Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting deel 2 bronnen en beginselen van het recht €5,86
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting deel 2 bronnen en beginselen van het recht

 70 vues  0 fois vendu

dit is een volledige samenvatting van het tweede deel van BBR (elementen van het publiekrecht) Alle info uit de lessen, powerpoints en syllabus is in de samenvatting opgenomen

Aperçu 4 sur 94  pages

  • 30 décembre 2024
  • 94
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (38)
avatar-seller
dams-elena
Elena Dams



Elementen van het Publiekrecht
Het staatsrecht
ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BELGISCHE STAAT

DE NATIONALE SOEVEREINITEIT

 Art. 33 GW: “Alle machten gaan uit van de natie. Zij worden
uitgeoefend op wijze bij de Grondwet bepaald.”
 Geen van de gestelde machten is soeverein
 Soevereiniteitsoverdracht in internationale context
o Art. 34 GW
 België heeft deel van nationale macht overgedragen aan
Europese Unie bij toetreding EU

EEN RECHTSSTAAT

 België is een rechtstaat (overheid is gebonden door het recht)
 Beperkingen
o Bevoegdheidsbeperking (grondwetgever heeft zelf de
bevoegdheden van de staatsmachten beperkt)
 Horizontale scheiding der machten
 Verticale verdeling van bevoegdheden
o Grondrechten (zelfs als een wetgever / regering bevoegd is
moeten ze nog steeds de grondrechten eerbiedigen)
 Grondwet
 Internationale verdragen
 Alle rechten en vrijheden staan in de Grondwet, titel 2 (lezen voor
examen!)

DE SCHEIDING DER MACHTEN

 Montesquieu: ‘iedereen die macht heeft, kan de macht
misbruiken’
 Trias politica
o Geen strikte scheiding, maar ‘checks and balances’
 Extreme scheiding: elke orgaan heeft specifieke
functie
o Samenwerking
 Totstandkoming wetgeving
 Strafvordering en uitvoering horizontale scheiding der
machten
o Controle
 Parlementaire meerderheid

1

, Elena Dams


 Art. 159 GW (controle legaliteit)
 Rekenhof (controle legaliteit)

EEN REPRESENTATIEVE EN PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE

 Onrechtstreekse vertegenwoordiging burger (door
volksverkiezingen)
o Parlement + Koning & regering: wetgevende macht
o Koning & regering: uitvoerende macht
 Politieke verantwoording tegenover parlement
 Behoeft parlementaire meerderheid

ERFELIJKE EN CONSTITUTIONELE MONARCHIE

 Monarchie = staatshoofd is koning
 Staatshoofd via nakomelingen in rechte lijn van Leopold 1 (art.
85 GW.)
o Koning der Belgen
o 1991: afschaffing Salische wet
 Enkel mannelijke troonopvolgers kunnen troon
bezetten
o Bij gebrek van nakomelingen: Koning benoemt opvolger
met instemming van parlement
 Koning is onverantwoordelijk
o Handelt onder politieke verantwoordelijkheid (“dekking”)
van minister
o Medeondertekening minister (art. 106 GW.)
 Koning is onschendbaar (kan nooit voor de rechtbank worden
gedaagd)

EEN FEDERALE STAAT
STAATSVORMEN

 Eenheidsstaat
 Confederale staat of Statenbond
o Samengaan van 2 onafhankelijke staten die sommige
bevoegdheden samen uitvoeren, maar geen nieuwe
statelijke entiteit vormen
 Federale staat
o 2 bevoegdheidsniveaus, op elke niveau wetgevende en
uitvoerende macht (mogelijks rechtsprekende macht)
 Federale niveau
 Deelstatelijke niveau
o Federalisme



2

, Elena Dams


o Confederalisme (in Vlaamse context vaker en vaker over
gesproken)
 Hogere autonomie op niveau van deelstaten
 Minder sterke aandacht voor cohesie en integratie op
federale niveau




 Federale staat: kenmerken (geen enkele federale staat is
identiek)
o Onderscheiden bevoegdheidsniveaus met macht en
instellingen
o Grondwettelijk verankerde verdeling van bevoegdheden in
bevoegdheidsdomeinen
o Participatie van deelstaten aan federale wetgeving en
herziening Grondwet
 In VS: op federaal niveau heb je federaal congress
 House of representatives (verkozen door heel
de VS)
 Senate: 2 senatoren per deelstaat
o Specifieke regeling voor fiscaliteit en financiering
o Regeling voor beslechting van bevoegdheidsconflicten



 België oorspronkelijk unitaire staat, nu federale staat


BELGIË: VAN UNITAIRE STAAT NAAR FEDERALE STAAT

 Belgische evolutie – het unitaire België:
1. 1831: unitaire staat
 Officiële taal = Frans (besluit voorlopig bewind 1830)
 In Grondwet staan enkel nationale instellingen
 Koning, senaat, regering, parlement,…
 Gebruik van Nederlands
 1873: strafzaken
 1878: bestuurszaken
 1883: onderwijs
 1898: Nederlands als officiële taal
 Dubbele vraag naar autonomie
 Taalkundig (Vlaanderen)
o 1962: vastlegging van 4 taalgebieden en
territorialiteitsbeginsel

3

, Elena Dams


 Economisch (Wallonië)
o 1960: Eenheidswet en Mouvement Populaire
Wallon
 Streeft naar meer
autonomie
 Bidimensionele ontwikkeling van federalisme door
staatshervorming
o Wijzigingen aan Grondwet en bijzondere
meerderheidswetten



 Belgische evolutie – de 1e staatshervorming:
 1970
 Grendelgrondwet
o Techniek van bijzondere meerderheidswet
 Helft van taalgroep voor en 2/3 van iedereen voor
o Communautaire alarmbelprocedure in (toen nog nationale)
parlement
o Pariteit van N-en F-talige ministers (eerste minister =
uitzondering)
 Evenveel Franse en Nederlandstalige ministers (7-7)
 Beperkte autonomie inzake taal, onderwijs, cultuur
o Oprichting cultuurgemeenschappen (Nederlands, Duits,
Frans)
o Wetgevende bevoegdheid door decreten
 Wetten in formele zin
 Aangenomen op niveau gemeenschappen
 Aangenomen door cultuurraden
o Cultuurraden (nationale parlementsleden voor N&F –
eigenraad voor D
o Uitvoering door resp. ministers van Cultuur

 Belgische evolutie – de 2e staatshervorming:
 1980
 Omvorming gemeenschappen
o Ook bevoegdheden in persoonsgebonden aangelegenheden
 Creatie Vlaamse en Waalse gewestraad
o Wetgevende bevoegdheid in plaatsgebonden
aangelegenheden
 Eigen parlement en regering
o Parlement = niet afzonderlijk verkozen, nationale
parlementsleden (dubbelmandaat)


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dams-elena. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,86. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

48298 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€5,86
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté