Druk dat het bloed uitoefent op de vaatwanden = bloeddruk/tensie =
hydrostatische druk
Bloeddruk = hartdebiet x perifere weerstand
- Te hoog: beschadiging vaten
- Te laag: te weinig voedingsstoffen aan essentiële organen
Arteriële bloeddruk
o Hoge druk
Veneuze bloeddruk
o Lage druk
o Druk in vena cava
inferior/superior is gelijk aan de
druk in rechter atrium
o Grootste aantal bloed
Capillaire bloeddruk (kleine vaten verspreid)
o Overgang
o Grootste oppervlakte
o Lage druk
o Zuurstof wordt uit het bloed getrokken
Drukverloop: hoogste in de bloedvaten die het hart verlaat (aorta), hoe
verder van de bron hoe lager de druk
Systolische druk = bovendruk < 120 mmHg
o Pieken, hart trekt samen
Diastolische druk = onderdruk < 80 mmHg
o Dalen, druk die heerst zonder contractie
Bloeddruk meten: arterie radialus dichtknijpen zacht loslaten
bloedvat open eerste slag = systole laatste slag = diastole
Bloeddruk varieert gedurende de dag: bij inspanning hoger
(25-30l/minuut)
, Instructies:
Hartdebiet/cardiac output/hartminuutvolume = hoeveelheid bloed dat
uitgepompt wordt door LV per tijdseenheid (minuut)
= frequentie (aantal slagen per minuut) x slagvolume (aantal volume dat
doorgepompt wordt per slag)
Bepaald door de
sinusknoop
Gemiddeld is het hartdebiet 6 liter bloed/minuut
Wanneer de factoren (hartfrequentie & slagvolume) veranderen heeft dit
invloed op de bloeddruk!
Hartfrequentie: afhankelijke factoren
Geslacht: vrouwen snellere hartslag
Autonome zenuwactiviteit: sympathische en parasympatische
Leeftijd: jonger snellere hartslag
Hormonen in de circulatie: adrenaline, thyroxine
Activiteit en lichaamsbeweging
Temperatuur: lage bloeddruk bij hoge temperatuur
Baroreceptorreflex: drukreceptor die info geeft aan hersenen als
druk te hoog of laag is
Emotionele toestand
Slagvolume: afhankelijke factoren
Preload = hoeveelheid bloed die in het ventrikel aanwezig is
vooraleer het hart samentrekt = vullingstoestand
= ventriculair eind diastolisch volume
o Afhankelijk van veneus aanbod (vena cava inferior/superior)
Positie lichaam (liggend makkelijkere bloedtoevoer)
Spierpomp: contracties knijpen rond venen
Respiratoire pomp bij inademen
Thorax is wijd open onderdruk, zuigt bloed
Diafragma daalt: duwt abdominaal bloed naar het
hart
o Hoe meer bloed aanwezig in ventrikel, hoe hoger het
slagvolume
Afterload = de druk waartegen het ventrikel moet uitpompen =
nabelasting = druk in de aorta
o Hoe groter de tegendruk, hoe meer moeite om ventrikel te
ledigen kleiner slagvolume
o Linker ventrikel druk uit aorta
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anneloresegers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.