Ethiek
Hoofdstuk I: Inleiding
1. ETHIEK IN HET ALGEMEEN
Definities:
- Ethiek als een vorm van wetenschap wordt beschouwd
- In ethiek wordt vastgelegd wat goed en kwaad is
Werkdefinitie:
Ethiek is een intellectuele discipline waarin men bestudeert wat er gebeurt wanneer
mensen een goed/kwaad-oordeel vormen over toestanden of beslissingen.
Schematisch van kenmerken van de manier waarop ethiek in deze cursus wordt opgevat:
Niveau Vraagstelling
1. Feiten Verzameling van relevante feiten, realistische inschattingen…
Waarom zou dit goed of kwaad genoemd worden? Dit kan
2. Argumenten gaan over voor- en nadelen, het volgen van regels of wetten,
het respecteren van rechten of plichten…
Het leggen van prioriteiten: wat vind ik nu het belangrijkst?
3. Uiteindelijke evaluatie
Waarom zouden de argumenten van pt2 geldig zijn?
Welke beelden van mens en maatschappij, natuur en
4. Meta-reflectie bovennatuur, materie en geest, mens en natuur… zitten
achter bovenstaande feiten, argumenten en evaluatie?
Ethische analyse:
Waarover gaat het?
Micro Het individu
Meso Een groep (bedrijf, organisatie, land…)
Macro Het globale menselijke handelen
1
, Waarover gaat het?
De concrete situatie evalueren Houdt men zich aan de regels, waarden, normen…?
Wat is de inhoud van die regels, waarden, normen… en waar
De normen evalueren
komen ze vandaan?
Waar is men eigenlijk mee bezig? Welk “spel” is men aan het
De context evalueren
spelen?
2. HOE BEOORDELEN WIJ INGENIEURSWERK?
Criteria die in overwegen kunnen genomen worden bij het beoordelen van ingenieurswerk:
Efficaciteit: product dat “niet werkt”, is wellicht geen goed product
Efficiëntie: product waarvoor weinig middelen nodig zijn, is wellicht beter dan een
waarvoor veel middelen nodig zijn
Economische of financiële kant: producten of projecten moeten gefinancierd worden
Milieuaspect: project dat veel milieuschade veroorzaakt, is wellicht minder goed dan
één zonder milieuschade
Veiligheid: situatie waar regelmatig ongelukken gebeuren, is wellicht minder goed dan
één zonder ongelukken
Esthetische kant: mooi is beter dan lelijk
Besluitvorming en organisatie: beslissingen moeten genomen worden in overleg met
verschillende partijen
Juridisch aanvaardbaar: kan je eventueel verantwoorden dat wetten zouden
overtreden worden
Levenskwaliteit: gezondheid, comfort, psychisch welbevinden, zin-ervaring…
Aanvaarding door publiek: culturele, symbolische, religieuze… factoren die
meespelen
Hoofdstuk II: De “homo economicus”
= het ideaaltype
Definitie volgens Toon Vandevelde:
Geïsoleerd individu dat in alle omstandigheden zijn eigenbelang nastreeft door vrij en
rationeel te kiezen tussen verschillende gedragingen waarvan het de alternatieve
kosten en baten heeft berekend
2
, Manier van besluitvorming = ‘rational choice’
normatief of descripties interpreteren:
hoe mensen zich gedragen of hoe mensen zich moeten gedragen?
Vooronderstellingen:
Dat het gaat om een individuele keuze
Dat dat individu degelijk geïnformeerd is over:
o Bestaande toestand
o Verschillende handelingsmogelijkheden
o Gevolgen van elk van die keuzemogelijkheden
Dat dat individu een duidelijk prioriteitenlijstje heeft van wat zijn/haar eigenbelang het
beste dient
Wat is, zegt nog niet wat moet zijn
normatief niveau moet worden onderscheiden van descriptieve niveau
niet = ‘naturalistic fallacy’
Mogelijke kritieken op “homo economicus”:
Transactiekosten: moeite doen om informeren, vergelijken…
geen zin om informatie inwinnen = “satisficing” i.p.v. “optimising”
Ambitie beperken: vanuit overtuiging dat bepaalde opties toch nooit kunnen
gerealiseerd worden
Uitspreken van voorkeur is moeilijk, zo niet onmogelijk. Aangeboden opties
verschillen te weinig van elkaar, hetzij zodanig veel van elkaar verschillen dat elke
vergelijking onmogelijk wordt prisoner’s dilemma
Preferentieordenig volledig: voor ieder paar mogelijkheden moet men kunnen
beslissen welke van de twee men verkiest
Preferentieordening continu: voor iedere mogelijkheid zijn er alternatieven waar men
ongeveer evenveel waarde aan hecht
Coherent of transitief: a verkiest boven b, en b boven c, is men dan irrationeel
wanneer men toch c verkiest boven a?
Altruïstische gedragingen: uitingen van gecamoufleerd egoïsme, om bij een ander op
een goed blaadje te komen
Prospectief of retrospectief: vooruitdenken of laten leiden door ervaringen uit het
verleden
Inschatten en vergelijkbaar maken van effecten van zeer verschillende aard, moeilijk
Micro-rationaliteit of macro-rationaliteit
3