Notities
Leerstof via overzicht
5 thema’s :
1. schoolbeleid
2. leerlingbegeleiding
3. bruggen bouwen voor gelijke onderwijskansen
4. samenwerken met ouders
5. actuele ontwikkelingen in het onderwijsbeleid, inclusief koppeling andere thema’s aan onderwijsactualiteit
Doelstellingen
Communiceren
Gesprekstechnieken en -vaardigheden gepast inzetten. 1.1 T
Heldere mondelinge en schriftelijke communicatie met ouders herkennen. 1.3 W&I
Schriftelijk communiceren met ouders. 1.3 T
Gesprekken met ouders/verzorgers in functie van het kind voeren. 1.3 T
De functies van verschillende collega’s (mentor, leerlingbegeleider, zorgcoördinator, graadcoördinator en externe
partners in/rond de school duiden. 1.4 W&I
Maatschappelijk, internationaal en intercultureel participeren
Het gelijke onderwijskansenbeleid van de school en initiatieven m.b.t. brede school herkennen 3.1 W&I
De effecten van actuele maatschappelijke structuren en tendensen op het beleid van de school in kaart brengen. 3.1.
–T
Het beleid m.b.t. gelijke onderwijskansen van een school toelichten. 3.1 W&I
Vanuit een sociaal-cultureel bewustzijn een visie expliciteren 3.3. – T
Op het eigen sociaal-cultureel bewustzijn en dat van anderen reflecteren 3.3. T
Leerbegeleiding
Het pedagogisch project en het schoolwerkplan van een school bespreken. 10.2 W&I
De werking van een doorlichting beschrijven. 10.2 W&I
Taalbeleid van een school beschrijven. 10.2 W&I
Het beleid m.b.t. leer- en leerlingbegeleiding binnen een school situeren. 11.1 W&I
Het zorgbeleid van een school analyseren. 11.3 W&I
Een leerlingvolgsysteem beschrijven. 11.3 W&I
Een leerlingvolgsysteem hanteren. 11.3 T
Een zorgvraag detecteren. 11.3 T
Individueel en in multidisciplinair overleg leerlingengegevens bespreken. 11.3 W&I
Aspecten van diversiteit, opvoeding en onderwijs bespreekbaar maken met ouders of verzorgers. 11.4 T
De participatie van alle leerlingen bevorderen. 11.5 W&I
Keuzebekwaamheid van de leerlingen versterken. 11.5 T
BRUGGEN BOUWEN VOOR GELIJKE ONDERWIJSKANSEN
Ongelijkheid en sociale uitsluiting (visie), gelijke onderwijskansenbeleid, schoolmoeheid, brede school,
(kans)armoedebeleid, diversiteitsbeleid, taalbeleid
Notities 1
, OUDERBETROKKENHEID
Ouderbetrokkenheid/ouderparticipatie, communiceren met ouders (schriftelijk en mondeling), maatschappelijk
kwetsbare ouders, anderstalige ouders
LEERBEGELEIDING
Visie op leerlingbegeleiding, werking van leerlingbegeleiding, welzijns- en preventiebeleid, gezondheidsbeleid,
aanpak pesten, Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), de sociale kaart, participatie van alle leerlingen
bevorderen, keuzebekwaamheid van leerlingen bevorderenLeerlingvolgsysteem, zorgvraag, zorgoverleg,
multi-/interdisciplinair werken, handelingsplanning
SCHOOLBELEID
Visie en missie van een school, het pedagogisch project en schoolwerkplan van een school, organigram school,
samenstelling schoolteam, functies van verschillende actoren van het schoolteam, klassenraden, schoolintern
kwaliteitsbeleid en –cyclus, inspectie en doorlichting, Referentiekader voor onderwijskwaliteit, participatiestructuren,
pedagogische begeleidingsdienst
ACTUALITEIT EN INNOVATIES IN HET ONDERWIJS
Co-teaching, teamteaching, future classroom, flexibele leertrajecten, ...
Schoolbeleid
OK: onderwijskwaliteit
Wat staat in het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK)?
Het OK beschrijft een aantal context- en inputkenmerken waarmee onderwijsinstellingen het best rekening houden
bij het vormgeven van hun onderwijs. De kern van het referentiekader bestaat uit kwaliteitsverwachtingen. Ze zijn
verdeeld over vier rubrieken: ‘resultaten en effecten’, ‘ontwikkeling van de lerenden’, ‘kwaliteitsontwikkeling’ en
‘beleid’. Iedere kwaliteitsverwachting wordt verduidelijkt in een kwaliteitsbeeld. Een kwaliteitsbeeld is beschrijvend
maar ook uitnodigend geformuleerd.
