
Wel op diverse kenmerken die men ermee in verband brengt
1) Fundamentele transformaties van mensenmaatschappijen
Proloog
- Mensen zijn sociale wezens: ons leven krijgt betekenis in relatie tot anderen
handelingen ingebed in ideeën, overtuigen ontstaan en worden overgedragen in een
cultuur creëren web aan relaties, werken samen en concurreren met anderen
- Sociale ontwikkeling binnen een gemeenschap? Gevolg van:
1. Materiële facetten (ecologische, technologische, economische…)
Vb. in fysieke ruimte lesgeven>< online, gesprek via telefoon (technologisch) >< in het echt
2. Ideële facetten (kennis, overtuigingen, waarden, concepten, gewoonten…)
Vormen en sturen ons gedrag
3. Sociale instituten en praktijken
Sociale instituten? Patronen van sociale orde die maatschappelijke behoeften
lenigen, bv. ‘gezin’, ‘kinderopvang’, ‘onderwijs’, ‘gezondheidszorg’, ‘sportclub’… (Voor
meer info, zie deze video)
D.m.v. ‘Gezin’ tegemoet komen aan sociale en emotionele behoeften (plicht om
voor ontplooiing te zorgen), economische behoeften (onderhoudsplicht, erfrecht…)…
niet afhank van individu, maar hebben grote groepen mensen nodig om te
functioneren en worden ook opgericht door deze groep mensen
Sociale praktijken= gedragspatronen Alledaagse handelingen en de manier waarop
die gebruikelijk worden verricht in een (groot deel van een) bepaalde maatschappij;
gedragspatronen
Bv. schaken, met anderen wachten in de wachtkamer bij de dokter, ruzie maken,
ruzies oplossen, op restaurant/café/kraambezoek gaan, allerlei feesten vieren…
- Niet elke gemeenschap is sociaal even complex: groter = organisatorisch uitgewerkter
- Elk gemeenschap neemt basisbehoeften van maatschappij voor haar rekening
watervoorziening, voedselbedeling, bescherming van gezondheid en veiligheid, het behoud
van interne orde en de verdediging tegen buitenstaanders…
Hoe? Sociale instituten; twee vormen van specialisatie
- Horizontale en verticale specialisatie
3
, planning, inrichting, uitvoering = verdeeld over zelfde niveau → horizontale specialisatie
deze mensen bevinden zich op gelijkwaardig niveau vb. vuilnisophalers: doen hetzelfde,
niemand meer gezag dan anderen
planning, inrichting, uitvoering = verdeeld over hiërarchisch verschillende niveaus → verticale
specialisatie
in hiërarchie op hoger niveau vb. mensen die de planning van de vuilnisophalers maakt en
hen zegt waar ze naartoe moeten, in gezinnen
Bv. Belgische staat; bedrijf; gezin
- Betekenis en functie van ‘recht’ is niet altijd en overal hetzelfde
hangt af van organisationele structuur van gemeenschap
‘Recht’ is iets anders en vervult in weinig complexe gemeenschappen andere functies dan in
complexere
Friedrich Nietzsche (1844-1900): Definierbar ist nur das, was keine Geschichte had
je kan slechts iets een algemene definitie geven wanneer dat geen geschiedenis (tijd en
plaatsgebonden) heeft
- Hierna vier soorten gemeenschappen (SVVJ, Chiefdoms, Rijken, Moderne staten)
Chronologisch niet teleologischslechts in tijd zo geëvolueerd, samenlevingen hadden niet
als doen een moderne staat te zijn
Moderne staten staan niet per se verder dan andere samenlevingen, slechts organisatorisch
complexer
Ubi societas, ibi ius, waar een samenleving is, daar is recht
1) Fundamentele transformaties van de mensenmaatschappij
1.1) Jager-voedselverzamelaars
- Woonwagenbewoners tonen gelijkenissen met jager-voedselverzamelaars
- Khoisan-bevolking: leven in de moderne staten van Z-Afrika, Botswana maar leven als nomaden
- Wanneer? Vanaf ontstaan mensheid tot intrede landbouwsamenleving (+- 12.000 v.Chr.)
- Kenmerken:
Clans van +- 25 mensen (familiebanden)
Clans maken deel uit van groter netwerk
verschillende clans treffen elkaar eens en communiceren met elkaar
Grotendeels egalitair (geen hiërarchie → leiderschap? Enkel op beslissende momenten
horizontale specialisatie weinig hiërarchie uitzonderlijke verticaal leiderschap op
momenten die de volledige clan aangaan
Basis voor leiderschap: persoonlijke kwaliteiten, niet per se oudste of sterkste, maar weet
wat te doen in een specifiek geval
Goederendeling en wederkerigheid: erg gebruikelijk
vergaard voedsel wordt verdeeld, iemand meer voedsel draagt bij aan de clan
4