CLIËNTGERICHTE PSYCHOTHERAPIE
Samenvatting van Nina Hoevenaars (2024-2025) 1
, HOOFDSTUK 1 INLEIDING CLIËNTGERICHTE PSYCHOTHERAPIE
1. ORIËNTERING IN HET LANDSCHAP VAN DE PSYCHOTHERAPIE
1.1 VIER GROTE PSYCHOTHERAPEUTISCHE FAMILIES
Vier grote therapeutische stromingen wereldwijd:
1. Cognitieve gedragstherapieën
2. Psychoanalyse en psychodynamische psychotherapieën
3. Systeemtherapieën
4. Humanistisch-experiëntieel en existentiële psychotherapieën
à In dit vak zullen we focussen op de humanistisch-experiëntieel en existentiële psychotherapieën
1. HUMANISTISCH-EXPERIËNTIEEL EN EXISTENTIËLE PSYCHOTHERAPIEËN
Onder deze psychotherapeutische familie vallen verschillende vormen van therapie:
o Cliëntgerichte psychotherapie
o Gestalt therapie
o Psychodrama
o Existential-Humanistic psychotherapy
o Supportive-Expressive therapy
o Accelerated Experiential Dynamic Psychotherapy
o Emotionally-Focused Therapy
2. CLIËNTGERICHTE PSYCHOTHERAPIE
Er zijn veel substromingen ontstaan uit de cliëntgerichte psychotherapie:
De reflectieve benadering is de klassieke rogeriaanse therapie. Een belangrijk instrument hierin is de beleving
van de cliënt van moment tot moment. Zelfsturing van de cliënt wordt aangemoedigd met empathische reflecties.
Deze reflecties brengen ordening en verdieping in het verhaal van de cliënt. Ze versterken ik-functies: zelfsturing,
zelfaanvaarding en zelfintegratie. Een evolutie hierin in de laatste decennia is de concretisering van relationele
grondhoudingen in functie van specifieke problematiek, bv. pre-therapie bij psychotische stoornissen.
De motivationele gespreksvoering komt voort uit de reflectieve benadering. Het is een concretisering van
specifieke problematiek, het wordt toegepast bij verslavingen, ambivalenties en conflicterende belangen. Het is
gecreëerd door William Miller. Het is een gestructureerd vorm van therapie die vooral toegepast wordt bij
opgelegde hulpverlening/minder gemotiveerde cliëntengroep.
Focus-oriented therapy (FOT) is gecreëerd door Gendlin en legt het accent op focussen op lijfelijk gevoelde
componenten. Focussen is een vorm van introspectie waarbij mensen leren stilstaan bij zichzelf door zich op hun
lichamelijke aanvoelen van hun situatie te richten (‘felt sense’). Er moet een juiste afstand worden gevonden om
te kijken, niet analyseren, wel leren uitdrukken. Het leidt tot nieuwe inzichten, een groeiende openheid, het
ervaren van meer richting en zingeving in het leven. De achtergrondtheorie van deze methode is
fenomenologisch-existentieel. Het idee is om gestolde processen in beweging te brengen.
Emotion-focused therapy (EFT) is gecreëerd door Greenberg en Elliott. Het maakt meer gebruik van
actiegerichte methodes met als bedoeling het affectief-cognitief schema via emotie in het hier-en-nu bewerkbaar
Samenvatting van Nina Hoevenaars (2024-2025) 2
,te maken. Het onderliggende idee is dat er geen uniform zelf bestaan, meer vele onderstromen of stukjes
(cognitief affectieve schema’s). Er zijn vaak conflicten tussen deze stukken en groei betekent integratie van de
verschillende zelfstukken. Het maakt gebruik van systematic unfolding, twee-stoelentechnieken en de lege-stoel
techniek. Greenberg en Elliott maken onderscheid tussen enkele soorten emoties.
In de interactionele benadering (interpersoonlijke benadering) speelt de interactie tussen cliënt en therapeut
een belangrijke rol. Het probleem van de C doet zich ook in deze interactie voor, waardoor de interactie tussen C
en T het werkveld wordt (metacommunicatie). De echtheid staat voorop en de relatie moet voldoende stevig zijn
alvorens confronterende interventies veilig kunnen worden toegepast. Veel feedback richting C over de hoe van
zijn/haar communicatie en interactie.
De existentiële benadering richt zich op bronnen van angst die aan de basis liggen van defensieve reacties en
van daaruit leiden tot symptomatologie. Angst en vermijdingsgedrag zouden ontstaan uit confrontatie met
levensopgaven (bv. dood, aftakeling, vrijheid, etc.). Dit zijn existential givens. Het richt
zich op de vraag: wat betekent het als mens te leven? Er is specifieke aandacht voor zingeving en
betekenisverlening rondom dit vraagstuk. Yalom benadert het menselijk bestaan vanuit vier centrale
bekommernissen: dood, vrijheid, eenzaamheid en zinloosheid. Ontkenning van de eindigheid van het leven is
volgens Yalom de bron van veel problemen. Erkenning van de dood, ontmoetingen met anderen en het doorgeven
van zaken die van belang zijn, geven het leven zin.
