Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting gedragsneurowetenschappen €9,16
Ajouter au panier

Resume

samenvatting gedragsneurowetenschappen

 13 vues  0 fois vendu

Het is een uitgebreide, gestructureerde samenvatting over het vak gedragsneurowetenschappen. Alle aspecten van hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 11 komen aan bod. De samenvatting is gebaseerd op het boek: hersenstof van Christophe Lafosse. De samenvatting telt 58 pagina's.

Aperçu 4 sur 54  pages

  • 30 décembre 2024
  • 54
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (9)
avatar-seller
charlottevndssl
Samenvatting:
Gedragsneurowetenschappen
Hoofdstuk 1: Conceptueel kader
Inleiding
Gedragsneurowetenschappen= de wetenschap die het gedrag begrepen vanuit de hersenen bestudeerd zowel vanuit
gezonde als beschadigde brein.


Onze hersenen zijn onderdeel van het zenuwstelsel. Ons zenuwstelsel zorgt ervoor dat we kunnen reageren op
de wereld om ons heen en vormt een uitgebreid en complex neuraal communicatienetwerk dat constant info
verzameld over ons lichaam en onze omgeving. (hartslag en ademhaling worden bv door zenuwstelsel
gecontroleerd)
De info wordt verwerkt en geïnterpreteerd zodat we de buiten-en binnenwereld kunnen waarnemen, gekoppeld
met emoties, omgevormd tot taal en gedachten. Ook veranderingen in het lichaam worden teweeggebracht.
(bewegingen en handelingen kunnen uitvoeren)




In onze hersenen hebben we miljarden zenuwcellen. Elke zenuwcel kan via de uitlopers contact maken met
duizenden andere zenuwcellen. Het geheel is een zeer complex netwerk van een onvoorstelbaar groot aantal
verbindingen.



Zenuwcellen/ neuronen= bouwstenen van de hersenen, deze worden omringd door steuncellen
Steuncellen= zorgen voor de bescherming en de steun van de neuronen



Orgaansystemen en dus ook het zenuwstelsel maken deel uit van ingewikkelde ecosystemen die hiërarchisch
in lagen geordend zijn waarbij complexere grotere eenheden zijn samengevoegd uit minder complexere
eenheden:
Kwantumdeeltjes→ Subatomaire deeltjes→ Atomen→ Moleculen → Macromoleculen→ Organellen→
Cellen→ Weefsel→ Organen en Orgaansystemen→ Zenuwstelsel→ Organismen en Persoon→ Populaties→
Leefgemeenschappen→ Cultuur-subcultuur→ Maatschappij-staat→ Ecosystemen→ Biosfeer




In ecosysteem gaan organismen op allerlei manieren interacties met elkaar aan. Zo concurreren organismen
binnen eenzelfde soort met elkaar om voedingsbronnen (zelfbehoud) en reproductieve mogelijkheden
(soortbehoud). Individuen binnen een soort die eigenschappen bezitten die een voordeel bieden voor het
zelfbehoud & het soortbehoud zullen een grotere kans hebben om die eigenschappen door te geven aan hun
nageslacht.



Selectiedruk/ evolutionaire druk= leidt ertoe dat gunstige eigenschappen binnen de soort blijven en dat verbeteringen
zich relatief snel binnen de populatie zullen verspreiden.

, Organismen hebben een bepaalde verschijningsvorm (fenotype) die afhangt van de genetische opmaak
(genotype), de individuele levensloop en de omgeving. Daardoor is er een fenotypische variatie in de
populatie. Variaties ontstaan door het combineren van genen bij voortplanting &/of toevallige wijzigingen in
het genotype (mutaties). Natuurlijke selectie gebeurt op het fenotype. Dat kan enkel een blijvend effect
opleveren als fenotypische kenmerk gekoppeld is aan genotypisch kenmerk. Alleen dan kan selectie leiden tot
evolutie. De evolutie gaan steeds verder op het bestaande genoom en voegt daar opnieuw variaties aan toe.



Evolutie= een resultante van adaptaties die tot uiting komen in veranderingen in genetische materiaal over vele
generaties.

Genoom= het geheel en vormt de onderlinge structurele en functionele samenhang van de genen en de organismen.




1.1 Evolutie heeft geleid tot toenemende complexiteit van neurale
structuren en hersenen

De hersenen zijn ontwikkeld in een specifieke omgeving (persoon) en door de evolutie speciaal uitgerust om
succesvol met die omgeving te interageren. Complex en intelligent gedrag wordt gezien als het vermogen van
een organisme om flexibel op zijn omgeving te reageren.




In de evolutie zijn er op een bepaald moment diersoorten die het vermogen hebben om te leren. Dit is nuttig
voor het individu omdat het daardoor steeds wisselende problemen in een steeds wisselende omgeving tot
een redelijk goed einde kan brengen. Door te leren kan een organisme meer adaptief worden aan een vijandige
omgeving zodat zijn individuele overlevingskansen stijgen.



Intelligentie= het vermogen van een organisme om zijn overlevingsstrategieën op een flexibele wijze aan de
veranderende omgeving aan te passen.