Kwaliteitsontwikkeling op scholen
K1: de school ontwikkelt haar kwaliteit vanuit een gedragen visie die vertaald is in de onderwijsleerpraktijk
K2: de school evalueert haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar vanuit de resultaten en effecten bij
de lerenden.
onderzoeken, borgen, verbeteren op systematische wijze
zelf inhoud en methode voor eigen kwaliteitszorg bepalen.
diverse relevante bronnen gebruiken
belanghebbenden betrekken
resultaten en effecten + context-en inputkenmerken vormen het uitgangspunt
systematisch en cyclisch karakter = belangrijk
K3: de school borgt en ontwikkelt de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk
Zorgen voor kwaliteit veronderstelt dat de school op geregelde basis processen plant, uitvoert, controleert,
bijstuurt waar nodig en verankert in de werking.
school rekening houdt met de veranderende contexten, zich positioneert ten opzichte van vergelijkbare anderen
en rekening houdt met externe evaluaties.
Belanghebbenden hebben het recht om te weten hoe de school voor de eigen onderwijskwaliteit zorgt en die
ontwikkelt.
In de school heerst een kwaliteitscultuur als alle teamleden en de school als organisatie zichzelf bevragen, de
kwaliteit borgen en waar nodig bijstellen.
Notities 2
, Kwaliteitsontwikkeling :
op schoolniveau
teamniveau
individueel niveau
FASE ESSENTIE DEELASPECTEN
• Beginsituatie bepalen
•
Plan PLANNEN
Prioriteiten bepalen, doelen (resultaten en effecten) op
verschillende termijnen formuleren
Do DOEN wat we beloven Het vooropgestelde plan uitvoeren.
We CONTROLEREN de resultaten en/of de effecten De resultaten en of effecten in kaart brengen en
Check
die we vooropgesteld hebben. analyseren.
Act AANPASSEN Borgen wat goed is en bijsturen wat beter kan.
PLAN-fase
Deelaspecten:
Beginsituatie bepalen
Prioriteiten bepalen
Resultaten en effecten formuleren
Planning opstellen
Werken met data of gegevens
Wat zijn data?
Alle soorten gegevens
Leerlingegegevens
Leerlingvolgsysteem
Doorstroomcijfers
Verslagen vergaderingen
…
Soorten data:
Gestructureerd
ongestructureerd
Notities 3
, Beginsituatie bepalen
Data versus informatie
Pas nadat de data, de context, betekenis en samenhang duidelijk is, kun je ze interpreteren en gebruiken als
informatie
Belangrijk: Datageletterdheid
Je spreekt van een datageletterde school als ze:
Systematisch data verzamelt, analyseert en interpreteert en gebruik maakt van de conclusies
Zowel kwalitatieve als kwantitatieve data gebruikt.
Op basis van data beslissingen neemt om haar doelen te bereiken en haar onderwijs te verbeteren (Schildkamp &
Kuiper, 2010)
Vier stappen bij het omgaan met gegevens:
Stap 1: Onderzoeksvraag
Stap 2: Data/gegevens verzamelen
Valide en betrouwbare gegevens verzamelen
Gegevens ordenen
Stap 3: Analyse van de data/gegevens
Interpreteren
Doel:
Inzicht krijgen in de redenen van “scores”
Komen tot een waardeoordeel (“goed” of “minder goed”)
Aanknopingspunten voor toekomstige beslissingen
Vaststellingen formuleren a.d.h.v. de analyse – mogelijke oorzaken
Vragen:
Waar sta je t.o.v. normen en criteria (zelf bepaald of van de overheid)
Waar sta je in vergelijking met anderen?
Waar sta je in vergelijking met jezelf in het verleden?
Stap 4: Diagnose van de vaststellingen
Mogelijke oorzaken onderzoeken
Conclusies formuleren
Inspectie 2.0
Context
In 2018 startte de onderwijsinspectie met inspectie 2.0
Van controle naar verantwoording.
Principes inspectie 2.0
1. De doorlichting is methodologisch onderbouwd.
2. Er is een gezamenlijk referentiekader voor onderwijskwaliteit.
3. Net zoals in het OK staat ook in elke doorlichting de leerling centraal.
4. minstens één keer om de zes jaar doorlichting.
5. Het inspectieteam gaat met de onderwijsinstelling in dialoog over haar kwaliteitsontwikkeling en haakt daarbij in
op de interne kwaliteitszorg van de instelling.
Notities 4