Samenvatting:
Arbeids-en organisatie psychologie
H1: introductie
1. wat is een organisatie?
1.1 het concept organisatie
een organisatie= een samenwerking tussen 2 of meerdere mensen om een bepaald doel te bereiken
*organisaties kunnen ook iets anders zijn dan wat mensen ‘bedrijven’ noemen→ het is een abstracte term.
Bedrijf= specifieke vorm van een organisatie
1.2 organisatiestructuur& organoigram
organisatiestructuur= systeem dat aangeeft hoe de taken formeel worden verdeeld, gegroepeerd en
gecoördineerd in een organisatie
➔ wordt vaak weergegeven in een organoigram
organoigram= schematische, visuele weergave van de structuur van een organisatie
nut:
- toont de formele verhoudingen
- toont wie leiding geeft aan wie
- toont welke diensten samen werken met of in opdracht van
1.3 missie
missie= waarvoor (de mensen van) een organisatie staan (wie we zijn)
➔ bv thomas more:
1.4 visie
visie= algemene voorstelling van de toekomst van een organisatie
➔ bv thomas more:
,1.5 waarden
Waarden = soort overtuiging dat een bepaald gedragspatroon goed is om volgens te handelen/ zich
gedragen, en die zo het gedrag aanstuurt
➔ bv: eerlijkheid, openheid: je gedraagt zo dat je gedrag met de waarde “eerlijkheid” in lijn ligt,
omdat de organisatie dit belangrijk vindt.
➔ Zo stuurt de waarde gedrag aan.
1.6 stakeholders van een organisatie
Stakeholder = een persoon, groep, betrokken partij,… die (een) belang heeft bij of die op een manier
betrokken is, bij wat een organisatie doet, bv.
- Aandeelhouders
- Werknemers
- Leveranciers
- Klanten
- Omwonenden
- Samenleving
- Bestuur/management
- Regering/wetgever
2. onderzoek en het belang daarvan
2.1 onderzoek in A&O-psychologie/M&O
A&O-psychologie: Wetenschappelijke kennis verwerven over de relatie(s) tussen variabelen, bv.
motivatie, loon, persoonlijkheid, leeftijd, omgeving, managerkenmerken, jobtevredenheid, jobprestaties,
gezondheid
Doel? Via wetenschappelijk systematisch onderzoek?
- Gedrag, emoties en attitudes in organisaties en samenleving begrijpen & verklaren
- Gedrag, emoties en attitudes in organisaties en samenleving voorspellen
2.1.1 onderzoek naar gedrag in organisaties
Hoe?
➔ Kennis ontwikkelen op basis van wetenschappelijke criteria & methodes
Bv. kennis omtrent effecten van het afschaffen van het ziektebriefje voor 1 dag (2022)
1. Kwalitatief onderzoek (= onderzoek met behulp van teksten, of open antwoorden op vragen,…)
bv. via interviews, historische documenten
voorbeeld kwalitatief interview:
Vraag: In welke mate evolueert de beleving van het leven, van mensen die onvrijwillig
werkloos/werkzoekend zijn, naarmate de WLH langer duurt?
Bv. onderzoeken via: interviews met mensen die al 1 – 3 – 6 – 9 – 12 – 18 maanden werkloos zijn + ook
mensen interviewen die wél aan het werk zijn
➔ Iedereen krijgt min of meer gelijkaardige vragen
➔ De verkregen antwoorden (tekst) worden geanalyseerd, we zoeken patronen die opvallen. (bv.
overeenkomsten, opvallende daling/stijging over de maanden…)
,Mogelijk resultaat:
Er worden onder meer verschillen ontdekt tussen werkenden en werkzoekenden:
• Werkzoekende mensen rapporteren na verloop van tijd lagere eigenwaarde dan werkende
mensen
door bv. negatieve reacties op sollicitaties, verwijten, schuldgevoelens…
werk zorgt voor zingeving in onze maatschappij
• Werkzoekende mensen leven ‘trager’ dan werkende mensen: ze nemen meer tijd voor
dagelijkse activiteiten, ze smeren die meer uit over de tijd.
