Samenvatting Belgische binnenlandse
politiek
Hoofdstuk 3: De Volksunie en haar erfgenamen
1. De aanloop tot de oprichting van de Volksunie
WOI:
- Strijden voor het Nederlands in het Belgisch leger (Franstalig)
- ‘pour les Flamands, la mêmes chose’
Ontstaan van Frontpartij : tegenstellingen tussen Waals en Vlaams (1919)
Jaren 30: Vlaams Nationaal Verbond (VNV)
WOII:
- Deel Vlaamse beweging (VNV) doet aan Collaboratie -> samenwerking met de Duitsers
de zwarten en witten
- Wit: verzet
- Zwart: collaborateurs
Na WOII:
- Poging om impact van Vlaamse beweging uit te schakelen -> repressie (ideologische en communautaire
dimensie)
zware klap voor Vlaamse Beweging en politiek Vlaams-nationalisme MAAR niet dood
- Hoe komt dit? (heropvlakkering Vl bewustzijn)
- Dynamitering v/d ijzertoren (Diksmuide)
- AVV VVK :‘alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus’
- Talentelling van 1947: tellen hoeveel mensen er welke taal spreken -> meerderheid wordt de officiële
taal v/d gemeente -> verfransing (prutsen in voordeel van Fransen)
- Anti-Vlaams karakter v/d repressie: reactie op collaboratie (bvb. kaal scheren, opsluiting in zoo
Antwerpen…) -> gevoel van anti-Vlaams karakter (ook Walen die collaboreerden!!)
Oprichting nieuwe Vlaams-nationale partij:
- Voor- en tegenstanders
- Grote tegenstander CVP (Christene Volkspartij -> Christen Democraten)
- Christendemocraten proberen bij lijstvorming om Vlaams Nationale gezinde mensen op eigen lijsten
te krijgen -> recuperatie van oud-VNV-kiezers
Oprichting ‘Volksunie’ (1949): kort bestaan
Parlementsverkiezingen: Oprichting Vlaamse concentratie (1949):
- Pleidooi tegen de repressie -> anti-repressiepartij
- (Nog geen sprake van federalisme)
- Kort bestaan
- 2%: weinig, maar symbolisch van belang -> er is nog een markt voor een Vlaamse Nationale partij
, - Perceptie voor Volksunie: Vlaamse nationale politieke partij die wou opkomen voor de Vlaming
- Slecht resultaat
- 54-58: schoolstrijd
- Levensbeschouwelijke tegenstelling zeer duidelijk
- Christen democraten <-> socialisten en liberalen
- Strijd om de ziel van het kind -> kinderen kregen meer en meer mogelijkheden in onderwijs
Geen focus op communautaire
2. De evolutie van de Volksunie 1954-1961: Van het ontstaan tot de eerste
politieke doorbraak
Oprichting van de Volksunie (12/1954)
- Gunstige voedingsbodem
- Koningskwestie: Leopold III komt niet terug op de troon -> MAAR wel meerderheid stemmen voor
terugkeer (waarvan zeer veel Vlamingen)
- Aarzelende houding (van traditionele partijen) regering mbt repressie
- gebrekkige toepassing taalwetten
- publicatie resultaten talentelling 1947: klopte niet
- Belangrijkste eisen
- Federalisme: Idee van de eigen bevoegdheden krijgen -> zouden het beter doen (wat we zelf doen,
doen we beter)
- Amnestie: We moeten niet vergeten (Collaboratie), maar wel vergeven (afsluiten, streep onder
trekken)
Scoorde niet zo goed tussen 1954-1958, waarom?
- Periode v/d schoolstrijd
- De regering van Achiel Van Acker: paarse regering (socialisten en liberalen) -> geen ruimte voor
amnestie en federalisme
- Achiel Van Acker:
- Belgische Socialistische Partij (BSP)
- Beschouwd als één van de mensen aan de basis van ons sociale zekerheidssyteem
- ‘charbon’(bijnaam): Duitse krijgsgevangenen verplicht werken om kolenproductie weer op
peil te krijgen = Kolenslag
- Wou burgemeester worden -> niet gelukt (zoon wel, Frank Van Acker)
- Voor velen de partij van de zwarten: link met de collaboratie
- Voor velen de partij van scheurmakers
- CVP zag VU als bedreiging voor de katholieke eenheid (VU = ook katholiek) en haar eigen positie
Tekenen van opleving na 1958:
- Sluiten van het schoolpact (einde schoolstrijd): pacificatie van de levensbeschouwelijke breuklijn (wordt
minder belangrijk)
(Sociaal-economische en) communautaire wordt belangrijker -> gunstiger politiek klimaat
- parlementaire activiteit Frans Van der Elst (voorzitter sinds 1957) -> heeft veel parlementaire activiteit
ontwikkeld
- partij organisatorisch beter uitgebouwd
De volksunie geraakt gelanceerd, maar zeer traag :
Problemen voor kleinere partijen
- Partijfinanciering
- Partijprogramma
- Partijstructuur
2
, - Kiesdrempel
3. Van zweeppartij naar oppositiepartij 1961-1970
Zweeppartij: met een zweep naar andere partijen om een bepaald thema op de agenda te zetten
Parlementsverkiezingen 1961
- Volksunie grote overwinnaar en CVP zwaar verlies -> communicerende vaten (als de ene wint, verliest de
andere)
- doorbraak vooral in steden
- regering Lefèvre-Spaak
- Rooms rode regering (socialisten en christen democraten)
- Agenda:
- sociaaleconomische problematiek
- communautaire problematiek (taalgrens 1963 definitief vastleggen!!)
- VU geen rechtstreekse invloed op besluitvorming
- maar wel onrechtstreeks als ‘zweeppartij’ voor CVP
Interne spanningen
- rechter- en linkervleugel
- breuk met Vlaamse Militanten Orde (VMO)
- = Vlaams-nationalistische en later extreemrechtse propaganda- en actiegroep in Vlaanderen
- Deconinck (links georiënteerd federalisme) -> botsen met andere leden
Parlementsverkiezingen 1965 groot succes
- gunstig politiek klimaat (focus sociaal-economisch en communtair)
- verruimingsoperatie: op zoek naar mensen die geen lid waren, maar die wel een interessant profiel hebben
-> Schiltz, Coppieters, Anciaux
- stevige organisatorische uitbouw
- PVV grootste overwinnaar (partij voor vrijheid en vooruitgang – liberalen)
- Opvallend: woord liberaal staat er niet meer in
- Nieuw doelpubliek na schoolpact -> religie minder van belang (ook katholieken kunnen op
liberalen stemmen)
- ‘pest voor Vlaanderen’ (Vlaams Nationale hoek): Belgischgezinden (zogezegd tegen belang van
Vlaanderen)
- regering Harmel-Spinoy (rooms-rood)
- Kort, tot 1966
- regering Vanden Boeynans (VDB) - De Clercq (rooms-blauw)
- Focus sociaaleconomisch
- communautair: Leuvense universiteit struikelsteen (opsplitsing -> Vlaams en Franstalig)
- Ten val in 1968 (door Leuven)
Van 1958-1999: christendemocraten altijd in regering!!
Binnen VU tegenstelling linker- /rechtervleugel
- rechtervleugel (Karel Dillen): Vlaams-radicale pressiepartij
- linkervleugel: omvorming tot sociaal-progressieve oppositiepartij
3
, Parlementsverkiezingen 1968
- in het teken van het communautaire → communautaire partijen beste resultaat
- VU derde partij in Vlaanderen
- verruimingsstrategie Lode Claes:
- Lode Claes: belangrijk bij totstandkoming Vlaams Blok (later)
Regering Eyskens-Merlot-Cools
- ‘Werkgroep der 28’
- Belang regering: totstandkoming gemeenschappen (1970)
- Rooms-rode regering (christen democraten en socialisten)
Gemeenteraadsverkiezingen 1970
- Marsorders bij christendemocratische partij die wilde dat Volksunie niet in CBS -> soort cordon sanitaire
(bestond nog niet)
- VU-verkozenen veelal uit schepencolleges geweerd
1971 installatie Cultuurraden met steun van VU
4. Van oppositiepartij tot regeringspartij 1971-1977
Parlementsverkiezingen 1971
- FDF-RW grote overwinnaar (Front démocratique des francophones)
- VU bleef derde partij -> electoraal plafond (stagnatie)
En nu? Nemen we regeringsverantwoordelijkheid of gaan we in oppositie?
Nieuwe strategie VU leidt tot spanningen
- Spanning linker en rechter vleugel
- Linker: voorstanders regeringsdeelname -> argument: uiteraard gaan we compromissen moeten
sluiten
- Rechts: tegen compromissen
- keuze voor al of niet regeringsverantwoordelijkheid leidt tot zware spanningen
- 1973 partijcongres Oostende beheerst door Hugo Schiltz → bevestiging participationisme
- Bereid om regeringsverantwoordelijkheid te nemen
Parlementsverkiezingen 1974
- na val regering Leburton (Ibramco)
- economische crisis
- verlies communautaire partijen
- winst CVP/PSC (Christelijke Volkspartij)
- vorming regering Tindemans (CVP) -> ‘met deze man wordt het anders’, andere manier van politiek doen
- VU voor het eerst betrokken bij regeringsonderhandelingen (betrokken, maar finaal niet gelukt)
Binnen partij machtsstrijd: Schiltz versus Van der Elst
- Beiden voorstander van regeringsdeelname
- Van der Elst verdacht Schiltz ervan een greep te willen doen naar de macht in de partij & zag hem als een
bedreiging voor zijn positie
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marteottoy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.