RZL
Wie ben ik in de wereld en wie is de wereld in mij?
Situering van RZL
Leren in drievoud
1. Op persoonlijk vlak
● Leren = persoonlijk proces
● Leren vanuit en voor jezelf
2. Op levensbeschouwelijk vlak
● Gaat altijd ergens over, onderdeel van de context
● ‘Waarom?’: de zin, betekenis, waarde..
3. Op pedagogisch-didactisch vlak
● Aanpak en werkwijze
Tussentijds besluit
Je bewust worden van je levensbeschouwelijke identiteit, wat je waarden en keuzes zijn, wat je
levenszin is en wat je uiteindelijk het meest de moeite waard vindt om je voor in te zetten is een heel
proces.
Lesboek: Wat is levensbeschouwing?
Leerkracht met hart en ziel
⇒ Hoe kan je leerkracht zijn met hart en ziel voor je werk, leerlingen, gevoel voor de klas + eigen
inspiratie
⇒ Bezielde leerkracht
Leerkracht vanuit je hart
● Keuze om leerkracht te worden genomen door hart te laten spreken
● Bij keuze: gevoel laten meespreken
● Hart = plek waar je geraakt wordt en gevoel leeft
⇒ Wat je hart ingeeft, biedt inzicht in hoe je wilt handelen en zal een kompas zijn om te
weten wat je moet doen
● Plaats waar ervaringen naar binnen komen
1
,Leerkracht vanuit je ziel
● Ziel = de kern van wie je bent
● Maakt je wie je bent, zoals adem ⇒ levensbron, kracht
Een bezielde leerkracht met een ‘levensbeschouwing’
● = een leerkracht die iemand is, ergens voor staat, zijn identiteit voor leerlingen zichtbaar
maakt
● Levensbeschouwing: hoogst persoonlijke kijk op het leven die iedereen ontwikkelt door wat
hij/zij meemaakt en zal er zo betekenis aan geven
Powerpoint
Ethisch dilemma
Redden of doden
⇒ trolleyprobleem
Existentiële vragen doorheen cursus
● Persoonlijke identiteit: nadenken over eigen identiteit en hoe je jezelf in relatie ziet tot de
wereld ⇒ oorzaak van nadenken over rol in maatschappij, definitie van jezelf, ambities…
● Verbondenheid in de wereld: we maken deel uit van een groter geheel, wereld om ons heen
● Subjectieve ervaring: manier waarop we wereld waarnemen en ervaren
⇒ hangt af van eigen gedachten, gevoelens en ervaringen
● Spirituele/existentiële vragen: hebben diepere betekenis, relatie tussen persoon en
universum
● Iedereen geeft op eigen manier richting aan zijn leven
2
,Terminologie van RZL
levensbeschouwing met een kleine l
● = je hoogstpersoonlijke kijk op het leven. Je ontwikkelt een levensbeschouwing door wat je
meemaakt en hoe je daar betekenis en waarde aan geeft. In dat betekenis geven
onderscheid je wat jou inspireert en wat je de moeite waard vindt. Je persoonlijke
levensbeschouwing is als een verhaal waarin je vertelt hoe je tegen het leven aankijkt
● “Je kunt niet geen levensbeschouwelijke overtuiging hebben”
⇒ Ook datgene waarin je niet gelooft, waar je geen waarde aan hecht, zegt iets over jouw
persoonlijke levensovertuiging
● Overtuiging is gedeeltelijk verbonden aan bewuste en uitdrukkelijke opvattingen, maar vaak
ook deels aan het onbewuste, verborgen in wat wij zeggen of doen
Levensbeschouwing met een grote L
● = een min of meer samenhangend geheel van zowel verhalen, bronnen en ideeën, als
praktijken, tradities en rituelen. Samen vormen deze een ‘antwoord’ op levensvragen van
mensen. Een Levensbeschouwing omvat gedeelde opvattingen over wat het leven de moeite
waard maakt en hoe je zin kunt geven aan gebeurtenissen in je leven. Levensbeschouwingen
kan je zien als levende tradities met ‘antwoorden’ op levensvragen
● Overstijgen het niveau van individu en de individuele levensloop
⇒ levensbeschouwelijke tradities
● Je kunt je in je persoonlijke levensbeschouwelijke overtuiging in meerdere of mindere mate
door een of meerdere Levensbeschouwingen laten beïnvloeden
● Een levensbeschouwing ontwikkel je in relatie tot anderen, je omgeving, de maatschappij en
de wereld
● Verschillende functies:
○ Zin geven aan het leven (een doel geven)
○ Zorgen voor structuur en veiligheid in het leven
○ Steun en troost geven in moeilijke tijden van het leven
○ Levenswaarden aanreiken
○ Handelingsmodellen voorleven
○ Een bron van inspiratie zijn
3
, Zingeving
● = alles wat te maken heeft met de vraag wat zin, betekenis, waarde of kwaliteit geeft aan het
leven en hoe je daarmee kunt omgaan
● Heeft te maken met geluk en betekenis
● Zin ≠ theoretisch antwoord op theoretische vraag ‘wat is de zin van het leven’
⇒ Goesting, oriëntatie of richting
⇒ Wat je als betekenisvol of waardevol ervaart, wat het leven de moeite waard maakt en
kwaliteit geeft, een doel
● = de behoefte om te ‘weten’: willen weten dat wat we doen in het leven, een waarde heeft,
een betekenis heeft, er echt wel toe doet
Passieve component
= Je ontdekt iets (een situatie, gebeurtenis, toestand, handeling..) dat je als zinvol ervaart, het
overkomt je als het ware. Het wordt je gegeven of geschonken
Actieve component
= Om je leven als zinvol te kunnen ervaren, moet je wel degelijk ook iets ondernemen. De keuzes die
je maakt en de manier waarop je met bepaalde gebeurtenissen en ervaringen in je leven omgaat: dit
alles zal een invloed hebben op het feit of je erin slaagt jouw leven al dan niet als zinvol te ervaren.
Zelf zin geven aan je leven dus
De betekenis van het leven: 2 manieren
1. De mens moet elke dag zelf betekenis geven aan zijn/haar/hun leven
OF
2. Het leven heeft betekenis in zichzelf, en wij kunnen er ‘zin’ in aantreffen
Het woord zin-geven/betekenis geven
⇒ zegt dat dit een actief proces is. Eens een zin gevonden is, geeft het een mens, een groep, een
samenleving evenwicht en richting in de complexe wereld
4