1. Kwantitatief onderzoek (= onderzoek met behulp van statistiek en cijfermatige data)
• Experimenteel onderzoek: Wordt gebruikt om de invloed van de ene variabele op
de andere variabele te onderzoeken
Basisexperiment:
1 variabele (OV) wordt door de onderzoekers ‘gemanipuleerd’, er worden
verschillende condities bepaald, bv. hoeveelheid slaap
andere variabele (AV) wordt nadien gemeten
bv. focus/aandacht (aantal keren afgeleid) en kwaliteit van werk
(aantal gemaakte fouten)
Alle andere omstandigheden proberen we gelijk te houden.
Verschil in AV tussen condities moet toe te schrijven zijn aan verschil in
OV: oorzakelijk of causaal verband
Voorbeeld experiment kwantitatief onderzoek:
Vraag: in welke mate beïnvloedt slaaptekort de focus/aandacht en kwaliteit van het werk dat mensen
uitvoeren?
➔ Onderzoeken we door hoeveelheid slaap (OV) te manipuleren
➔ Wat meten we? (AV)
• Focus/aandacht → meting = aantal keren afgeleid (bv. via browser/schermopname)
• Kwaliteit van het werk (aantal gemaakte fouten)
• Leidt verschil in hoeveelheid slaap tot verschil in focus/aandacht en kwaliteit van werk?
Mogelijke resultaten:
Grafiektitel
6
4
2
3…
0
Aantal keer afgeleid Aantal fouten
• Survey-onderzoek (vragenlijst): Vooral gebruikt om verbanden tussen allerhande
variabelen te onderzoeken
Kenmerken:
Geen oorzakelijk (geen causaal) verband aangetoond, enkel
samenhang
Wat we onderzoeken, kan niet of niet ethisch gemanipuleerd worden
, Voorbeeld survey onderzoek kwantitatief:
➔ onderzoek naar leeftijd, gender, persoonlijkheid, motivatie, waarden…
• Hoe? Data = scores per persoon op vragenlijsten, die brengen we met elkaar in verband.
Thema: verband tussen conflict en welbevinden op het werk
(1) Wat is het verband tussen de hoeveelheid conflict die medewerkers op het werk ervaren, en hun
welbevinden?
(2) Welke rol speelt persoonlijkheid van mensen in dit verband?
(we vermoeden immers dat sommige persoonlijkheidskenmerken gevoeligheid voor de impact
van conflict op welbevinden kunnen versterken of verminderen)
• Werknemers vullen surveys (= vragenlijsten) in, want manipuleren zoals bij experimenteel
onderzoek is hier niet mogelijk.
Meting: antwoord op één item:
“Hoe vaak ervaar jij doorgaans conflicten op het werk?”
1 = Nooit
2 = Bijna nooit, zelden
3 = Nu en dan
4 = Regelmatig
5 = Heel vaak
Verbanden tussen variabelen:
- Positief verband: r > 0 (+): twee variabelen evolueren in dezelfde richting
• bv. hoe meer iemand sport, hoe meer spieren en beter de conditie
- Negatief verband: r < 0 (-): twee variabelen evolueren in tegengestelde richting
• bv. hoe meer iemand sport, hoe minder vetpercentage
- Nulverband (geen verband): r = 0: twee variabelen evolueren los van elkaar, er is geen verband
tussen
• bv. het aantal uren per week dat iemand sport en hoeveel tijd iemand groene kleren draagt: heeft
niets met elkaar te maken…
moderator of contingentievariabele= een variabele die de sterkte van een verband tussen twee
andere variabelen, beïnvloedt.
Wat valt er op in een wetenschappelijk onderzoek?
• Weinig absolute uitspraken
• We werken met gemiddelden, groepen vergelijken en kunnen deze resultaten niet op elke
individuele persoon toepassen
• We kijken naar de omstandigheden: soms lijkt er geen verband te zijn, maar komt dit omdat het
slechts in sommige omstandigheden wel en in andere omstandigheden niet voorkomt
==> moderator (= contingentievariabele) beïnvloedt een ander verband