Politicologie
1. Toelichting cursus – Handboek: ‘Een inleiding in de politieke wetenschappen-2022’
+ Slides op canvas met de nota’s genomen tijdens de lessen.
!! 100% schriftelijk examen (gesloten boek – geen studiemateriaal) ➔ OPEN vragen, GEEN
meerkeuze
- Politicologie toepassen en gebruiken op actuele gebeurtenissen
- Een politiek-wetenschappelijke analyse herkennen en beoordelen
Weten wat er in de wereld gebeurt / de actualiteit volgen, MAAR ook buitenlands nieuws
! Via de link ‘gopress’ tijdschriften volgen met een korting van de VUB
Planning colleges:
- 25/9 Inleiding: Politiek en politieke wetenschap
- 2/10 Staat en macht
- 9/10 Breuklijnen en ideologieën
- 17/10 Democratie en politieke vertegenwoordiging
- 24/10 Politieke participatie en sociale bewegingen
- 31/10 Politieke partijen en partijsystemen
- 7/11 Kiessystemen en stemgedrag
- 14/11 Parlement en regering
- 21/11 Federalisme en decentralisatie
- 28/11 Bestuurd, beleid en administratie (+ examentraining politicologie: een aantal tips, inzicht
geven in hoe we moeten antwoorden op vragen, over wat hun verwachtingen zijn en
voorbeeldvragen over het examen)
→ Gepland in de avond 18:00-20:00
- 5/12 Europese politiek: Gastspreker Jasper Praet, Ugent
- 12/12 Internationale politiek en conclusie
- 19/12 geen college
1
,2. Wat is politiek?
*Politiek (B)
→ Alles wat te maken heeft met het sturen van de samenleving: richting geven, mogelijk maken, in
een bepaalde weg duwen / wijzen
Oorsprong? ‘Polis’ (=stad) ➔ Samenleving: staat voor elke vorm van samenleven / gemeenschap
Wij (de gemeenschap) ‘claimen’ het recht om te spreken / mee te bepalen en beslissen wat er gebeurt
“Waarom nodig om een samenleving te sturen? Waarom moet dat gebeuren? Waarom is het maken
van regels, verdelen van macht, sturing, etc nodig?”
De MENS als zoon Politikon (Aristoteles) ➔ Mensen willen deel uitmaken van de samenleving, en
mee willen beslissen over de sturing en organisatie omdat er altijd mogelijkheid is tot conflict in de
samenleving.
“Waarom bestaat die grote potentialiteit van de mogelijkheid tot conflict?”
- Diversiteit / Verscheidenheid (in noden, voorkeuren en visies)
- Schaarste (de schaarste dwingt tot sturing mbt herverdelen middelen)
! Het maken van regels en afspraken maken over hoe we het samenleven gaan organiseren en
mogelijk maken is cruciaal
Dus: Omwille van de 2 bovenstaande zaken rond conflict is er NOOD aan STURING.
Er zijn enorm veel variaties mogelijk in de politiek
3. Variaties in politiek
1) Variatie op het niveau van de samenleving
- Territoriaal afgebakende samenlevingen → Staten, regio’s, gemeenten, internationaal, ...
- Niet-territoriaal afgebakende samenlevingen → Kotgenoten, je gezin, studentengroepen,
verenigingen; Rooms-katholieke kerk, academia, studentengroepen, activisten, bloggers, ...
! De impact waarmee sommige gemeenschappen voorkomen in onze samenlevingen zijn veel stricter
en hebben een grotere impact dan anderen: afhankelijk sterkte variatie.
Sterke variatie:
• Verschillende impact op dagdagelijkse leven.
• Vrijwilligheid van lidmaatschap: mogelijkheid tot opt-out?, Bv: veel van onze jeugd heeft gewoon bij
de geboorte een Belgische nationaliteit gekregen, maar kregen we de keuze, werd onze mening
gevraagd, etc?
! Er is een enorme impact / verschil van ons lidmaatschap van staten: het kan zaken mogelijk maken
maar ook zaken verhinderen.
2
,2) Variatie op het niveau van inhoud en reikwijdte (“wat wordt er geregeld”?)
➔ Opvallend dat doorheen de tijd de grenzen van de politiek en de staat zijn toegenomen: de
verschuivende grenzen van de politiek
(de staat is begonnen uit een minimale dienstverlening MAAR toch veel verantwoordelijkheden)
Vb: de staat: van minimale diensten (justitie, politie & defensie, financiën) naar uitgebreide
verzorgingsstaat
! T.H. Marshall gaf aan dat hedendaags burgerschap waar we als burger recht op hebben,
verschillende dimensies heeft:
- Burgerlijke politieke rechten
- Socio-economische rechten
Het onderscheid tussen “burgerlijk” en “politiek”
Rechtswetenschap:
A) Burgerlijk recht (“civiel recht” of “privaatrecht”):
→ m.b.t. het geheel van regels voor de onderlinge verhouding tussen burgers
Bv: Personen- en familierecht (huwelijk, echtscheiding, adoptie,..), goederenrecht (waaronder erfrecht)
en verbintenissenrecht (zoals arbeidsovereenkomsten/koop- en huurovereenkomsten)
B) Politiek recht (“staatsrecht”):
→ m.b.t. beslissingsprocessen die het individu overstijgen; relaties tussen burger en overheid,
functioneren van de overheid (als collectiviteit)
! Politieke rechten (artikel 145 Belgische grondwet)
Bv: stemrecht, recht om een openbaar ambt te bekleden (zich verkiesbaar te stellen); vrijheid van
meningsuiting; vrijheid van vergadering; recht om niet onrechtmatig te worden gearresteerd, …
C) Socio-economische rechten
Art. 23 Belgische GW: Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
Die rechten omvatten inzonderheid :
• 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen
werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel
mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning,
alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen;
• 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en
juridische bijstand;
• 3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
• 4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
• 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing;
• 6° het recht op gezinsbijslagen
! Politiek gaat NIET alleen over het sturen / afspraken maken MAAR ook het politiseren /
problematiseren van bepaalde zaken.
Steeds meer zaken waar de politiek voor moet opkomen (toenemende reikwijdte van de politiek)
Bv: Eenzaamheid, terrorisme, kinderrechten, sociale media en recht op ‘ontkoppelen’, …
3
,Dus: “Wat betekent het om iets ‘politiek’ te maken?”
→ Om iets onderwerp van de politiek te maken, moet je het een thema van politieke sturing maken: je
moet aantonen dat iets een collectieve oplossing nodig heeft.
➔ De noodzaak om er als gemeenschap een bepaald standpunt rond te hebben en er een beleid voor
moeten ontwikkelen.
DUS: Het collectief karakter van een probleem moet worden aangetoond!
Politiek gaat NOOIT om het individu: pas als je kan aantonen als het voor veel mensen een probleem
vormt: persoonlijke ervaring linken aan structurele uitdaging / obstakel die meerdere leden van de
gemeenschap raken.
!!! Pas dan kan je erin slagen om iets op de agenda te zetten !!!
Het gaat NIET om ‘ons’ als een individu, MAAR om ‘ons’ als een collectiviteit.
Impliceert vaak het herdefiniëren van de grens tussen “privaat” en “publiek”
- Privaat: de domeinen waarin het individu autonoom kan handelen en oordelen;
waar geen collectieve inmenging of sturing nodig of gewenst is
- Publiek: de domeinen van sociaal leven waar mensen elkaar ontmoeten (scholen, werkvloer,
sportclub, universiteite, gemeente,...), en waar ter wille van de organisatie van dat samen-
leven, collectieve beslissingen moeten worden gemaakt
Politisering en de-politisering
*Politisering (B)
→ Betekent voorbij het inidividu kunnen gaan en iets als onderwerp voor politieke sturing kunnen
maken: een thema onderwerp van politieke sturing (en dus, collectieve besluitvorming) maken.
Bv: thema ‘eenzaamheid’, vandaag de dag worstelen steeds meer mensen ermee: we zien structurele
uitdagingen en problemen waardoor eenzaamheid steeds meer op de agenda komt.
• Dat persoonlijke ervaringen worden gelinkt aan bredere structurele uitdagingen of obstakels
die meerdere leden van de gemeenschap raken.
• Het probleem overstijgt het individu; wat collectieve besluitvorming/sturing nodig
maakt.
MAAR: Niet enkel politisering op de politieke agenda, OOK de-politisering
*De-politisering (B)
→ Heeft als doel zaken onzichtbaar / onbelangrijk te maken om iets anders op de agenda te krijgen
! Er zijn maar slechts een paar onderwerpen die tegelijkertijd behandelt kunnen worden (= schaarste)
We zijn met elkaar in competitie over wat er moet gebeuren: prioriteiten.
4
,We zijn een pluralistische maatschappij met verschillende visies, waaruit conflicten kunnen uitkomen:
onderscheid maken tussen wat hoofdzakelijk is en wat niet, gevolg? Conflict
→ Diversiteit / verscheidenheid x Schaarste
Dus:
*Politisering (B) → Betrokken raken bij politieke discussie; een thema onderwerp.
Bv: eenzaamheid (als mentaal-emotionele toestand van een individu) kan worden gelinkt aan
collectieve processen waaronder: Individualisering v/d maatschappij, Toename van
éénoudergezinnen, …
*De-politisering (B) → Het “politieke karakter” wegnemen van iets
Bv: kritiek op de seksismewet (22 mei 2014), Het in twijfel trekken van het structurele karakter van
seksisme, Argumenteren dat het onnodig de vrijheid van meningsuiting inperkt, …
3) Vormen van regimes: welke principes liggen ten grondslag aan het functioneren van een
bestel / systeem?
→ De verschillende soorten regimes zijn gebaseerd op specifieke principes die het functioneren van
een politiek systeem bepalen:
• Democratisch of autoritair (belang van participatie burgers in politieke proces)
• Unitair of federaal (centrale overheid dominant)
• Meerderheid of consensus (variatie in procedures: bij een meerderheid wordt de beslissing gemaakt
aan de hand van overheersende mening / de grootste groep en bij een consensus isn het gericht op
brede overeenstemming en samenwerking tussen de verschillende partijen)
• Unicameraal of bicameraal (variatie in instellingen: verwijst naar het aantal kamers in de wetgevende
macht → ‘uni’ staat voor 1 en ‘bi’ voor 2, wat de wetgevingsprocessen kan beïnvloeden)
• Verdere regels van het spel (kieskringen en hun grootte, rol van het staatshoofd,...) → Deze bepalen
hoe vertegenwoordiging en macht zijn georganiseerd en kunnen de stabiliteit en effectiviteit van het
systeem beïnvloeden.
• ...
! Ook de architectuur van de verschillende instellingen kan verschillend zijn, en bepaalt hoe
verschillende elementen van het systeem samenwerken:
5
, Politiek kan heel breed gaan, Bv: straatnamen (belangrijke figuren uit het verleden), …
!! Dus: Politiek is MEER dan instellingen, het is een collectieve PRAKTIJK die nooit stopt.
➔ Het is ALTIJD bezig, zelfs als we er niet van bewust zijn: het betrekt een veelheid van actoren, Bv:
niet alleen burgers en verkozen actoren maar ook journalistiek.
+ ook film, kunst, cultuur, … nemen soms een politiek standpunt in
! Meer dan ooit worden we elke dag gewezen op een breder / weinig vatbaar systeem van sturing. We
worden aangewezen op onze menselijke verantwoordelijkheid .
(ook wij, wanneer we elkaar aanspreken over die verantwoordelijkheden, doen we aan politiek)
4. Politieke wetenschap
“Wat is dan de politicologie?”
We vertellen over de samenleving, met soms een beetje entertainment … zijn we dan zoals de
journalisten, kunstenaars, opiniemakers, …?
→ Politicologen zijn in tegenstelling tot andere disciplines zoals kunst en journalistiek gebonden aan
wetenschappelijke regels: ze moeten systematisch tewerk gaan.
! We zijn gebonden aan wetenschappelijke regels:
1. Intellectuele distantie
2. Data (veel data) systematisch verzamelen en analyseren
3. Bewuste keuze van technieken
4. Openheid en transparantie
! Politicologie is een serieuze en methodologisch onderbouwde discipline die zich richt op het
begrijpen van politieke processen.
MAAR: Het is zich bewust van de uitdagingen van objectiviteit en de impact van de sociale context.
6