De positieve substroming integreert positieve psychologie met existentiële, experiëntiële en
cliëntgerichte psychotherapie. Naast aandacht voor problemen is er ruime aandacht voor het stimuleren
van talenten, krachtbronnen, zingeving en persoonlijke spiritualiteit.
Bij existentieel-welzijn-therapie kunnen cliënten via oefeningen en experimenten ervaren hoe positieve
gevoelens inwerken in hun leven.
Wat hebben alle substromingen met elkaar gemeen?
1. Ze delen eenzelfde mensbeeld dat ervan uitgaat dat:
• De mens niet alleen een reactief wezen maar ook een proactief wezen en wordt gestuwd door
een actualiseringstendens.
• De mens niet volledige gedetermineerd, maar heeft invloed op het eigen leven. Er is sprake van
een marge van vrijheid.
• De mens is van nature sociaal.
• De mens leeft in een spanningsveld tussen autonomie en verbondenheid.
2. Ze zijn persoonsgericht en hebben een holistisch karakter. De aandacht gaat niet alleen naar het
elimineren van pathologie, maar ook naar het aanspreken van persoonlijke groei en
mogelijkheden.
3. Er is focus op de fenomenologische wereld van de cliënt: de ervarende persoon staat centraal.
2. HET HUMANISTISCH-EXPERIËNTIEEL MENSBEELD
o Een mensbeeld is een achterliggende visie op wat mens-zijn betekent
o Achter iedere vorm van therapie en hulpverlening schuilt een bepaald mensbeeld à basisaannames die
bepalen hoe we kijken naar cliënten (typerende interventies die samengaan met dat mensbeeld)
2.1 ELEMENTEN VAN HET HUMANISTISCH-EXPERIËNTIEEL MENSBEELD
Het humanistisch-experiëntieel mensbeeld is:
Samenvatting van Nina Hoevenaars (2024-2025) 3
, 1. Holistisch
• Non-reductionistisch = reductionisme stelt dat alles bestaat uit separate onderdelen die apart
kunnen worden bestudeerd en behandeld. De beweging hiertegen kijkt holistisch naar mensen
als een geheel systeem
• Non-deterministisch = determinisme stelt dat alles in de mens is bepaald door genen,
conditionering, leerervaringen, etc. De beweging hiertegen richt zich op keuzevrijheid,
groeimogelijkheden en de kans op verandering
2. Experiëntieel
• Fenomenologisch = dit houdt in dat er gewerkt wordt met en vanuit gegaan wordt van de
waarheid van cliënt
• Particulier
• Procesgericht
3. Existentieel
1. HUMANISTISCH
o Gericht op de mens als volledig persoon à Holisme
o De mens wordt als een geheel beschouwd dat je niet zomaar kan opsplitsen à non-reductionisme
• Je kan een persoon niet reduceren tot zijn/haar probleem
o De mens wordt in zekere mate als vrij beschouwd, de mens wordt dus niet volledig bepaald door
invloeden van biologische, genetische, sociologische of historische aard à non-determinisme
2. EXPERIËNTIEEL
o = Belevingsgericht
o Als we mensen en hun thema’s willen (helpen) begrijpen, moeten we ten rade gaan bij hun beleving
• Iemands beleving bestaat uit gevoelens, gedachten en gedrag
o We kunnen de cliënt niet van buitenaf kennen (bv. op basis van hun dossier), maar moeten hun innerlijke
leefwereld (lived experience) leren kennen à Fenomenologie = de leer van de beleving van een persoon
o De beleving is altijd uniek en veranderlijk
• Iedere mens, iedere situatie en iedere therapie is dus uniek of particulier
• Toch zien we doorheen deze particuliere situaties dat dezelfde processen en proces-
blokkeringen zich soms afspelen à procesgericht
3. EXISTENTIEEL
o Begaan met de vragen van de mens met de bedoeling om tot een meer zinvol, authentiek en verbonden
leven te komen
• Zowel in concrete situaties = ontisch
• Als bij de ultieme bestaansvragen = ontologisch
2.2 WAT VOOR SOORT INTERVENTIES EN ATTITUDES KUNNEN WE VERWACHTEN VANUIT DIT
MENSBEELD?
1. ATTITUDES
We zijn gericht op de volledige persoon van de cliënt:
o Niet enkel gericht op de klacht of het symptoom
Samenvatting van Nina Hoevenaars (2024-2025) 4