1.4 Een conceptueel biopsychosociaal kader van hersenen en het
gedrag

De beschrijvende analyse van het zenuwstelsel en de wijze waarop het een organisme stuurt is een complexe
aangelegenheid. Organismen hebben een bepaalde verschijningsvorm (fenotype) die afhangt van de
genetische opmaak (genotype of endogenotype of endogeen) en de omgeving (exofenotype of exogeen)




Elk beschrijvingsniveau licht een ander aspect van de werkelijkheid toe ook al zijn de verschillende
beschrijvingsniveaus onderling gerelateerd. Ze bestaan op zichzelf en hebben hun eigen wetmatigheden en
eigenschappen.




In het kader voor hersenen en gedragsrelaties starten we op het niveau van de cel. De cel wordt beschouwd
als de morfologische en functionele eenheid van het leven omdat dankzij de aanwezigheid van een
celmembraan communicatie tussen intra-en extracellulaire milieu mogelijk worden. Als we dit doortrekken
tot het niveau van het organisme, vormt het lichaam de interactie met de binnen-en buitenwereld.

,Hiervan vertrekkend kunnen we een kader opstellen van hersenen-gedragsrelaties met volgende beschrijvingsniveaus
van het zenuwstelsel:

- De biologische basiseenheid is de zenuwcel of neuron
- Zenuwcellen die structureel met elkaar verbonden zijn vormen samen neurale circuits. Die maken deel uit
van het zenuwstelsel onder andere in de hersenen.
- De werking van die circuits leiden tot gedragsfuncties (beweging, cognitie, emotie)
- Die gedragsfuncties stellen ons in staat om activiteiten in het dagelijkse leven uit te voeren waarmee we ook
verschillende rollen kunnen opnemen in de leefgemeenschap en kunnen participeren in de maatschappij.


Al die beschrijvingsniveaus zijn tijdens de levensloop beïnvloed door iemand unieke persoonlijke factoren
zoals iemands psychosociale en pedagogische context, persoonlijkheid of copingstijl.




Een bepaald hersenproces staat nooit op zichzelf. Er is een voortdurende interactie met de omgeving
(exeteroceptie) en met andere hersenprocessen.


Die tijdsafhankelijke veranderingen zijn het resultaat van:

- Veranderingen door generaties heen (fylogenese)
- Veranderingen tijdens individuele levensloop (ontogenese)
- Veranderingen van moment op moment (plasticiteit)




Genetica en omgeving, endogene en exogene factoren, zijn steeds in interactie binnen een bepaald tijdskader.
In zijn geheel spreekt men ook van een biopsychosociaal kader van hersenen en gedragsrelaties.

, Klinische implicatie
Hieronder schetsen we aan de hand van het beschreven biopsychosociale kader de gevolgen van een aandoening van
het zenuwstelsel en hoe we die aan de hand van het model kunnen beschrijven.


Aan de basis van een neuropathologisch proces of ziektebeeld ligt een interne of externe oorzaak (etiologie).



Interne etiologische oorzaken= liggen bij het individu zelf (bv genetische afwijkingen, bepaalde neurologische
aandoeningen zoals hersenbloeding of tumor)

Externe etiologische oorzaken= liggen buiten het individu (traumatisch hersenletsel ten gevolge van een ongeval,
intoxicaties, bijwerkingen van medicijnen)

Die etiologische factoren kunnen resulteren in volgende stoornissen:

- Cellulaire stoornissen: stoornissen in de structuur en/ of het functioneren van zenuwcellen
- Stoornissen in neurale circuits en hersenen: de oorzaak kan leiden tot een structurele beschadiging van
de hersenen (hersenletsel) of beschadiging in het functioneren van de hersenen en de neurale circuits
(hersendisfunctie). Aard en ernst van de stoornis zijn afhankelijk van de plaats en grootte van de
beschadiging.
- Beperkingen in het uitvoeren van activiteiten: iedere vermindering of afwezigheid van mogelijkheid tot een
voor de mens normale activiteit in het dagelijkse functioneren. Is voor mensen met een hersenletsel die
afhankelijk zijn van anderen voor hun zelfverzorging, niet meer efficiënt kunnen communiceren met hun
partner, last hebben om zich te verplaatsen of om dingen te onthouden en zich te concentreren,…
- Problemen met maatschappelijke participatie: nadelige positie van een persoon als gevolg van een
stoornis of beperking die de normale maatschappelijke rolvervulling van de betrokkene begrenst of
verhinderd. We spreken hier van een handicap als de beperkingen ook een ernstige sociaal-
maatschappelijke invloed hebben op ons mensbeeld in relatie met onze omgeving, met als gevolg een
inperking van het sociaal leven en zelfwaardegevoel.
- Interne en externe modulerende factoren: interne modulerende factoren zijn voornamelijk de
persoonlijkheids-en motivationele factoren (persoonlijkheid, interesses, sociaal inzicht). Externe
modulerende factoren worden veelal bepaald door sociale en pedagogische factoren (opvoedingsstijl,
gezinsstructuur)


De factor tijd speelt een grote rol bij dit alles. Eenzelfde hersenletsel kan een verschillend effecten verloop
hebben naargelang het moment waarop de beschadiging in de levensloop plaatsvindt. Bij een kind kan
eenzelfde hersenletsel bv een ander effect hebben als bij een volwassene.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottevndssl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

48298 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€9,16
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté